radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Draagvlak voor wolf in Nederland neemt af, afschieten mag van meesten alleen bij ernstige incidenten

Draagvlak voor wolf in Nederland neemt af, afschieten mag van meesten alleen bij ernstige incidenten
Een wolf op de Veluwe.
Bron: ANP

Toen de wolf zich in 2019 na 150 jaar weer in Nederland vestigde, vond een meerderheid dat nog positief. 5 jaar later zijn panelleden verdeeld over de vraag of er een plek is voor het roofdier in de Nederlandse natuur.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 13.000 leden van het Opiniepanel. Na twee incidenten in korte tijd riep de provincie Utrecht inwoners op om de Utrechtse Heuvelrug niet te bezoeken met kleine kinderen. Hoewel een afschotvergunning niet zomaar verkregen kan worden, vindt een meerderheid dat wel geoorloofd bij ernstige incidenten.

Meer verdeeldheid over wolf

Waar in 2019 nog ruim de helft (58 procent) positief was over de terugkeer van de wolf, is dat nu nog 41 procent. Veel van hen vinden nog steeds dat de wolf hier van nature thuishoort, maar plaatsen daar wel een kanttekening bij: "Nederland is wel veranderd, het is veel voller dan vroeger. Beheer is een absolute must, anders loopt het uit de hand."

De groep die negatief is over de aanwezigheid van de wolf nam flink toe: van 19 naar 45 procent. Zij zien de aanvallen op kuddes schapen en de recente confrontatie waarbij een kind gebeten werd als bewijs dat er geen plek is voor de wolf. "Mooi dier, maar niet in een overbevolkt land als Nederland. Het arme beest kan geen kant op en zal steeds gevaarlijker worden", vreest een panellid.

Bekijk ook

'Niet zomaar afschieten'

Ook de provincie Utrecht ziet maatregelen tegen de wolf als noodzakelijk en onderzoekt de mogelijkheden tot een afschotvergunning. Omdat het om een beschermde diersoort gaat, mag de wolf niet zomaar worden verjaagd of gedood.

Voor de meeste panelleden, 54 procent, is een aanvaring met kinderen niet genoeg reden om tot afschieten over te gaan. Wanneer het gaat om het doden van schapen van een boer, of een aanval op een persoon met lichte verwondingen, zijn mensen verdeeld. Pas bij ernstige verwondingen of wanneer er zoveel wolven zijn dat andere diersoorten bedreigd raken, is afschieten voor een meerderheid geoorloofd.

Wanneer is het wel of niet acceptabel om wolf af te schieten?

'Eerst andere opties bekijken'

Veel panelleden geven aan het belangrijk te vinden dat er eerst gekeken wordt naar andere opties, waarbij ze het chippen van wolven of vangen en uitzetten in andere natuurgebieden als opties noemen. Ook willen ze dat er gekeken wordt naar de situatie: of de wolf 'atypisch gedrag' vertoonde en er geen sprake was van 'provocatie van de mens'.

Het afschieten geldt voor hen als 'laatste redmiddel', wanneer er geen andere oplossing mogelijk is. "Ik kan me omstandigheden voorstellen waarin alle maatregelen genomen zijn en er nog steeds gevaar is. Bij aantoonbaar agressieve wolven mag het", vindt een panellid.

info

Over het onderzoek

Het onderzoek is gehouden op 2 augustus 2024. Er deden 13.250 mensen mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Schieten in geval van nood

"Beide kinderen zijn er met de schrik vanaf gekomen, maar met het derde kind kan het ook fout aflopen", zegt Harold Zoet, gedeputeerde bij de Provincie Gelderland. Hij maakt zich zorgen over het stijgende aantal wolven in Nederland. "Er zijn nu ruim 100 wolven in Nederland. We zouden volgens onderzoek ruimte hebben voor 450 wolven. Ik kan me in mijn grootste nachtmerrie niet voorstellen dat dat hier ooit zou kunnen gaan gebeuren."

"De recente incidenten moeten we niet willen in Nederland", gaat hij verder. Daarom wil de Provincie Gelderland zich beroepen op de gemeentewet. Als een wolf afwijkend gedrag vertoont, wil de provincie handelingsbevoegdheid krijgen om de wolf af te laten schieten. "Als er zich een calamiteit voordoet in Gelderland, zal ik samen met deskundigen en burgemeesters onze verantwoordelijkheid nemen om te zorgen dat de mensen in onze provincie veilig zijn. We zien dat er ruimte in de wetgeving ligt om in te kunnen grijpen."

Geen sprake van noodsituatie

Erwin Vermeulen van Animal Rights vindt dat je een bedreigde diersoort niet zomaar af kunt schieten met een beroep op de gemeentewet. "Wanneer een wolf afwijkend gedrag vertoont, kun je niet spreken van een noodsituatie en je beroepen op de gemeentewet. Bij een noodsituatie heb je geen tijd voor onderzoek aan de hand van ooggetuigenverslagen. Er is ook geen tijd om een vergunning aan te vragen om het dier af te laten schieten. In een noodsituatie moet een burgemeester meteen ingrijpen."

Dat is de afgelopen keren niet het geval geweest, zegt Vermeulen. "Het bijten in een zij of het omduwen van een kind zijn verdedigende acties. Die zijn niet bedoeld om te doden, maar om bijvoorbeeld hun welpen of territorium te verdedigen. Wanneer een wolf een mens als prooi zou zien, zal hij altijd bij de keel aanvallen."

Bekijk ook

Geen paniek

Vermeulen benadrukt dat we vooral niet in paniek moeten raken. De wolf is namelijk banger voor ons dan wij voor hem, legt hij uit: "Omdat de wolf en de mens al heel lang naast elkaar leven, hebben ze geleerd ons te vrezen. Wij lopen namelijk op twee achterpoten. Dat schrikt af, omdat ze omhoog moeten kijken. Ook hebben mensen hun ogen aan de voorkant, in plaats van aan de zijkant, wat bij prooidieren het geval is. Daardoor ziet de wolf ons als roofdier, niet als prooidier. Pas als mensen of dieren op de vlucht slaan, zien wolven hen als prooi."

Vermeulen begrijpt wel dat de discussie zo gepolariseerd is geraakt. "Toen de wolf naar Nederland kwam, is de overheid tekortgeschoten in het verstrekken van de juiste informatie, waardoor er veel ruimte was voor desinformatie. En dan krijg je natuurlijk, zeker in een tijd met sociale media, dat er heel polariserend gereageerd wordt en mensen niet van hun standpunt willen afwijken."

Wolf minder gewenst in Nederland, maar afschieten wil een meerderheid alleen bij ernstige incidenten.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen

Chirurgen in vier kinderhartcentra voeren te weinig operaties uit, waardoor centra niet aan de norm voldoen
Oud-minister Ernst Kuipers en chirurgen aan het werk
Bron: EenVandaag

De vier ziekenhuizen die complexe hartoperaties bij pasgeboren baby's uitvoeren, doen dat te weinig. Dat blijkt uit nieuwe cijfers. Kinderhartchirurgen maken dus te weinig vlieguren. Oud-minister Ernst Kuipers: "We gaan tekort schieten in kwaliteit."

Uit nieuwe cijfers van de de Wetenschappelijke Vereniging voor cardio-thoracaal chirurgen (NVT) blijkt dat het Erasmus MC in Rotterdam in 2023 38 ingrepen bij pasgeboren baby's deed. Het LUMC in Leiden 51, het UMC Groningen 20 en UMC Utrecht 39. Terwijl de zogenoemde 'volumenorm' (hoeveel operaties een ziekenhuis moet uitvoeren per jaar) voor deze operaties op 60 per centrum ligt.

'Geen enkel centrum haalt de norm'

Dit schreven de kinderhartchirurgen in 2021 zelf in een rapport: 'In de volumecriteria is bekend dat uitkomsten bij kinderen die binnen 30 dagen na hun geboorte geopereerd worden, verbeteren als het centrum er meer dan 60 per jaar doet.'

Later ontstond er discussie over die 60 operaties en bepleitte de beroepsgroep dat die norm ook wel naar 40 kon. Maar toenmalig minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) hielden vast aan 60. "Geen enkel centrum haalt de norm. Dat betekent dat we tekort gaan schieten", zegt Kuipers over de laatste cijfers.

Verantwoordelijkheid op je schouders

Ook zorgeconoom Marco Varkevisser van de Erasmus Universiteit Rotterdam reageert fel op de cijfers: "Als je als medische beroepsvereniging tot volumecriteria komt, dan rust er ook een verantwoordelijkheid op je schouders om te zorgen dat je aan die criteria voldoet", vindt hij.

"Niet alleen voor de medisch professionals is dat een verantwoordelijkheid, maar ook voor de ziekenhuisbestuurders en voor de zorgverzekeraars die uiteindelijk die zorg gaan inkopen."

Bekijk ook

Concentratie goed idee

In 2021 nam het kabinet het besluit om de kinderhartchirurgie te concentreren naar twee ziekenhuizen: het Erasmus MC in Rotterdam en het UMC Utrecht. Door op minder plekken te opereren, zou de kwaliteit van de zorg omhoog gaan, was de gedachte. Een meer dan logische gedachte, volgens Ernst Kuipers, die voor zijn ministerschap bestuursvoorzitter was van het Erasmus MC.

"Je weet zeker dat als je dit concentreert en de volumes per centrum omhoog brengt, dat de kwaliteit ook verbetert. Dat is keer op keer bewezen. Niet alleen in de kinderhartzorg, maar in de volle breedte in de zorg."

Strijd tussen ziekenhuizen

Maar ondanks dat eigenlijk iedereen het erover eens was dat concentratie goed zou zijn voor de zorg voor jonge patiënten met een aangeboren hartafwijking, barstte de strijd los. Artsen en bestuurders gingen pal achter hun eigen centrum staan. Ouders van patiëntjes voerden actie en de verhoudingen tussen de ziekenhuizen raakten ernstig verstoord.

"Er werd echt met modder gegooid", zegt zorgeconoom Varkevisser, die stelt dat de kwaliteit in de ziekenhuizen nog steeds hoog is. "Het gaat om een handvol chirurgen die dit soort ingewikkelde operaties met hun ziel en zaligheid doen. Ze zijn daar hun hele carrière al mee bezig. Het zijn allemaal zeer toegewijde medisch professionals. Als jouw ziekenhuis dat kwijtraakt, dan voelt het voor een aantal mensen ook alsof ze hun levenswerk uit hun handen zien wegvloeien."

info

Geen reacties van ziekenhuizen en patiëntenorganisaties

Voor dit onderzoek heeft EenVandaag veel mensen op achtergrondbasis gesproken. Geen van de bestuurders van de universitaire ziekenhuizen wilden op camera reageren. Ook de patiëntenorganisaties wilden dat niet.

Streep door de plannen

Ondertussen gebeurde er nog van alles. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kwam met een uiterst kritisch rapport, waarna Ernst Kuipers ook nog eens een ziekenhuis inwisselde: Groningen werd aangewezen als ziekenhuis om de kinderhartchirurgie te behouden, in plaats van Utrecht.

In januari 2024 zette de rechter een streep door de concentratieplannen. Kuipers en zijn voorganger Hugo de Jonge hadden weliswaar het recht zo'n concentratie op te leggen, maar onderbouwden die onvoldoende, vond de rechter.

Veel fouten gemaakt

Varkevisser vindt dat er veel fouten zijn gemaakt in het proces. "In mijn ogen is een belangrijke, misschien wel de belangrijkste, les dat aan de Kamerbrief, waarin de concentratie werd aangekondigd, een veel grondiger analyse ten grondslag had moeten liggen. Die had openbaar moeten zijn."

Want dan had de discussie over de feiten kunnen gaan, zegt Varkevisser. "Nu is er een te lange periode geweest tussen de beslissing en het hele traject, waarbij sentimenten en emoties de bovenhand hebben kunnen kunnen krijgen. En dat heeft het proces van meet af aan in de wielen gereden en ervoor gezorgd dat het ook ontspoord is."

Bekijk ook

'Gemiste kans'

Ernst Kuipers noemt het niet doorgaan van concentratie in de kinderhartchirurgie 'een gemiste kans'. "Ouders en patiënten weten gewoon dat het beter kan. En dit dossier loopt al 30 jaar. De eerste rapportage van de Gezondheidsraad destijds dateert uit 1993 met een heel helder advies: je moet concentreren en het aantal operaties en hartkatheterisaties naar minder centra brengen."

Ook na die tijd verscheen rapport op rapport met telkens dezelfde conclusie, vertelt Kuipers. "Voor veel mensen is dit echt een hoofdpijndossier."

'Nieuwe kleren van de keizer'

Maar is er dan helemaal niets gebeurd, sinds de uitspraak van de rechter? Jawel, er is een samenwerkinsgverband opgestart tussen de UMC's van Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam.

Daarnaast is er een samenwerking tussen Rotterdam en het Radboudumc in Nijmegen. Kuipers is absoluut niet onder de indruk en noemt het 'de nieuwe kleren van de keizer'. "Ik vind het een beetje triest om te constateren, maar dat is feitelijk wat we in het verleden ook deden."

Bekijk ook

'Wat als er een complicatie ontstaat?'

Groningen, Utrecht, Leiden en Amsterdam zijn van plan om straks de artsen te laten reizen in plaats van de patiënten. Iets wat eerder nog werd bekritiseerd door de kinderhartchirurgen zelf, zegt Kuipers, die dat zelf ook een slecht idee vindt.

"Wat gebeurt er straks als er een complicatie ontstaat, terwijl dat team dan al weer is teruggereisd?"

'Terug bij af'

Varkevisser wacht de definitieve plannen van de ziekenhuizen af en vindt dat we op dit moment 'terug bij af' zijn: "Je kunt constateren dat we na drie, vier jaar heel veel ruzie, waarbij heel veel verhoudingen op scherp zijn komen te staan, uiteindelijk niet veel zijn opgeschoten. Waar we destijds mee begonnen in 2021 is eigenlijk de situatie waar we nu weer staan."

Kuipers is dat met de zorgeconoom eens: "De situatie is onveranderd met het oude. En je kunt straks al die oude rapporten met aanbevelingen om te concentreren er weer bij pakken, want die gelden nog steeds."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant