Fabrikant Stint: 'Beslissing minister fataal voor mijn bedrijf'

Heeft minister van Nieuwenhuizen fouten gemaakt met haar besluit om de Stint van de weg te halen? Uit een reconstructie van RTL Nieuws blijkt dat het ministerie nauwelijks toezicht hield op de elektrische bakfiets. In de Tweede Kamer zijn grote twijfels ontstaan of de minister het parlement wel juist heeft geïnformeerd.

Hoogleraar staatsrecht Wim Voermans ziet het steeds vaker gebeuren: "Het is een cultuur geworden om informatie niet meer te delen. De overheid lijkt defensiever te zijn geworden. Dat is een slechte trend."

De beslissing van de minister betekende in ieder geval het einde van de elektrische bakfiets. Vandaag vroeg de fabrikant van de Stints faillissement aan bij de rechtbank. "De beslissing van de minister is fataal geweest voor het bedrijf, niet het tragische ongeluk", zegt Edwin Renzen, eigenaar van Stint Urban Mobility.

Tragisch ongeval

Het besluit om de Stints van de weg te halen, kwam een week na het fatale ongeluk in Oss op 20 september. Bij de botsing tussen de elektrische bakfiets en een trein in Oss kwamen vier jonge kinderen om het leven. Ook raakten de begeleidster en een ander kind zwaargewond. 

Ondernemer Edwin Renzen kan nog altijd niet geloven dat het ongeluk ook uiteindelijk het einde heeft beteken voor zijn bedrijf. "Je verwacht niet dat als er een ongeluk gebeurt met een voertuig waar meer dan twintig miljoen kilometers mee gereden is, wat hartstikke goede verzekeringscijfers heeft, waar heel veel partijen mee werken dat er dan wordt gezegd: oh, dan moet alles van de weg. En waarom? Omdat er een paar aanwijzingen zijn, die eigenlijk geen aanwijzingen zijn? Nee, dat zag ik echt op geen enkele manier aankomen", vertelt Renzen. 

Oneens met besluit

Na een verkennend onderzoek door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) besloot minister Van Nieuwenhuizen om de Stints per 2 oktober - uit voorzorg - te verbieden op de openbare weg. Renzen is het nog altijd niet eens met dat besluit en vindt dat het bedrijf geen eerlijke kans heeft gekregen. "De Stint is niet onveilig. Er is nog altijd geen onderzoek dat dit heeft kunnen aantonen."

Minister Cora van Nieuwenhuizen nam haar besluit op basis van voorlopig onderzoek van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), politie en het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) naar de veiligheid van de elektrisch aangedreven kar. In 2012 werd de Stint officieel toegelaten op de weg, tot het besluit van de minister reden er 3500 stuks van rond door het hele land. 

Het lijkt alsof er selectief dingen wel en niet aan de Tweede Kamer gemeld om er voor te zorgen dat de minister een goed verhaal heeft

Wim Voermans is hoogleraar staatsrecht aan de Universiteit Leiden en volgt met verbazing de gang van zaken die zich op het ministerie van Infrastructuur en Transport lijkt af te spelen. "Je ziet dat er een rommelige en defensieve strategie wordt gevoerd. De ambtenaren van het departement gaan uit bescherming om de minister heen staan. De toezichthouder wordt nerveus. Het lijkt alsof er selectief dingen wel en niet aan de Tweede Kamer gemeld om er voor te zorgen dat de minister een goed verhaal heeft."

'Element van wantrouwen'

Volgens Voermans is er sprake van een trend waarbij ministers en de departementen zeer strategisch met informatievoorziening lijken om te gaan. “Dat is een boemerang en daar gaat de minister last van krijgen. We hebben een reeks van incidenten waarbij de overheid in zijn schulp kruipt, dat doet slechte dingen in het vertrouwen dat wij hebben in die ministers en ook in hoe die ministers omgaan met de Tweede Kamer. Er sluipt een element van wantrouwen in en dat kan nooit de bedoeling zijn.”

Donderdag gaat de minister in debat met de Tweede Kamer over de kwestie.