radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Kwart van ouders met lager inkomen doet kind niet op zwemles, oplopende kosten vaak de reden

Kwart van ouders met lager inkomen doet kind niet op zwemles, oplopende kosten vaak de reden
Een jongetje krijgt instructies tijdens de zwemles
Bron: EenVandaag

De helft van de ouders die minder dan modaal verdienen, heeft moeite met het betalen van de steeds duurder geworden zwemles voor hun kind. Vooral door de kosten zegt een kwart hun kind niet op zwemles te doen.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 1.718 ouders uit het Opiniepanel met minstens één kind tussen de 4 en 16 jaar oud. Aanleiding voor het onderzoek zijn de oplopende kosten voor zwemles in de afgelopen jaren. Per les betalen de meeste ouders nu ongeveer 12 euro, en de meeste kinderen zijn ongeveer zestig lessen verder voordat ze hun A-diploma krijgen.

Stoppen door kosten

Van alle ondervraagde ouders zegt een op de vijf (19 procent) moeite te hebben (gehad) met het betalen van de zwemlesrekening. Onder ouders die minder dan modaal verdienen, is dat 52 procent.

Ruim een op de drie (35 procent) van de ouders met een lager inkomen, kan zwemles (eigenlijk) niet betalen.

Betalen uit spaargeld

Een ouder die tussen minimum en modaal verdient, schrijft: "Bij ons in de buurt is er geen enkele aanbieder die minder dan 15 euro per les vraagt. Ik betaal het nu uit spaargeld, maar als er heel veel lessen nodig zijn, wordt het wel te duur en moet ze stoppen."

Deze ouder zou niet de enige zijn: 22 procent van de ouders die minder dan modaal verdienen, heeft een kind dat wel is begonnen, maar vooral door de kosten noodgedwongen met zwemles is gestopt.

Ouders over kosten zwemles

Belangrijk

In de urgentie die ouders geven aan zwemles zit geen kloof tussen rijk en arm. Ouders die minder te besteden hebben, vinden het even belangrijk dat hun kind leert zwemmen.

Kosten zijn dus de belangrijkste reden waarom bijna een kwart van die groep ouders (23 procent) in het onderzoek zegt dat hun kind geen zwemles krijgt en dat ook nooit zal krijgen. Ter vergelijking: onder mensen die modaal of meer verdienen is dat slechts 1 procent.

Zorgen over zwemvaardigheid

Dat hun kind geen of niet genoeg zwemles krijgt, leidt tot grote zorgen bij ouders met lagere inkomens. Ruim een derde van deze ouders (36 procent) is ongerust over de zwemvaardigheid van hun kind of kinderen.

Een van hen zegt daarover: "Mijn kind krijgt het niet mee, dus ze zwemt eigenlijk nooit. Ik ben bang dat ze het toch een keer gaat doen als ik er niet bij ben en het misgaat."

Kwart van de ouders met lager inkomen doet kind niet op zwemles

Financiële hulp

Ouders met lagere inkomens kunnen via de gemeente of stichtingen financiële hulp vragen om zwemles te kunnen bekostigen, maar veel van die ouders hebben daar geen weet van.

47 procent was daar voor dit onderzoek niet van op de hoogte. De andere helft (51 procent) wist wel van de mogelijkheden, maar maakte daar lang niet altijd gebruik van.

Niet aangevraagd

Vaak was hun inkomen net te hoog om er aanspraak op te maken, zoals bij dit panellid: "Ik ken alleen de 'meedoenregeling' van de gemeente, maar daar is mijn inkomen nipt te hoog voor. Daarom dacht ik dat ik voor andere regelingen ook wel niet in aanmerking zou komen."

Ruim driekwart (77 procent) van de ouders die minder te besteden hebben, zegt geen financiële hulp voor zwemles te hebben aangevraagd voor hun kind.

Hoeveel ouders met een lager inkomen zegt dat hun kind geen zwemles krijgt? Dit en meer bekijk je hier.
info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 23 juli tot en met 20 augustus 2024. Er deden 25.196 mensen mee. De vragen over zwemles werden gesteld aan 1.718 ouders met minstens één kind tussen de 4 en 16 jaar oud.

Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Meebetalen aan zwemles

Een andere manier om zwemles voor iedereen betaalbaar te houden, is door Nederlanders, bijvoorbeeld via meer belasting, mee te laten betalen.

Gevraagd aan het hele panel zegt een derde daartoe bereid te zijn. Vooral mensen die minstens twee keer modaal verdienen en kiezers van GroenLinks-PvdA, D66, Partij voor de Dieren, ChristenUnie en Volt zijn daar ook relatief vaak toe bereid.

Bekijk ook

'Eigen verantwoordelijkheid'

44 procent van alle deelnemers voelt daar niets voor. Dat zijn vooral kiezers van de huidige coalitiepartijen. Minstens de helft van die kiezersgroepen is niet bereid om mee te betalen aan zwemles voor kinderen waarvan hun ouders dat niet kunnen betalen.

Kiezers van deze partijen lichten vaak toe dat ze het een eigen verantwoordelijkheid vinden van de ouders en menen dat ouders die het niet kunnen betalen verkeerde financiële keuzes maken. "Ik als belastingplichtige betaal dus mee aan de zwemles van ouders die niet de juiste prioriteiten hebben. Ouders die wel geld hebben voor roken, een hond, de laatste nieuwe iPhones, et cetera", laat een PVV-kiezer weten.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is
Folkert Idsinga (NSC) en Nicolien van Vroonhoven (NSC) komen aan bij het ministerie van Financiën, waar de coalitiepartijen beginnen aan de onderhandelingen over de Voorjaarsnota
Bron: ANP

Al sinds het aantreden van kabinet-Schoof kijkt politiek Den Haag met angst en beven uit naar de onderhandelingen over de Voorjaarsnota. Maar wat is deze nota precies en waarom is die zo belangrijk? "Na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment."

Het ministerie van Financiën is vanaf vandaag weer even het middelpunt van politiek Den Haag. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) en de fractievoorzitters van coalitiepartijen VVD, PVV, NSC en BBB proberen het daar de komende dagen eens te worden over de Voorjaarsnota.

Begroting van het lopende jaar

De Voorjaarsnota is het document waarin de begroting van het lopende jaar wordt aangepast. Dit gebeurt altijd in het voorjaar. Verder is de Nota ook het document waarin vooruit wordt gekeken naar toekomstige begrotingen.

Dit is elk jaar een spannend moment, maar dit jaar wordt er gesproken over miljarden euro's aan opgespaarde problemen.

Bekijk ook

Politieke 'wenslijstjes'

Daarbovenop komen ook nog de politieke 'wensenlijstjes' - van lagere huren tot extra geld voor gemeenten - die samen tot miljarden én miljarden euro's extra optellen.

En omdat het onderlinge wantrouwen in de coalitie groot is, gonst het in de Haagse wandelgangen daarom al maanden dat het kabinet wel eens hierom zou kunnen vallen.

Pittige gesprekken

"Het worden wel pittige gesprekken, verwacht ik", geeft minister Heinen toe tegenover EenVandaag. "De wensen zijn natuurlijk hoog, maar ik heb nog geen dekking gezien. En daar zit natuurlijk altijd de moeilijkheid in: hoe ga je het betalen?"

"Ik snap heel goed de wens voor extra uitgaven, maar matig want we krijgen het niet altijd uitgegeven en de inflatie is hoog, dat moeten we niet aanwakkeren", zegt de minister van Financiën.

Bekijk ook

'Lopen we op schema?'

"Het is na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment van het jaar," benadrukt Wimar Bolhuis over de Voorjaarsnota. Bolhuis is gespecialiseerd in overheidsfinanciën en als econoom verbonden aan de Universiteit Leiden.

"We hebben met Prinsjesdag een begroting voor 2025 gemaakt. Bij de Voorjaarsnota wordt gekeken: hoe gaat het eigenlijk met de uitgaven en de inkomsten? Loopt dat op schema?"

Alvast vooruitblikken

Een tussentijdse check van het huishoudboekje van de overheid dus, gecoördineerd door de minister van Financiën. Maar volgens econoom Bolhuis is het meer dan dat alleen.

"Het is ook belangrijk omdat je alvast met elkaar vaststelt welke uitgaven je wilt doen in de begroting voor de komende jaren. Dat is belangrijk. Wil je meer uitgeven aan bepaalde onderwerpen? Moet je de komende jaren problemen oplossen?"

Bekijk ook

Begrotingsregels

Al die wensen zijn gebonden aan speciale spelregels, zegt Bolhuis. "De begrotingsregels stellen bijvoorbeeld dat je niet zomaar extra uitgaven mag doen als minister. Daar moet goedkeuring voor zijn. En als je dat wil doen, zou je bijvoorbeeld extra moeten bezuinigen."

Een andere regel waar alle partijen zich aan moeten houden: "Daarnaast is er de regel dat als je meevallers hebt op je begroting, dat je die niet zomaar opnieuw mag uitgeven. Die moeten terug naar het ministerie van Financiën. Zo komt er weer ruimte voor andere ministeries om geld uit te geven."

Politieke wensen

En extra geld willen alle coalitiepartijen maar al te graag uitgeven. Zo gek is dat volgens Bolhuis niet, want zo halverwege het jaar ontstaan er allemaal nieuwe politieke wensen. Denk aan extra geld om de energierekening naar beneden te brengen, de huren en benzineprijzen te verlagen of de kinderopvang goedkoper te maken.

Maar ook de situatie in Oekraïne en de opstelling van de Amerikaanse president Donald Trump dwingen tot extra investeringen in defensie.

Bekijk ook

Nog meer geld nodig

Daarnaast heeft het kabinet ook nog geld nodig om de BTW op cultuur, media en sport te verlagen. Er is verder ook geld nodig om het stroomnet te verzwaren, de problemen met de vermogensbelasting zijn nog altijd niet opgelost, en er is ook extra geld nodig om de WIA-uitkeringen te compenseren.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over extra geld voor de stikstofproblemen en om de jeugdzorg in gemeenten te verbeteren.

Bekijk ook

Staatsschuld

PVV en BBB zien de oplossing voor deze problemen in de lage staatsschuld die Nederland heeft. Daardoor zouden we makkelijk miljarden euro's kunnen lenen om al die wensen te betalen. "Nederland heeft een relatief lage staatsschuld, ongeveer 45 procent van het bruto binnenlands product. Dat is internationaal gezien laag," erkent Bolhuis.

De vraag is alleen of het verstandig is de staatsschuld op te laten lopen. "Je zou deze kunnen laten oplopen, maar de belangrijkste vraag is natuurlijk wat ga je met dat geleende geld doen? Ga je met dat geld dan investeringen doen die zich ook terugbetalen?"

Nieuwe planning

De conclusie volgens Bolhuis? "Het is een schaarstediscussie. Je moet kiezen. Dus dat wordt voor het kabinet wel een lastige keuze. Want er zijn gewoon vier partijen met verschillende belangen," zegt Bolhuis.

"Maar uiteindelijk is het de minister van Financiën en de minister-president om een keuze te maken en de nieuwe plannen voor 1 juni naar de Tweede Kamer te sturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet
Bord van de IND, beeld ter illustratie
Bron: ANP

Slechts één op de vijf asielzoekers in Nederland die volgens de regels naar een ander EU-land moeten terugkeren, wordt daadwerkelijk overgedragen. Dat blijkt uit cijfers die EenVandaag heeft opgevraagd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

In 2023 werden 11.440 zogenoemde overdrachtsverzoeken ingediend. Maar slechts 2.420 asielzoekers vertrokken daadwerkelijk naar het land waar ze hun procedure zouden moeten afwachten. Voor 2024 ligt het aantal verzoeken op 8.820, waarvan er tot nu toe maar 1.550 zijn gehonoreerd. Volgens de IND kunnen overdrachten door lange procedures meer dan een jaar duren.

Grote verschillen tussen EU-landen

De bereidheid van EU-landen om asielzoekers terug te nemen, verschilt sterk. Duitsland accepteert bijna de helft van de verzoeken, terwijl Italië vrijwel nooit reageert. In de afgelopen 3 jaar is er geen enkele asielzoeker vanuit Nederland naar Italië teruggestuurd, ondanks ruim 4.000 verzoeken.

Griekenland en Hongarije krijgen vanuit Nederland zelfs helemaal geen verzoeken meer. Deze landen weigeren structureel om asielzoekers terug te nemen, waardoor het aantal succesvolle overdrachten al 5 jaar op nul staat.

Bekijk ook

Nederlandse rechters blokkeren soms overdrachten

Soms voorkomen Nederlandse rechters dat een asielzoeker wordt teruggestuurd. In de afgelopen 2,5 jaar gebeurde dat bijvoorbeeld twee keer bij overdrachten naar België. Dit omdat asielzoekers daar een 'onmenselijke behandeling' te wachten zou staan.

De meeste asielzoekers die volgens de zogeheten Dublinverordening naar een ander EU-land zouden moeten vertrekken, verdwijnen uit het zicht van de autoriteiten. Ze worden als 'met onbekende bestemming vertrokken' geregistreerd, waardoor overdracht niet meer mogelijk is.

Bekijk ook

Veel asielzoekers verdwijnen in de illegaliteit

Volgens migratiedeskundige aan de Universiteit Leiden Mark Klaassen, die ook lid is van de Adviesraad Migratie, is het voor het kabinet geen prioriteit om deze groep te volgen of te dwingen te vertrekken. "Daar is nu geen effectief beleid voor", zegt hij.

"De overheid zou beter haar best moeten doen om mensen in een opvangvoorziening te houden."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant