Een paar dagen nadat de eerste prikken zijn gezet, is de vaccinatiebereidheid in Nederland hoog. Driekwart (76 procent) wil zich laten inenten. Een op de zes (16 procent) wil dat (waarschijnlijk) niet. En 8 procent twijfelt nog.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 25.000 mensen. De twijfelaars maken zich vooral zorgen over de veiligheid van het vaccin (44 procent), in het bijzonder over de bijwerkingen op de lange termijn (46 procent). Ze wachten liever tot anderen massaal gevaccineerd zijn en blijkt dat er geen problemen zijn: "Ik denk dat ik het vaccin wel wil nemen, maar ik ben blij dat ik in de laatste groep zit. Kan ik ondertussen mooi kijken of anderen bijwerkingen hebben."
Onvoldoende informatie
De meeste ondervraagden die twijfelen, zeggen dat ze onvoldoende informatie van de overheid hebben gekregen om een goede keuze te kunnen maken (77 procent). Ze willen meer weten over de werking van de vaccins en de verschillen ertussen.
Sommigen vragen zich af of het voor hen wel echt noodzakelijk is om een prik te halen, bijvoorbeeld omdat ze al corona hebben gehad of omdat ze zich kerngezond voelen. "Ik vertrouw op mijn immuunsysteem en mijn gezonde levensstijl. Hoe noodzakelijk is het dan?" vraag een deelnemer zich af.
Groep die het wil, groeit
De groep die positief staat tegenover vaccineren, is de afgelopen maanden flink gegroeid. In juli was dit nog 59 procent, medio december 67 procent. Nu wil 76 procent zich zeker (63 procent) of waarschijnlijk (13 procent) laten inenten tegen corona. De groep die zeker is van haar zaak is ook flink gegroeid ten opzichte van december: toen zei 48 procent zich zeker te willen laten vaccineren.
Veel mensen zijn overtuigd geraakt door alle media-aandacht van de afgelopen week. "Ik geloof nu wel dat de vaccins betrouwbaar zijn. Ik wil van de angst voor corona af, mijn vrijheid terug", zegt een panellid. Een prik halen doen ze niet alleen om zelf beschermd te zijn, maar vaak ook voor anderen. "Om al die oude mensen, zoals mijn schoonouders van 90, weer een stukje van hun leven terug te geven."
Ik vind 10 maanden huisarrest genoeg. Prikken maar!
Overtuigde voor- en tegenstanders
Omdat er voorlopig nog weinig vaccins in Nederland zijn, moeten de meeste mensen nog wachten tot april of later voordat ze aan de beurt zijn. Voorstanders van vaccinatie willen liever niet zo lang wachten: als ze zelf mochten kiezen zou driekwart (75 procent) al in januari, februari of maart ingeënt willen worden. Nog eens 13 procent wil tussen april en juni gevaccineerd worden. Bijna niemand wil nog langer wachten (6 procent).
Maar niet iedereen staat positief tegenover vaccinatie. Een op de zes ondervraagden wil zeker (11 procent) of waarschijnlijk (5 procent) geen vaccin. Een deel van deze groep is tegen vaccineren in het algemeen. Velen vinden bij corona het middel erger dan de kwaal. Ze zijn niet bang om corona te krijgen en vertrouwen de vaccins niet. "Ik laat me ook niet inenten tegen griep. Bovendien is het veel te snel getest. Dat kan alleen maar bijwerkingen geven en daar zit ik niet op te wachten", zegt een tegenstander.
Lees ook
Kritiek op vaccinatiebeleid, maar 'beste stuurlui staan aan wal'
De vaccinatiebereidheid is dus groot in de week van 'V-day', maar tegelijk is het vertrouwen in het Nederlandse vaccinatiebeleid aan de lage kant. De helft heeft vertrouwen (55 procent), de andere helft (43 procent) niet. Veel deelnemers aan dit onderzoek zijn kritisch en vinden dat het hier allemaal veel te langzaam en chaotisch gaat. Ook het vertrouwen in verantwoordelijk minister De Jonge is laag: 44 procent. De afgelopen maanden daalde dit gestaag, in november was het nog 61 procent.
Ondanks de kritiek is er ook wel begrip voor dat de organisatie wat traag op gang komt. "Het is heel complex en andere landen doen het niet veel beter. Het is makkelijk om kritiek te leveren als je niet verantwoordelijk bent. De beste stuurlui staan weer eens aan wal." Het Europees geneesmiddelenbureau EMA, dat deze week het Moderna-vaccin goedkeurde, geniet opvallend veel vertrouwen (76 procent).
Lees ook
Wel knuffelen met kleinkinderen, nog niet op vakantie
Maken we al plannen voor de toekomst, nu de vaccinatiecampagne op gang is? We vroegen aan de opa's en oma's in het onderzoek of zij van plan zijn om weer te gaan knuffelen met hun kleinkinderen, zodra ze gevaccineerd zijn. 60-plussers komen vanaf eind maart aan de beurt. Een derde (33 procent) is hier nog voorzichtig mee en is dat niet van plan. Een op de zes grootouders (18 procent) zegt wél te gaan knuffelen zodra ze de vaccinatie hebben. Maar voor de grootste groep (39 procent) maakt het vaccin niets uit: zij knuffelen nu ook al met de kleinkinderen.
Voor het boeken van een zomervakantie is nog maar weinig animo. 13 procent zegt nu al een zomervakantie geboekt te hebben, of dat binnen 2 maanden te gaan doen. Vier op de tien (37 procent) overwegen wel om op vakantie te gaan, maar wachten nog even om te zien wat corona doet. En een derde (35 procent) denkt nu dat ze deze zomer gewoon thuis blijven.
Over het onderzoek
Het onderzoek is gehouden op 7 en 8 januari 2021. Aan het onderzoek deden 25.210 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.