radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Kans op sociale huurwoning groter door 'woningdelen', maar weinig huizenzoekers zien dit echt zitten

Kans op sociale huurwoning groter door 'woningdelen', maar weinig huizenzoekers zien dit echt zitten
Foto ter illustratie
Bron: ANP

Om meer woonruimte beschikbaar te maken voor alleenstaanden, zetten woningcorporaties vaker in op woningdelen. Toch zou maar een kleine groep huizenzoekers bereid zijn om met anderen samen te gaan wonen. "Simpelweg behoefte aan mijn eigen ruimte."

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 25.000 leden van het Opiniepanel. Bij woningdelen wonen meerdere huurders in een woning, zonder dat zij een gezamenlijk huishouden vormen. Huurders hebben dan een eigen slaapkamer en soms een badkamer voor henzelf en delen daarnaast gemeenschappelijke voorzieningen als een woonkamer, keuken, of tuin.

'Tussenoplossing voor starters'

Een derde (36 procent) ziet de inzet op woningdelen als een goede ontwikkeling. Volgens hen zou het vooral een goede 'tussenoplossing' zijn voor jonge starters die het ouderlijk huis willen verlaten.

Zij kunnen zich via sociale woningcorporaties op een lijst plaatsen voor een gedeelde woning, om zo sneller aan een plek te komen. Wel zeggen veel van deze panelleden erbij dat ze het belangrijk vinden dat die groep binnen een paar jaar weer kan doorstromen naar een eigen woning.

Bekijk ook

Kritiek op woonbeleid

Een grotere groep van bijna de helft (49 procent) van de panelleden is vooral negatief over woningdelen. Tegenstanders zien er geen blijvende oplossing in voor het tekort aan huizen en zijn bang dat het ten koste gaat van betaalbare woningen voor gezinnen en stellen. Ook ergeren zij zich eraan dat woningzoekers de dupe worden van tekortschietend beleid.

"Het is van de gekke dat burgers problemen op moeten lossen die de overheid gemaakt heeft", zegt een ondervraagde. "Al decennia wordt het kopen van een huis gestimuleerd, terwijl er geen balans is tussen kopen en huren."

Bereidheid om een woning te delen

'Doodongelukkig van gedachte'

Bovendien staan woningzoekenden niet bepaald te springen om een woonruimte te delen. Van de groep die op dit moment op zoek is naar een sociale huurwoning, of dat op korte termijn verwacht te doen, zou slechts 14 procent bereid zijn om een woning te delen met mensen met wie ze geen huishouden vormen.

Hoewel de bereidheid iets hoger is (27 procent) onder zoekers in de vrije sector en onder jongeren tot 35 jaar, hebben ook die groepen hun bedenkingen. "Als dertiger die al 12 jaar met huisgenoten heeft gewoond, heb ik simpelweg behoefte aan mijn eigen ruimte", laat iemand weten. "Als alleenstaande is het onmogelijk om iets te vinden, maar van de gedachte om weer op een kamer te moeten wonen, word ik doodongelukkig."

Voorwaarden om woningdelen te overwegen

Overwegen onder voorwaarden

Huurders die het delen van een woning wel zouden overwegen, stellen daar bepaalde voorwaarden aan. Een ruime meerderheid (83 procent) vindt dat de woonplek tegen een lagere prijs moet worden aangeboden dan een eigen huurwoning of appartement. Ook moet er wat hen betreft geen 'fiscaal nadeel' aan kleven, en het delen van een woning moet geen invloed hebben op bijvoorbeeld de hoogte van een uitkering.

Een even groot deel (83 procent) wil bij een gedeelde woning inspraak hebben in de selectie van personen met wie ze het huis delen. Volgens de overwegers is het 'essentieel' dat hun huisgenoten hetzelfde in het leven staan als zij. Driekwart (73 procent) zou daarom ook eigenlijk alleen maar een woning willen delen met mensen die ze al kennen.

info

Kostendelersnorm bij uitkering

Voor een aantal uitkeringen in Nederland, waaronder de bijstand en de AOW geldt een zogenoemde 'kostendelersnorm'. Dit houdt in dat als iemand samenwoont met andere volwassenen, hij of zij mogelijk een lagere uitkering ontvangt. Hoe hoger het aantal medebewoners, hoe lager de uitkering. De kostendelersnorm geldt voor medebewoners vanaf 27 jaar, ook als die niet samen een huishouden vormen. Wel zijn er uitzonderingen, bijvoorbeeld voor studenten.

Koopwoningen aanpassen?

Iets meer enthousiasme is er voor het aanpassen van koopwoningen. In sommige gemeenten kunnen huiseigenaren subsidie krijgen om hun woning geschikt te maken voor meerdere bewoners. Bijvoorbeeld door een groter huis op te splitsen in twee aparte woningen, een kamer in hun huis te verhuren of een extra woning op hun terrein te bouwen.

Ruim 4 op de 10 (44 procent) deelnemers vinden het een goede zaak dat huiseigenaren hiertoe gestimuleerd worden. Zij zien het met name als uitkomst voor oudere bewoners die kleiner zouden willen wonen, of meer hulp aan huis kunnen gebruiken. Toch is ook deze maatregel volgens tegenstanders vooral een druppel op een gloeiende plaat. "Er moeten op korte termijn veel meer woningen gebouwd worden", zegt een deelnemer.

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 2 tot en met 5 augustus 2024. Er deden 25.196 mensen mee. Daarvan zoeken 6.771 mensen momenteel naar een koopwoning en/of een (sociale) huurwoning, of verwachten dat in de komende 5 jaar te doen.

Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is
Folkert Idsinga (NSC) en Nicolien van Vroonhoven (NSC) komen aan bij het ministerie van Financiën, waar de coalitiepartijen beginnen aan de onderhandelingen over de Voorjaarsnota
Bron: ANP

Al sinds het aantreden van kabinet-Schoof kijkt politiek Den Haag met angst en beven uit naar de onderhandelingen over de Voorjaarsnota. Maar wat is deze nota precies en waarom is die zo belangrijk? "Na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment."

Het ministerie van Financiën is vanaf vandaag weer even het middelpunt van politiek Den Haag. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) en de fractievoorzitters van coalitiepartijen VVD, PVV, NSC en BBB proberen het daar de komende dagen eens te worden over de Voorjaarsnota.

Begroting van het lopende jaar

De Voorjaarsnota is het document waarin de begroting van het lopende jaar wordt aangepast. Dit gebeurt altijd in het voorjaar. Verder is de Nota ook het document waarin vooruit wordt gekeken naar toekomstige begrotingen.

Dit is elk jaar een spannend moment, maar dit jaar wordt er gesproken over miljarden euro's aan opgespaarde problemen.

Bekijk ook

Politieke 'wenslijstjes'

Daarbovenop komen ook nog de politieke 'wensenlijstjes' - van lagere huren tot extra geld voor gemeenten - die samen tot miljarden én miljarden euro's extra optellen.

En omdat het onderlinge wantrouwen in de coalitie groot is, gonst het in de Haagse wandelgangen daarom al maanden dat het kabinet wel eens hierom zou kunnen vallen.

Pittige gesprekken

"Het worden wel pittige gesprekken, verwacht ik", geeft minister Heinen toe tegenover EenVandaag. "De wensen zijn natuurlijk hoog, maar ik heb nog geen dekking gezien. En daar zit natuurlijk altijd de moeilijkheid in: hoe ga je het betalen?"

"Ik snap heel goed de wens voor extra uitgaven, maar matig want we krijgen het niet altijd uitgegeven en de inflatie is hoog, dat moeten we niet aanwakkeren", zegt de minister van Financiën.

Bekijk ook

'Lopen we op schema?'

"Het is na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment van het jaar," benadrukt Wimar Bolhuis over de Voorjaarsnota. Bolhuis is gespecialiseerd in overheidsfinanciën en als econoom verbonden aan de Universiteit Leiden.

"We hebben met Prinsjesdag een begroting voor 2025 gemaakt. Bij de Voorjaarsnota wordt gekeken: hoe gaat het eigenlijk met de uitgaven en de inkomsten? Loopt dat op schema?"

Alvast vooruitblikken

Een tussentijdse check van het huishoudboekje van de overheid dus, gecoördineerd door de minister van Financiën. Maar volgens econoom Bolhuis is het meer dan dat alleen.

"Het is ook belangrijk omdat je alvast met elkaar vaststelt welke uitgaven je wilt doen in de begroting voor de komende jaren. Dat is belangrijk. Wil je meer uitgeven aan bepaalde onderwerpen? Moet je de komende jaren problemen oplossen?"

Bekijk ook

Begrotingsregels

Al die wensen zijn gebonden aan speciale spelregels, zegt Bolhuis. "De begrotingsregels stellen bijvoorbeeld dat je niet zomaar extra uitgaven mag doen als minister. Daar moet goedkeuring voor zijn. En als je dat wil doen, zou je bijvoorbeeld extra moeten bezuinigen."

Een andere regel waar alle partijen zich aan moeten houden: "Daarnaast is er de regel dat als je meevallers hebt op je begroting, dat je die niet zomaar opnieuw mag uitgeven. Die moeten terug naar het ministerie van Financiën. Zo komt er weer ruimte voor andere ministeries om geld uit te geven."

Politieke wensen

En extra geld willen alle coalitiepartijen maar al te graag uitgeven. Zo gek is dat volgens Bolhuis niet, want zo halverwege het jaar ontstaan er allemaal nieuwe politieke wensen. Denk aan extra geld om de energierekening naar beneden te brengen, de huren en benzineprijzen te verlagen of de kinderopvang goedkoper te maken.

Maar ook de situatie in Oekraïne en de opstelling van de Amerikaanse president Donald Trump dwingen tot extra investeringen in defensie.

Bekijk ook

Nog meer geld nodig

Daarnaast heeft het kabinet ook nog geld nodig om de BTW op cultuur, media en sport te verlagen. Er is verder ook geld nodig om het stroomnet te verzwaren, de problemen met de vermogensbelasting zijn nog altijd niet opgelost, en er is ook extra geld nodig om de WIA-uitkeringen te compenseren.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over extra geld voor de stikstofproblemen en om de jeugdzorg in gemeenten te verbeteren.

Bekijk ook

Staatsschuld

PVV en BBB zien de oplossing voor deze problemen in de lage staatsschuld die Nederland heeft. Daardoor zouden we makkelijk miljarden euro's kunnen lenen om al die wensen te betalen. "Nederland heeft een relatief lage staatsschuld, ongeveer 45 procent van het bruto binnenlands product. Dat is internationaal gezien laag," erkent Bolhuis.

De vraag is alleen of het verstandig is de staatsschuld op te laten lopen. "Je zou deze kunnen laten oplopen, maar de belangrijkste vraag is natuurlijk wat ga je met dat geleende geld doen? Ga je met dat geld dan investeringen doen die zich ook terugbetalen?"

Nieuwe planning

De conclusie volgens Bolhuis? "Het is een schaarstediscussie. Je moet kiezen. Dus dat wordt voor het kabinet wel een lastige keuze. Want er zijn gewoon vier partijen met verschillende belangen," zegt Bolhuis.

"Maar uiteindelijk is het de minister van Financiën en de minister-president om een keuze te maken en de nieuwe plannen voor 1 juni naar de Tweede Kamer te sturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet
Bord van de IND, beeld ter illustratie
Bron: ANP

Slechts één op de vijf asielzoekers in Nederland die volgens de regels naar een ander EU-land moeten terugkeren, wordt daadwerkelijk overgedragen. Dat blijkt uit cijfers die EenVandaag heeft opgevraagd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

In 2023 werden 11.440 zogenoemde overdrachtsverzoeken ingediend. Maar slechts 2.420 asielzoekers vertrokken daadwerkelijk naar het land waar ze hun procedure zouden moeten afwachten. Voor 2024 ligt het aantal verzoeken op 8.820, waarvan er tot nu toe maar 1.550 zijn gehonoreerd. Volgens de IND kunnen overdrachten door lange procedures meer dan een jaar duren.

Grote verschillen tussen EU-landen

De bereidheid van EU-landen om asielzoekers terug te nemen, verschilt sterk. Duitsland accepteert bijna de helft van de verzoeken, terwijl Italië vrijwel nooit reageert. In de afgelopen 3 jaar is er geen enkele asielzoeker vanuit Nederland naar Italië teruggestuurd, ondanks ruim 4.000 verzoeken.

Griekenland en Hongarije krijgen vanuit Nederland zelfs helemaal geen verzoeken meer. Deze landen weigeren structureel om asielzoekers terug te nemen, waardoor het aantal succesvolle overdrachten al 5 jaar op nul staat.

Bekijk ook

Nederlandse rechters blokkeren soms overdrachten

Soms voorkomen Nederlandse rechters dat een asielzoeker wordt teruggestuurd. In de afgelopen 2,5 jaar gebeurde dat bijvoorbeeld twee keer bij overdrachten naar België. Dit omdat asielzoekers daar een 'onmenselijke behandeling' te wachten zou staan.

De meeste asielzoekers die volgens de zogeheten Dublinverordening naar een ander EU-land zouden moeten vertrekken, verdwijnen uit het zicht van de autoriteiten. Ze worden als 'met onbekende bestemming vertrokken' geregistreerd, waardoor overdracht niet meer mogelijk is.

Bekijk ook

Veel asielzoekers verdwijnen in de illegaliteit

Volgens migratiedeskundige aan de Universiteit Leiden Mark Klaassen, die ook lid is van de Adviesraad Migratie, is het voor het kabinet geen prioriteit om deze groep te volgen of te dwingen te vertrekken. "Daar is nu geen effectief beleid voor", zegt hij.

"De overheid zou beter haar best moeten doen om mensen in een opvangvoorziening te houden."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant