radio LIVE tv LIVE
meer NPO start
EenVandaag Opiniepanel

Omtzigt voor kiezers minder acceptabel als minister-president geworden, omdat hij twijfelt over premierschap

Omtzigt voor kiezers minder acceptabel als minister-president geworden, omdat hij twijfelt over premierschap
Pieter Omtzigt tijdens de eerste ledendag van zijn partij NSC, eerder deze maand
Bron: ANP

Zijn eigen kiezers maalden er niet om, maar de onduidelijkheid over of Pieter Omtzigt premier wil worden ligt bij andere stemmers niet goed. Minder dan de helft vindt hem nu nog acceptabel als premier. Geert Wilders doet het juist iets beter dan eerder.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 30.000 leden van het Opiniepanel. Geen enkele leider van de grootste partijen kan nu op steun van een meerderheid van de kiezers rekenen. Waar Omtzigt (NSC) eerder nog boven de rest uitstak, doet hij het nu even goed als VVD-leider Dilan Yeşilgöz. PVV-voorman Wilders is nu bijna even acceptabel als Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA).

Pieter Omtzigt keldert

Ondanks grote druk van media en andere politici wilde Omtzigt lang niet zeggen of hij na de verkiezingen premier wil worden, mocht zijn partij als grootste uit de stembus komen. Uiteindelijk liet hij vorige week weten een voorkeur te hebben voor het fractievoorzitterschap in de Tweede Kamer, maar hij sloot een premierschap niet definitief uit.

Die aanhoudende vraagtekens hebben een weerslag op hoe mensen naar Omtzigt als premier kijken. In oktober vond 58 procent hem nog acceptabel in die functie. Hij deed het daarmee beter dan de rest en was de enige lijsttrekker die de steun kreeg van de meerderheid. Inmiddels is dat gezakt naar iets minder dan de helft (45 procent), een even grote groep (43 procent) vindt de NSC-leider onacceptabel als premier.

Zo acceptabel vinden mensen de leiders van de grootste partijen in de peiling als premier.

'Hij is een twijfelaar'

Veel mensen zeggen dat ze van mening zijn veranderd door de twijfelende houding van de politicus. "Ik was ook gecharmeerd van Pieter Omtzigt", zegt een kiezer die nu zegt op GroenLinks-PvdA te gaan stemmen. "Maar ik haak af. Ik wil niet geregeerd worden door een twijfelaar."

Anderen zijn het daarmee eens. Ze vinden dat Omtzigt door zijn gedrag te onvoorspelbaar is en geen leiderschap uitstraalt. "De leider van dit land moet juist daadkracht tonen en beslissingen nemen", zegt een ander panellid daarover.

'Zichzelf buitenspel gezet'

Door te zeggen dat het zijn voorkeur heeft om in de Tweede Kamer te blijven, heeft hij zichzelf volgens sommige deelnemers bovendien buitenspel gezet. "Dit lijkt me geen goed uitgangspunt voor een baan waarvoor 100 procent inzet is vereist", legt een deelnemer uit.

Als Omtzigt na de verkiezingen alsnog zelf premier zou worden, hebben mensen het gevoel dat zijn inzet minder serieus zal worden genomen en dat hem de hele kabinetsperiode zal worden nagedragen dat hij de baan zelf liever niet wilde.

Bekijk ook

NSC stabiel in zetelpeiling

Dat Omtzigt aangeeft het liefst Tweede Kamerlid te willen blijven, vinden zijn eigen kiezers geen probleem. In de nieuwste zetelpeiling van EenVandaag en Ipsos blijft NSC stabiel op 26 zetels. De nieuwe partij staat sinds de oprichting eind augustus tussen de 25 en 27 zetels in de zetelpeiling.

Tegelijk zien NSC-kiezers, en de meeste mensen die BBB, JA21 of SGP willen stemmen, in Omtzigt nog wel een geschikte premier. Ze vinden hem kundig, zijn het eens met zijn standpunten en denken dat hij het vertrouwen in de politiek kan herstellen.

Coalitie over rechts

Eerder vonden ook de meeste stemmers op de linkerflank, van bijvoorbeeld GroenLinks-PvdA, de SP en de Partij voor de Dieren, Omtzigt acceptabel als minister-president. Inmiddels is dat anders: een deel van hen vindt Omtzigt naast te twijfelend, ook 'te rechts' en 'te conservatief' om premier van Nederland te zijn.

Zij zijn afgeknapt door het idee dat Omtzigt het liefst een kabinet wil vormen met partijen als BBB, en eventueel JA21 en de SGP. Hoewel de NSC-leider later zelf aangaf dat zijn uitspraken verkeerd werden geïnterpreteerd, is het beeld blijven hangen dat hij graag een coalitie 'over rechts' wil. De linkse kiezers willen dat juist niet.

Bekijk ook

Dilan Yeşilgöz en de VVD

Door de daling van de populariteit van Omtzigt als premier is hij op gelijke hoogte gekomen met Yeşilgöz. 45 procent zou het acceptabel vinden als de VVD-leider de opvolger van haar partijgenoot Mark Rutte wordt. Dat is ongeveer net zoveel als de afgelopen maanden.

Mensen vinden haar deskundig en noemen haar verdiensten als minister. Ook haar geslacht speelt voor sommigen een rol. De weerstand tegen Yeşilgöz zit bij haar niet alleen in de persoon, maar grotendeels ook bij haar partij. "Het is tijd voor iets anders. De VVD heeft het lang genoeg gedaan", verwoordt een deelnemer een breder gedragen gevoel.

Geert Wilders klimt

De populariteit van Wilders als premier is juist licht gestegen. De PVV-leider wil meeregeren en zegt daarvoor bereid te zijn zich gematigder op te stellen. 3 op de 10 kiezers (29 procent) vinden hem nu acceptabel als minister-president, vorige maand was dat nog een kwart (24 procent). Nog altijd krijgt hij bijna alleen steun van kiezers op de rechterflank.

Nu hun eigen partij het in de peilingen slechter doet, zijn vooral BBB-stemmers positiever over Wilders gaan denken. De meeste NSC-stemmers vinden Wilders juist onacceptabel. Ze zien een coalitie met de PVV zitten, maar Wilders als premier is voor hen een brug te ver.

Weerstand bij Frans Timmermans

Wilders doet het nu bijna net zo goed als GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans (34 procent). De linkse partij hoort bij de grotere partijen in de zetelpeiling, maar vooral bij rechtse kiezers roept Timmermans, vooral door zijn standpunten over immigratie en klimaat, nog altijd veel weerstand op.

Anderen vinden hem juist geschikt. Zijn internationale ervaring wordt daarbij veel genoemd. "Timmermans heeft als internationaal politicus veel ervaring en kan daarom goed internationaal optreden in de huidige wereldproblematiek", zegt een linkse kiezer daarover.

Bekijk ook

Niet per se van grootste partij

Meestal levert de grootste partij in de Tweede Kamer de premier, maar dat hoeft niet. De meest recente voorbeelden komen uit 1977 en 1982. Toen belandde de grootste partij, de PvdA, uiteindelijk niet in de coalitie. In plaats van PvdA-lijsttrekker Joop den Uyl werden toen CDA'ers Dries van Agt (1977) en Ruud Lubbers (1982) premier.

Tweederde (64 procent) vindt het goed dat de grootste partij in Nederland niet per se de minister-president hoeft te leveren. "Kwaliteit is belangrijker dan zetelaantal", is daarvoor een veelgenoemde reden.

Kwaliteit van premierskandidaat

Veel mensen wijzen daarbij op NSC, een partij die pas 3 maanden bestaat. Ze vrezen dat het ten koste kan gaan van de kwaliteit als een nieuwe partij gedwongen wordt om binnen de eigen gelederen met een geschikte premierskandidaat te komen.

De meeste NSC-stemmers vinden dan ook dat niet moet worden vastgelegd dat de grootste partij altijd de minister-president levert. Ook GroenLinks-PvdA-stemmers vinden dat. Zij hebben daar een andere reden voor: veel van hen hopen dat Timmermans met zijn internationale ervaring premier kan worden, ook als de partij niet de grootste wordt. VVD-stemmers zijn verdeeld over de kwestie.

Bekijk ook

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is uitgevoerd op 14 en 15 november 2023. Aan het onderzoek deden 31.195 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. De uitkomsten zijn gewogen en representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Het Opiniepanel bestaat uit ruim 80.000 leden.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'
Tata Steel in IJmuiden stoot veel vervuilende stoffen uit
Bron: ANP

Door alle problemen met stikstof zou je denken dat de luchtkwaliteit in Nederland er slecht voor staat. Maar de lucht in Nederland wordt steeds schoner. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving. "Maar we kunnen nog niet achterover leunen."

"Er ligt een deken van luchtvervuiling over Europa, en die wordt veroorzaakt door verschillende chemische stoffen die worden uitgestoten", licht Marko Hekkert, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toe. Het inademen van die stoffen is schadelijk voor onze gezondheid.

Europese afspraken

Stoffen als zwaveldioxide, stikstofoxide, ammoniak en fijnstof zijn een stuk minder aanwezig in de lucht dan jaren geleden, zo concludeert het PBL, dat de luchtkwaliteit samen met het RIVM onderzocht.

Dat komt doordat Europa eerder afspraken heeft gemaakt om die uitstoot te verminderen en de lucht weer schoner te krijgen. Auto's, schepen en stallen moesten minder vervuilend worden gemaakt. Afspraken met de industrie spelen een belangrijke rol. "Ze hebben nieuwe technieken ontwikkeld en geïmplementeerd, en dat heeft gewerkt. De auto's die we nu kopen zijn een stuk schoner dan 20 jaar geleden", zegt Hekkert.

Bekijk ook

Emissiedoelen in zicht

Onze lucht is nu dus een stuk schoner dan decennia geleden. En wordt ook nog schoner, zo is de verwachting. Bijvoorbeeld doordat we meer elektrisch gaan rijden. Het PBL denkt dat de kans groot is dat we de Europese emissiedoelen in 2030 gaan halen.

Waar vroeger bijvoorbeeld zwavel een groot probleem was, speelt die stof nu nauwelijks nog een rol, merkt Hekkert op. "Dat leidde tot zure regen, waardoor bossen doodgingen. Maar nu hebben we het niet eens meer genoemd in onze presentatie."

Schonere kachels

Fijnstof is nog wel een punt van aandacht. Daar is volgens het PBL wel een daling te zien, maar veel minder scherp dan bij andere stoffen. "Van fijnstof worden mensen echt ziek, maar we hebben er ook zelf veel invloed op", zegt Hekkert.

Het gebruik van houtkachels stoot bijvoorbeeld veel fijnstof uit. Wie iets aan zijn vervuiling wil doen kan een schonere kachel aanschaffen.

Bekijk ook

Levensverwachting 8 maanden korter

Voor onze gezondheid en kwaliteit van leven is de luchtkwaliteit van groot belang. De levensverwachting in Nederland wordt door de luchtvervuiling gemiddeld 8 maanden ingekort. Als deze verbetering zich doorzet, kan dit teruglopen tot 4 maanden.

"Dat klinkt misschien niet als een groot verschuil, maar het is een gemiddelde voor heel Nederland. Veel mensen overlijden hier gewoon jaren eerder door."

Landbouwsector blijft vervuilen

Maar ondanks een forse daling van de ammoniakuitstoot, liggen de landelijke doelen voor stikstofdepositie op de natuur nog ver buiten bereik. "De landbouw is de sector die nog relatief veel blijft uitstoten", zegt Hekkert.

Als het gaat om de gezondheid van de mens gaat het nu een stuk beter, maar de natuur heeft het nog zwaar. Daar zal dan ook nog hard aan gewerkt moeten worden om aan de normen te voldoen. "We kunnen nog niet achterover leunen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'
Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel (VVD)
Bron: ANP

Nog geen 1 op de 3 Nederlanders heeft een noodpakket thuis, blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel. Veel te weinig, zegt minister David van Weel. "Dat moet naar 100 procent. Iedereen moet zichzelf 72 uur kunnen redden."

Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel vindt dat elke Nederlander zich 72 uur moet kunnen redden in geval van een crisissituatie. "Denk aan communicatie, voor als er geen mobiel netwerk is. Denk aan voedsel en drinkwater, als er geen supermarkten open zijn. Al dit soort zaken, die moet je 72 uur kunnen volhouden bij een crisis."

Van 48 naar 72 uur

Eerder was het advies om 48 uur zelfredzaam te zijn, maar dat is dus nu verhoogd met een extra dag. "Sinds de Koude Oorlog hebben we hier eigenlijk weinig aandacht aan besteed", vertelt de minister over het aanpassen van dit advies.

"Maar na Europees onderzoek waarin de 72 uur zelfredzaamheid wordt geadviseerd, hebben we besloten dat over te nemen", legt hij uit.

Bekijk ook

'Het is een kleine moeite'

Van Weel geeft als voorbeeld een crisissituatie waarin deze voorbereiding nodig is: "Ik hoop niet dat we te maken krijgen met een conflict morgen. Maar we kunnen wel te maken krijgen met rampen, met energie-uitval."

"De kans is misschien niet heel erg groot. Maar op het moment dat het zich voordoet, dan is het een hele kleine moeite om zo'n pakket aan te schaffen en heb je er veel plezier van", zegt hij.

Niet bij de buren aankloppen

28 procent van de leden van het EenVandaag Opiniepanel heeft nu een noodpakket in huis, en dat is volgens de minister te weinig. "Want iedereen die geen noodpakket heeft en wel te maken krijgt met zo'n situatie, die gaat aankloppen bij de buren."

En dat heeft gevolgen. "Als dat nu betekent dat maar een in de vier buren zo'n noodpakket heeft, dan kun je je voorstellen dat de 72 uur heel snel naar beneden gaat als je spullen moet delen met anderen. Dus als iedereen voor zichzelf zorgt, zorgen we ook voor elkaar. Daarom moet die 28 procent omhoog naar de 100 procent."

Bekijk ook

Burgers en overheid samen verantwoordelijk

Nu burgers langer voor zichzelf moeten zorgen, betekent dit dan dat de overheid zich terugtrekt? Van Weel begrijpt het sentiment, maar benadrukt dat ook de overheid aan de slag gaat. "Ik leg niet alles neer bij de burger. Het geldt ook voor lokale overheden, het geldt voor bedrijven."

"We roepen ook gemeenten op: ga je verzamelpunten inrichten, hoe je zorg je voor kwetsbare bewoners. Moet je misschien noodvoorzieningen opslaan op bepaalde locaties?", gaat hij verder. "Dus al die trajecten gaan we ook doen."

500 euro contant geld

Naast een noodpakket adviseert Van Weel burgers ook om contant geld in huis te hebben in het geval van een ramp of crisis. Banken en maatschappelijke organisaties overleggen al maanden over hoeveel cash geld mensen moeten aanhouden.

De minister doet een voorstel: "laat ik een voorschot geven. Ik denk dat met 500 euro in cash u echt ruim voldoende heeft om tijdens die 72 uur aan te schaffen wat u echt nodig heeft", zegt Van Weel tot slot.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant