radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

'Mensen zijn hierdoor enorm beperkt geweest': psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme

'Mensen zijn hierdoor enorm beperkt geweest': psychiaters betuigen spijt voor 'ziekte'-stempel op homoseksualiteit en transgenderisme
Foto ter illustratie: een homostel dat in 1967 met elkaar 'trouwde'
Bron: ANP

Homoseksualiteit werd door psychiaters rond de jaren 50 en decennia daarna als een afwijking gezien. De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NvPP) betuigt nu spijt voor het leed dat dit stempel heeft veroorzaakt bij lhbti+'ers.

Voorzitter Niels Mulder sprak vandaag op het congres van de NVvP een spijtbetuiging uit. De psychiaters staan daarmee stil bij het leed dat in het verleden is ontstaan bij lhbti+'ers door het 'als een ziekte bestempelen van hun seksuele- en genderidentiteit door de psychiatrische beroepsgroep. De NVvP erkent deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis en committeert zich aan lhbti+-sensitieve zorg.'

Emoties en herinneringen

De spijtbetuiging maakt veel los bij Judith Schuyf. "Alleen al de ideeën die in de psychiatrie waren zorgden ervoor dat de stemming over homoseksualiteit in de jaren 50 tot 70 heel negatief was, vertelt de 72-jarige historicus en activist.

Daar kwam volgens haar dan nog eens bij dat destijds de wettelijke meerderjarigheid bij homoseksueel contact 21 jaar was, terwijl die leeftijd bij heteroseksueel contact 16 jaar was. "Vooral jonge mannen die werden gearresteerd omdat ze seksueel contact hadden, kwamen bij de psychiater terecht", weet ze. En ook vrouwen 'die wilden weten wat er met ze aan de hand was'.

Bekijk ook

'Heel erg geraakt door verhalen'

Voor haar boek 'Oud roze' interviewde Schuyf een kwart eeuw geleden 60 oudere homoseksuele mannen en vrouwen. "Zowel bij de mannen als de vrouwen zaten mensen die met de psychiatrie in aanraking waren gekomen", blikt ze terug. "Ik heb die interviews nu weer eens zitten lezen en ben heel erg geraakt. Het heeft de levens van die mensen ongelofelijk negatief beïnvloed."

Zelf is ze de dans ontsprongen: "Toen ik mijn ouders vertelde dat ik op vrouwen viel, zeiden ze meteen: 'Hadden we dat maar eerder geweten, dan hadden we je naar de dokter gestuurd.' Maar ik was toen al 20 en buitengewoon weerbaar, dus dat was een gepasseerd station."

'Aversie-therapie' en castraties

Als ze wel was doorverwezen had ze als lesbische vrouw waarschijnlijk het advies gekregen om te trouwen met een man, omdat het dan wel goed zou komen. Maar er waren ook psychiaters die gebruik maakten van de zogenoemde 'aversie-therapie', zegt Schuyf. "Iemand moest dan een homoseksuele fantasie voor de geest halen en kreeg vervolgens een braakmiddel."

In katholieke instellingen ging men nog een stap verder, vertelt de historicus. Daar werden namelijk verplichte castraties gedaan om homoseksuele mannen te 'genezen'. Ze noemt die castraties 'de ergste kant van het verhaal'.

Bekijk ook

'Frame was heel invloedrijk'

Los van het leed door dit soort behandelingen ziet Schuyf een breder effect van de psychiatrische 'ziekte'-bril. "In de interviews die ik maakte, lees je hoe enorm beperkt die mensen zijn geweest door de sociale omgeving. Het frame vanuit psychiatrie en psychologie van homoseksualiteit als ziekte is daarin heel invloedrijk geweest."

Ze wijst erop dat transseksuelen altijd naar een psychiater werden gestuurd. "En nu nog steeds", voegt de activist er aan toe. Dat er nu door de NVvP spijt is betuigd, is volgens haar dan ook niet meer dan terecht.

Het 'ziekte'-stempel van psychiaters heeft de levens van LHBTIQ'ers decennialang beperkt

Ook positieve bijdrage aan emancipatie

Socioloog aan de Universiteit van Amsterdam David Bos vindt het goed dat de psychiaters nadenken over het leed dat in de geschiedenis van het vak teweeg is gebracht. Maar hij vindt dat je geen karikatuur moet maken van de psychiatrische blik op homoseksualiteit. "Psychiaters hebben in Nederland ook heel veel goeds gedaan voor de homo-emancipatie."

Bos wijst daarbij naar de 'befaamde radiopraatjes' die psychiater Kees Trimbos in de vroege jaren 60 hield over seks. Trimbos zette zich daarbij ook in voor de acceptatie van homoseksualiteit in katholieke kringen. Het COC gaf de radiopraatjes zelfs uit als aparte brochure, benadrukt hij.

'Mensen niet onterecht kopschuw maken'

En al in 1951 promoveerde Coen van Emde Boas - later bekend als hoogleraar seksuologie - op een proefschrift waarvan een hoofdstuk was gewijd aan het ontrafelen van de maatschappelijke oorsprong van wat we tegenwoordig homofobie noemen, geeft Bos als vroeg voorbeeld.

"Het is belangrijk om deze invloed ook te laten zien", vindt de socioloog. Het moet volgens hem namelijk niet zo zijn dat LHBTIQ'ers denken dat de psychiatrie hen niet serieus neemt: "Want dat zou mensen ten onrechte kopschuw kunnen maken als ze hulp zoeken."

info

Historische excuses van psychiater Piet Kuiper

De spijtbetuiging van de Nederlandse psychiaters is opvallend genoeg niet helemaal nieuw. Al in 1981 bood Piet Kuiper, destijds een beroemde psychiater, zijn excuses aan. Kuiper stond onder meer bekend om zijn theorie dat homoseksualiteit een neurotische afwijking was, waar mensen van af moesten zien te komen.

Lode Wigersma (71) was in die tijd student geneeskunde en verbaasde zich over 'de meest idiote dingen' die Kuiper over homoseksualiteit stelde. In het medische faculteitsblad schreef hij daarom een kritisch stuk over diens ideeën. En tot zijn verbazing gaf de psychiater hem gelijk: "Kuiper schreef dat hij destijds de dingen niet goed had gezien en dat zijn ideeën niet meer geldig zijn." Daarna kwam Kuiper naar het COC om voor een volle zaal met homo's en lesbiennes zijn excuses te maken.

Deze maand is een biografie over Kuiper (1919-2002) verschenen. Biograaf Koen Hilberdink kreeg toegang tot de dagboeknotities van de psychiater en daar staat onverbloemd in dat Kuiper zelf worstelde met seksuele gevoelens voor mannen. Hij had verhoudingen met mannen (en vrouwen) en ging meerdere keren in behandeling hiervoor.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'
Spandoek tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Berlicum
Bron: ANP

Uit een inventarisatie van EenVandaag blijkt dat aanhoudende protesten er vaak toe leiden dat de geplande opvangplekken voor asielzoekers tijdelijk of definitief worden geschrapt.

Door deze aanhoudende en succesvolle protesten raakt het Centraal Opvang Asielzoekers (COA) steeds verder af van het doel van 96.000 opvangplekken. Dit zijn het aantal plekken dat de spreidingswet voorschrijft en moet voor 1 juli worden behaald.

Ophef om azc

In zeker veertien gemeenten, die samen goed zijn voor de opvang van bijna 3.000 vluchtelingen, is de afgelopen maanden een tijdelijke of definitieve streep gezet door de plannen voor een asielzoekerscentrum.

Deze inventarisatie is gedaan op basis van berichtgeving van de afgelopen maanden over opvang die geannuleerd is. Er is gekeken naar de protesten en de daaropvolgende reactie vanuit het gemeentebestuur.

Zoeken naar nieuwe opvanglocaties

Het werkelijke aantal kan nog hoger liggen, omdat ook veel gemeenten waar protest is geweest nog geen besluit hebben genomen. Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Maashorst, waar een informatieavond over drie mogelijke opvanglocaties uit de hand liep. De avond werd beëindigd met charges van de mobiele eenheid.

De locatie in Maashorst moest in totaal 750 asielzoekers opvangen. Of dit plan kan worden doorgezet is nu nog maar de vraag. Uit de rondgang van EenVandaag blijkt dat er de komende weken op nog meer plekken wordt gesproken over nieuwe opvanglocaties.

Bekijk ook

Geen azc na protesten

In sommige gevallen zegt de gemeente zelf dat ze de beoogde locatie voor een azc annuleren vanwege de protesten. Dit was bijvoorbeeld het geval in de gemeente Sint Michelsgestel.

"Na de maatschappelijke en politieke onrust die is ontstaan in de gemeente, is de primaire inzet van het college gericht op nazorg en depolarisering", schrijft de gemeente op hun website.

'We zijn niet gezwicht'

In andere gevallen zijn er wel protesten geweest, maar ontkennen raadsleden daar aan toe te hebben gegeven. Zo kondigde de gemeente Hardenberg in maart aan te kijken naar zeven potentiële locaties voor een nieuwe opvang. Na dit bericht volgde er twee informatieavonden en een protest.

Daarna maakte de coalitie bekend de zoektocht naar een locatie te staken. Raadslid Simone Hof (Christenunie) zei toen tegenover RTV Oost: "We zijn niet gezwicht voor de druk van een luidruchtige groep tegenstanders." Zij wijst juist naar het wankelende beleid van asielminister Marjolein Faber. Ook blijkt dat stikstof besluitvorming in de weg zit, of als argument wordt gebruikt om een azc niet te gaan bouwen.

In deze gemeenten werd een asielopvang geannuleerd

Weinig draagvlak

Verschillende gemeenten geven na het schrappen van een locatie wel aan verder te zoeken naar een andere locatie. Dat moet ook volgens de spreidingswet. Toch hebben ze nog weinig tijd om dit voor 1 juli te regelen, omdat ze vaak al veel locaties in beeld hebben gehad.

In de gemeente Dinkelland is de beoogde locatie van de baan, maar zegt de gemeente wel verder te zoeken naar een andere locatie. CDA-raadslid Marc Smelink hoopt dat dat voor 1 juli nog lukt, maar merkt ook weinig draagvlak. Het helpt volgens hem niet mee dat Faber geen regie pakt op de spreidingswet.

Asielminister Faber moet regie pakken

Op vragen - die EenVandaag eerder aan de asielminister stelde - over de consequenties die het heeft als gemeenten geen opvang regelen, zegt Faber dat op 1 juli opnieuw te bekijken.

"Maar als de landelijke overheid geen regie pakt dan staan we als gemeente tegenover de inwoner, terwijl we daar juist naast willen staan", reageerde Smelink toen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren
Bron: ANP

Een derde van 55-plussers vindt hun woning te groot voor wat ze nodig hebben. Veel van hen willen wel ruimte maken voor jonge huizenzoekers, maar doorstromen blijkt lastig: 30 procent zoekt al ruim 2 jaar naar een geschikte woning.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 30.000 leden van het Opiniepanel. Onder alle ondervraagde 55-plussers zoekt 15 procent op dit moment naar een toekomstbestendige woning, en wil nog eens 27 procent dat op termijn gaan doen. Onder de 55-plussers die op dit moment te groot wonen, is dat aandeel nog groter.

'Gezinnen kunnen ruimte beter gebruiken'

Een derde (33 procent) van alle 55-plussers in het onderzoek laat weten op dit moment meer woonruimte in gebruik te hebben dan nodig. Voor de meesten van hen gaat dat om een woning van 100 vierkante meter of groter. Sommigen willen graag naar een woning met minder trappen, minder tijd kwijt zijn aan de schoonmaak, of ruimte bieden aan jonge huizenzoekers.

"Ik ben alleenstaand in een eengezinswoning, het onderhoud wordt me een beetje te veel", vertelt een gepensioneerde deelnemer. "Er zijn gezinnen die de ruimte veel beter kunnen gebruiken."

Hoe denken jongeren en 55-plussers over de grootte van hun woning?

Jongeren komen ruimte tekort

Die opvatting kunnen veel jongeren beamen. Waar 55-plussers vaker woonoppervlakte over hebben, moet een vijfde (21 procent) van 18- tot en met 34-jarigen het doen met een woning die te klein is voor hun situatie. Van hen woont 40 procent momenteel in een woning van minder dan 50 vierkante meter.

"We willen eigenlijk kinderen, maar stellen dat al jaren uit omdat we geen geschikte woning kunnen vinden", laat een jongere in zo'n woning weten. "Ik ben bang dat het voor ons al te laat is tegen de tijd dat de woningmarkt weer hersteld is."

Zijn 55-plussers van plan te verhuizen naar een toekomstbestendige woning?

Zoektocht naar woning

Een flinke groep van 55-plussers met een te grote woning is best bereid om plaats te maken voor woningzoekende jongeren en daarbij ruimte in te leveren.

Een derde van hen (34 procent) is op dit moment al op zoek naar een woning die beter geschikt is om op latere leeftijd in te wonen. Nog eens 40 procent zou dat op termijn willen.

Minder woning, hogere huur

Toch is het voor een ruime meerderheid (85 procent) van de 55-plussers die nu op zoek zijn, lastig om iets te vinden. 30 procent geeft aan al minstens 2 jaar bezig te zijn met het vinden van de juiste woning. Zij zien weinig geschikte opties en lange wachttijden in de sociale huur, maar zouden er vaak ook financieel flink op achteruit gaan.

"Ik wil graag kleiner wonen, maar kan alleen een appartement krijgen van 1.500 euro", laat iemand weten. "Dan zou ik een tuin én ruimte inleveren voor ruim 500 euro per maand meer."

Hoe lang zijn 55-plussers al op zoek naar toekomstbestendige woning?

Niet iedereen wil verhuizen

Bovendien zou ongeveer een vijfde (21 procent) van 55-plussers ondanks een te grote woning helemaal niet willen verhuizen. Voor sommigen is hun woning al voldoende geschikt om ook later nog te kunnen wonen.

Anderen hebben daarvoor aanpassingen laten doen, zoals het plaatsen van een traplift of het bouwen van een badkamer op de begane verdieping om langer in hun huis te kunnen blijven.

Gehecht aan woning

Daarnaast spelen er, ook onder ouderen die hun huidige woning eigenlijk te groot vinden, sentimentele redenen mee om niet weg te willen.

Bijvoorbeeld omdat ze gehecht zijn aan hun huis of niet weg willen uit hun sociale omgeving. "Een fijne buurt en een riant huis, daar kan geen appartement tegenop", besluit een deelnemer.

Bekijk ook

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 14 maart tot en met 3 april 2025. Er deden in totaal 29.827 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee, onder wie 3.490 deelnemers van 55 jaar en ouder, die een woning voor latere leeftijd zoeken. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant