meer NPO start

Uniek fotoalbum reconstructie Baarnse moordzaak opgedoken

Uniek fotoalbum reconstructie Baarnse moordzaak opgedoken

'Het slachtoffer Theo hangt op z'n kop boven de waterput.' Na 50 jaar duikt een uniek fotoalbum op van de reconstructie van de Baarnse moordzaak. Een reconstructie waarin de verdachten zelf laten zien hoe ze hun vriend om het leven brachten en zijn lichaam verstopten.

Ruim vijftig jaar geleden is Nederland in de ban van de Baarnse moordzaak, een gruwelijke moord op de 14-jarige Theo Mastwijk. De broers Boudewijn en Ewout en hun vriend Hennie houden hun maatje Theo wekenlang verborgen op de zolder van de villa waarin de twee broers wonen. Dit om de ontdekking van een aantal kleine diefstallen te verdoezelen. 

Verschillende scenario's mét de daders nagespeeld

Het wordt een van de meest geruchtmakende moordzaken van de vorige eeuw. De jonge leeftijd van zowel slachtoffer als daders en de vraag wie het nu echt gedaan heeft, hield Nederland jarenlang in de greep; het verhaal werd zelfs verfilmd.

Kijk en lees ook

Uiteindelijk wordt de situatie in de villa onhoudbaar en wordt Theo vermoord. Zijn lichaam wordt gedumpt in een put in de tuin van de villa. Anderhalf jaar later wordt het stoffelijk overschot gevonden en is Nederland getuige van één van de meest bizarre moordzaken uit de geschiedenis.

Kijk & lees ook

Reconstructie met de daders zelf

Met de arrestatie van Boudewijn, Ewout en Hennie is de moord nog niet opgelost. Boudewijn H. en Hennie W. beschuldigen elkaar ervan de moord daadwerkelijk te hebben uitgevoerd. De reconstructie van de moord, als onderdeel van het onderzoek, wordt uitgevoerd mét de daders zelf, op de exacte locatie van de moord. De versies van zowel H. als W. worden in de reconstructie uitgewerkt. De reconstructie wordt onderdeel van het dossier waarover de rechter later uitspraak zal doen. De jongens worden tot respectievelijk zes en negen jaar veroordeeld.

Hieronder is het origineel terug te zien, dat beide versies van het noodlottige verhaal in zijn geheel vertelt:

Deel A: reconstructie van de verklaring van de verdachte W.

  • Foto no. 1: tijdens deze reconstructie werd de rol van de verdachte Boudewijn H. gespeeld door de persoon, op onderstaande foto aangeduid met het teken X en de rol van het slachtoffer Theo Mastwijk door de persoon, op onderstaande foto aangeduid met het teken XX. Verdachte W. is op onderstaande foto aangeduid met XXX.
Foto no. 1 

 

Deel A fase 1:

  • Foto no. 2: overzichtsfoto van de betegelde plaats achter c.q. naast de keuken van perceel ---- te Baarn met links (gemerkt X) de deur, van waaruit de verdachten Boudewijn H. en W. met het slachtoffer Mastwijk kwamen. 
Foto no. 2
  • Foto no. 3: de verdachten Boudewijn H. en W. met tussen het in het slachtoffer Mastwijk, verlaten de villa via de keukendeur en begeven zich in de richting van de schuur in de tuin.
Foto no. 3
  • Foto no. 4: op weg naar de schuur; voorop verdachte Boudewijn H., daarachter het slachtoffer en achteraan verdachte W.
foto no. 4
  • Foto no. 5: het tuinpad leidende naar de schuur wordt ingeslagen.
Foto no. 5
  • Foto no. 6: de verdachten Boudewijn H. en W. met tussen he in het slachtoffer, lopende op het tuinpad; op de achtergrond de schuur (aangeduid met X)
Foto no. 6
  • Foto no. 7: verdachte Boudewijn H. opent het hek, toegang gevende tot de kippenren. (ten tijde van het misdrijf bevond zich op de plaats, op de foto weergegeven voor een slaphangend touw, een hek)
Foto no. 7
  • Foto no. 8: het hek als bedoel in de toelichting bij de foto no. 7 is geopend en de tocht naar de schuur wordt voortgezet.
Foto no. 8
  • Foto no. 9: de beide verdachten, met tussen hen in het slachtoffer, hebben de schuur bijna bereikt (X)
Foto no. 9
  • Foto no. 10: de schuur is bereikt; verdachte Boudewijn opent (op het tijdstip van het misdrijf zich aldaar bevindende) deur, waarna verdachten met het slachtoffer de schuur zullen binnengaan.
Foto no. 10

Deel A fase 2:

  • Foto no. 11: verdachte W., die de moed niet heeft kunnen opbrengen om de wurging ten uitvoer te brengen, loopt de schuur uis, waarna hij gevolgd wordt door verdachte Boudewijn H. (het slachtoffer Mastwijk blijft in de schuur achter)
Foto no. 11
  • Foto no. 12: verdachte W. loopt verder in de richting van de villa, gevolgd door verdachte Boudewijn H., die inmiddels de schuurdeur heeft dichtgetrokken.
Foto no. 12
  • Foto no. 13: ongeveer ter hoogte van het hek van de kippenren, (op de foto weergegeven met een slaphangend touw) haalt verdachte Boudewijn H. de verdachte W. in. 
Foto no. 13
  • Foto no. 14: verdachte Boudewijn H. heeft verdachte W. ingehaald en beiden blijven staan;
Foto no. 14
  • Foto no. 15: verdachte Boudewijn H. voegt de andere verdachte toe: het moet toch gebeuren
Foto no. 15
  • Foto no. 16: beide verdachten zijn teruggelopen naar de schuur en onderwijl heeft verdachte W. het wurglijntje i.c. een stuk plasticlijn, uit zijn zak gehaald;
Foto no. 16
  • Foto no. 17: wederom bij de schuur gekomen zijnde, maakt verdachte Boudewijn H. de deur van deze schuur weer open.
Foto no. 17

Deel A fase 3:

  • Foto no. 18: verdachte Boudewijn staat op het punt het slachtoffer Mastwijk uit de schuur te trekken: W. heeft het wurglijntje reeds in de handen.
Foto no. 18
  • Verdachte Boudewijn heeft het slachtoffer uit de schuur getrokken en verdachte W. gooit het wurglijntje om de hals van het slachtoffer; 
Foto no. 19
  • Foto no. 20: verdachte W. demonstreert op deze foto de juiste wijze waarop hij het wurglijntje i.c. het stuk plasticlijn om de hals van het slachtoffer legde; 
Foto no. 20
  • Foto no. 20: verdachte W. legt het wurglijntje om de hals van het slachtoffer, terwijl deze aan beide handen wordt vastgehouden door verdachte Boudewijn H. Op deze foto is uiterst links te zien de notenboom, meermalen genoemd in het proces-verbaal, alsmede het hakblok, althans, een tijdens de reconstructie daarvoor diendende boomstronk, waarop of waarin zich het kapmes moet hebben bevonden. (hakblok aangeduid met X)
Foto no. 21
  • Foto no. 22: op deze foto wordt gedemonstreerd, hoe verdachte Boudewijn het slachtoffer bij beide handen vasthield tijdens de wurgpoging door verdachte W.
Foto no. 22
  • Foto no. 23: verdachte W. trekt met kracht het wurglijntje strak om de hals en nek van het slachtoffer;
Foto no. 23
  • Foto no. 24: het wurglijntje glijdt uit de handen van verdachte W.
Foto no. 24
  • Foto no. 25: verdachte Boudewijn H. heeft het slachtoffer op de grond getrokken, nadat de wurging mislukte, zit op de knieën en grijpt naar het kapmes.
Foto no. 25
  • Foto no. 26: terwijl het slachtoffer op de grond gedrukt gehouden wordt door verdachte Boudewijn H. grijpt laatstgenoemde met zijn rechterhand het kapmes.
Foto no. 26
  • Foto no. 27: verdachte Boudewijn H. slaat met het kapmes in de richting van het hoofd van het slachtoffer.
Foto no. 27
  • Foto no. 28: verdachte Boudewijn H. slaat nogmaals met het kapmes in de richting van het hoofd van het slachtoffer.
Foto no. 29

Deel A fase 4

  • Foto no. 29: verdachte W. sleept vooralsnog alleen het lichaam van het slachtoffer naar de put;
Foto no. 29
  • Foto no. 30: verdachte Boudewijn H. helpt thans verdachte W. met het wegslepen van het slachtoffer in de richting van de put.
Foto no. 30
  • Foto no. 31: de beide verdachten naderen de put (X), het slachtoffer - ieder aan een been - voortslepend.
Foto no. 31
  • Foto no. 32: verdachten hebben de - tevoren reeds door hen geopende put - (gemerkt met X), bijna bereikt;
Foto no. 32
  • Foto no. 33: verdachten tillen het slachtoffer op boven de putopening en laten het lichaam in de put zakken.
Foto no. 33
  • Foto no. 34: nadat het lichaam in de put is gezonken, lopen beide verdachten van de put weg;
Foto no. 34
  • Foto no. 35: verdachte Boudewijn H. heeft uit de schuur de zak met ongebluste kalk gehaald en nadert de put (X).
Foto no. 35
  • Foto no. 36: verdachte Boudewijn H. stort de ongebluste kalk in de put op het lichaam van het slachtoffer.
Foto no. 36
  • Foto no. 37: terwijl de verdachte Boudewijn H. nog doende is met het leegstorten van de zak met ongebluste kalk, heeft verdachte W. de met water gevulde kippendrenkbak gehaald;
Foto no. 37
  • Foto no. 38: verdachte Boudewijn H. is van de put gelopen naar de moestuin en tapt hier uit de aldaar staande kraan, een emmer vol water.
Foto no. 38
  • Foto no. 39: met de emmer water keert verdachte Boudewijn F. uit de moestuin terug en zal het water in de put gooien.
Foto no. 39

Deel B (Mogelijke gebeurtenissen, gereconstrueerd aan de hand van de verklaringen van verdachte Boudewijn H.

  • Foto no. 40: verdachte Boudewijn H., aangeduid door de man, weglopende van de notenboom (X), ziet nog slechts dat de verdachte W. (XX) het slachtoffer het wurglijntje omslaat; verdachte Boudewijn H. loopt hierna in de richting van de moestuin;
Foto no. 40
  • Foto no. 41: verdachte W. slaat met het kapmes het slachtoffer;
Foto no. 41
  • Foto no. 42: verdachte Boudewijn W. sleept alleen het lichaam van het slachtoffer in de richting van de put;
Foto no. 42

Deel C (reconstructie van de Boudewijn H. Volgens deze verdachte geschiedde het uit het huis halen van het slachtoffer en het brengen van laatstbedoelde naar de schuur in de tuin, op de wijze zoals gereconstrueerd aan de hand van de verklaring van verdachte W.)

  • Foto no. 43: op deze - en twee volgende foto's - wordt de verdachte weergegeven door de man zonder hoed (gemerkt X), terwijl de man met hoed de verdachte Boudewijn H. voorstelt. Op deze foto wordt weergegeven hoe beide verdachten de schuur weer verlaten hebben, nadat zij het slachtoffer daarin achtergelaten hebben en in de richting van de villa lopen.
Foto no. 43
  • Foto no. 44: verdachte W. sleept alleen het lichaam van het slachtoffer in de richting van de put, terwijl verdachte Boudewijn terug komt lopen uit de moestuin (XX).
Foto no. 44
  • Foto no. 45: verdachte W. laat - alleen - het lichaam van het slachtoffer in de put glijden.
Foto no. 45

Deel D

  • Foto no. 46: de - werkelijke - verdachte Boudewijn H. wijst de plaats aan, waar, zo hij in het proces verbaal verklaarde, de resten van de verbrande jas van het slachoffer zouden zijn begraven.
Foto no. 46
  • Foto no. 47: verdachte Boudewijn H. orienteert zich bij de aanwijzing van de plaats waar de resten van de jas van het slachtoffer zouden zijn begraven.
Foto no. 47
  • Foto no. 48: verdachte Boudewijn H. bij de plaats, waar volgens zijn verklaring de resten van de jas zouden zijn begraven, terwijl de rechter-commissaris zich nader orienteert. 
Foto no. 48

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen

In gesprek gaan over het oorlogsverleden van je familie: waarom dat moeilijk is en hoe je daar hulp bij kunt krijgen
Bron: ANP

Op 4 mei herdenken we oorlogsslachtoffers. Ook komen pijnlijke erfenissen van oorlog naar boven. Hoewel de Tweede Wereldoorlog 80 jaar geleden eindigde, werkt de nasleep in veel families nog altijd door. Maar daarover praten, kan moeilijk zijn.

Begin 2025 werden historische dossiers openbaar over mensen die na de Tweede Wereldoorlog werden verdacht van collaboratie. Sindsdien krijgt EenVandaag berichten van mensen die worstelen met het oorlogsverleden van hun familie. Een verleden dat soms beladen is door stilte en schaamte, en dat generaties lang kan doorwerken.

Oorlog werkt door in volgende generaties

"Je kan oorlog zien als een serie schokkende gebeurtenissen in een context zonder ruimte om daarvan te herstellen. Het is zo heftig om mee te maken dat mensen het de rest van hun leven meedragen en vaak doorgeven aan volgende generaties", vertelt psycholoog Anne Marthe van der Bles.

Van der Bles houdt zich bij ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum bezig met de psychosociale impact van oorlog, vervolging en geweld.

In de opvoeding

"Oorlogservaringen kunnen doorwerken in families op een manier die niet meteen problematisch hoeft te zijn. Zo leren mensen die de Hongerwinter meemaakten hun kinderen soms om zuinig te zijn met eten", vertelt Van der Bles verder.

"Maar oorlogservaringen kunnen ook negatieve sporen nalaten in de opvoeding. Ouders met trauma's zijn vaak minder emotioneel beschikbaar voor hun kinderen. Ik hoor van mijn behandelende collega-psychologen bijvoorbeeld dat Holocaustoverlevenden emotioneel vlak kunnen zijn. Niks is voor hen meer zo erg als dat wat ze hebben meegemaakt. Dus als een kind dan bijvoorbeeld een knie stoot, kunnen ze niet meer invoelen dat dat voor het kind erg is."

Bekijk ook

'Mijn ouders hebben het al zo zwaar, ik moet niet teveel zijn'

"Kinderen van oorlogsgetroffenen gaan soms zorgen voor hun ouders, vanuit het idee: er moet geen aandacht naar mij uit gaan, want mijn ouders hebben het al zo zwaar. Ik moet vooral niet teveel zijn."

"Het lastige is alleen dat een kind zelf niet doorheeft dat het zich zo gedraagt, en waar dat vandaan komt. Vaak komen kinderen in de naoorlogse generatie er pas later in hun leven achter dat hun gedrag in relatie tot de ouders gevormd is door het oorlogsverleden waar de ouders mee worstelden."

Identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders?

"Niet iedereen uit de naoorlogse generatie krijgt psychische klachten, maar veel mensen uit de naoorlogse generatie worstelen met vragen over hun identiteit: wie ben ik in relatie tot mijn ouders? Het verschilt dan per persoon of en in hoeverre die identiteitsvragen leiden tot bijvoorbeeld angst, depressieve gevoelens of psychosomatische klachten."

"Het is daarbij ook belangrijk om te beseffen dat het best een diverse groep is die last kan krijgen van het oorlogsverleden van de ouders", gaat de psycholoog verder. "Het gaat om mensen die zelf kind waren in de oorlog en daar ervaringen hebben, maar ook om wie decennia later is geboren en zich op een andere manier tot dat verleden moest verhouden."

Bekijk ook

'Fout zijn'

Onlangs onderzocht Van der Bles samen met collega-psychologen en historici hoe een familiegeschiedenis van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog doorwerkt op kinderen en kleinkinderen van (vermeende) collaborateurs. Zij hielden interviews, en namen vragenlijsten af bij een panel van bijna 6.000 Nederlanders.

"Het grote verschil in hoe oorlog bij hen doorwerkt: het gaat om mensen die 'fout' waren of zo werden gezien. Een kind is niet verantwoordelijk voor de daden van de ouders, maar worstelt wel met het gevoel zelf ook 'fout' te zijn. Hoe verhoudt je je tot je ouders als zij dingen hebben gedaan waar jij moreel niet achter kunt staan?"

Verzwegen familiegeschiedenis en angst om veroordeeld te worden

"In gezinnen werd vaak gezwegen over de collaboratiegeschiedenis. Kinderen groeien dan op mét de ervaring van emoties - angst, boosheid of stress - maar zónder kader om te verklaren waar die emoties vandaan komen. Een kind internaliseert dan de gedachte: het zal wel aan mij liggen, er is iets mis met mij. En draagt dat gevoel met zich mee."

Je ziet ook dat veel kinderen van collaborateurs - zodra ze hun familiegeschiedenis weten - een angst houden om veroordeeld of buitengesloten te worden, vertelt Van der Bles. "Die angst is niet geheel onterecht, want in onderzoek zagen we dat 18 procent van de deelnemers zich niet prettig voelt bij het idee dat mensen in publieke functies, zoals politici of burgemeesters, het kind van een collaborateur zouden zijn. Dat is een minderheid, maar wel een met een sterk oordeel."

Meer begrip voor ingewikkelde last

Toch is er in de maatschappij meer begrip gekomen voor de ingewikkelde last die kinderen van collaborateurs ervaren. "Wij zijn al jarenlang welkom bij de Nationale Dodenherdenking", vertelt bestuurslid Hulpverlening bij de Stichting Werkgroep Herkenning José van de Kerkhof. Die stichting zet zich in voor nakomelingen van personen die verdacht werden van collaboratie met de bezetter.

"Er zijn mensen die niet aan ons gelieerd willen zijn, want dan erkennen ze dat ze deel uitmaken van die groep", vertelt Van de Kerkhof. "Het opengaan van de archieven heeft ook tot veel onrust geleid: oude pijn en ervaringen komen naar boven. Toch komen er sinds die opening wel veel verhalen naar buiten en is er meer aandacht."

info

Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR)

Sinds januari 2025 kunnen dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) worden bekeken in de studiezaal van het Nationaal Archief. De digitale openbaarheid van archief is voorlopig uitgesteld, na dwingend advies van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).

"Als stichting zijn wij van mening dat openbaarheid goed is", zegt Van de Kerkhof hierover, "want het archief geeft inzicht in de geschiedenis en naoorlogse rechtspraak. Wel zetten wij ons in voor zorgvuldigheid in het digitaal beschikbaar maken van informatie: zonder enige bescherming en voorwaarden is dat verre van wenselijk."

Dubbel gevoel

Tegelijkertijd blijft er een dubbel gevoel, zeggen Van de Kerkhof en Van der Bles. Hoe kan het praten over de last die kinderen van (vermeende) collaborateurs ervaren, samengaan met het herdenken van de slachtoffers in de oorlog en met het verdriet van hún kinderen?

"Sommige kinderen van collaborateurs voelen die spanning zeker", zegt Van der Bles. "Ze vragen zich af: heb ik wel recht op hulp, want het zou eigenlijk moeten gaan om de slachtoffers en hun kinderen. Maar leed vergelijken, helpt niet. Op een maatschappelijke dag als 4 mei is dat ingewikkeld, maar psychologisch gezien kun je ieder mens als individu benaderen en aandacht geven aan diens pijn zonder die steeds af te zetten tegen het leed van anderen."

Leed niet vergelijken, maar dialoog aangaan

"De nabestaanden van onder meer Joodse mensen hebben ontzettend veel pijn, en dat is heel evident", zegt Van de Kerkhof hierover. "En ook de nabestaanden van mensen die in het verzet zaten, kunnen een grote psychologische last ervaren. Je kunt en mag leed niet vergelijken maar je kunt wel naar elkaar luisteren en elkaar zien."

"Juist daarom proberen we een dialoog te starten in de samenleving", gaat ze verder. "Zo organiseerden we in het najaar een symposium, waar naast wijzelf ook mensen uit de Joodse gemeenschap en mensen met een familiegeschiedenis in het verzet aanwezig waren. We stoken de hand uit naar elkaar."

info

Wie herdenken we op 4 mei?

De Nationale Dodenherdenking is zowel een aanjager van discussies, als onderhevig aan discussie over wie herdacht moet worden en welke verhalen verteld moeten worden. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft de taak om hier richting aan te geven.

Volgens de officiële tekst herdenken wij 'tijdens de Nationale Herdenking alle burgers en militairen die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord; zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna.'

Praten zet dingen in beweging

"Praten over het oorlogsverleden kan spannend zijn, zeker binnen de familie", zegt Van der Bles. "Toch raden we het vanuit ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum sterk aan. Er is zoveel gezwegen: praten zet iets in beweging."

Algemene tips zijn er niet, want elke familiegeschiedenis is anders. "Maar luisteren zonder oordeel is altijd belangrijk", zegt ze. "We zien ook dat kleinkinderen het gesprek vaak makkelijker openen. De afstand helpt: het is toch anders als je opa 'fout' was dan je vader. Zij voelen meer ruimte om nieuwsgierig te vragen: wie staat er op deze foto? Of: wat weet u over dat NSB-verleden?"

Hulplijnen

Lukt praten met familie niet meteen, dan zijn er verschillende plekken waar je terechtkunt, zegt Van der Bles. "De Luisterlijn is 24/7 bereikbaar. Het Contactpunt Naoorlogse Generaties kent de historische context goed. En bij de Stichting Werkgroep Herkenning zit veel ervaringsdeskundigheid."

Van de Kerkhof van die stichting: "Mensen kunnen bij ons terecht met algemene vragen, wij bieden een luisterend oor. Over je gevoelens en ervaringen praten helpt. Als kinderen van collaborateurs advies zoeken hoe ze met hun ouders kunnen praten, dan vraag ik bijvoorbeeld of ze al precies weten wat er destijds gebeurd is. We geven ook altijd het advies het dossier te lezen, zodat je zo min mogelijk verrast wordt."

Bekijk ook

Doorverwijzen en gespreksgroepen

"Wij kunnen geen therapeutische behandeling bieden, maar als in het telefoongesprek blijkt dat je meer hulp zoekt, kunnen we je verwijzen naar de juiste plekken", gaat Van de Kerkhof verder. Bij behoefte aan meer zorg en hulp, kan dit ook besproken worden met de huisarts.

Ook organiseert de stichting gespreksgroepen en contactmiddagen. "Daar is steeds meer behoefte aan. Vaak kunnen kinderen moeilijk praten met ouders die collaboreerden of daarvan verdacht werden. Families vallen ook uit elkaar: de een wil het er wel over hebben, de ander niet. Dan is het fijn om je schaamte, schuld en andere gevoelens te kunnen delen met andere lotgenoten. Dan krijg je herkenning in elkaar."

Waarom het zwijgen doorbreken

"Ik hoor dat mensen het onwijs spannend vinden om te praten over het oorlogsverleden met familie, maar weet ook dat veel mensen die het tóch hebben gedaan daar heel blij mee zijn", zegt Van der Bles. "Zij zeggen dat het veel rust geeft om de feiten te kennen, dat het puzzelstukjes op zijn plek kan laten vallen."

Van de Kerkhof: "Kinderen van collaborateurs vinden het heel erg als er in de familie nooit over gesproken is, en ze er dan pas na overlijden van de ouders achterkomen wat er is gebeurd. Dan blijf je met vragen achter, die je niet meer kunt stellen. Als je dus nu al met vragen zit, kan het toch fijn zijn om daar antwoorden op te zoeken."

Dichter bij elkaar komen

"Wat je soms ook ziet gebeuren, en wat je ook hoopt, is dat mensen dichter bij elkaar komen", zegt Van der Bles tot slot.

"Dat ze begrijpen waarom dingen zo gelopen zijn, waar bepaalde houdingen of gedrag vandaan komen. En op een groter maatschappelijk niveau: dat we lessen kunnen leren uit het samen praten over verschillende ervaringen met de oorlog."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ruilen van woning als vakantie? Annemarie doet het al jaren: 'Ik vind dat sociale gewoon heel leuk'

Ruilen van woning als vakantie? Annemarie doet het al jaren: 'Ik vind dat sociale gewoon heel leuk'
Bron: Eigen foto

Ruilen van woning om uit de alledaagse sleur te komen? Annemarie doet dat regelmatig. Het voelt voor haar als vakantievieren. Thuis komt ze niet tot rust, tijdens zo'n een woningruil wel. "Ik vind het leuk om even in iemand anders leven te stappen."

"Ik ben er eigenlijk al 38 jaar geleden mee begonnen", vertelt Annemarie Oppedijk (68). Ze was net gescheiden en moest samen met haar zoontje van 2 jaar het leven opnieuw opbouwen. Geld voor een vakantie naar het buitenland was er niet. "Ik was echt superarm, had niets meer. Maar ik dacht: ik laat het hier niet bij zitten."

Geen geld voor vakantie

Annemarie wilde niet in een slachtofferrol kruipen en toch een leuke vakantie voor zichzelf en haar zoontje plannen, vertelt ze. "Ik had zoiets van: dit zijn mijn omstandigheden. Maar ik laat me er niet onder krijgen."

Ze kwam na het lezen van een advertentie in contact met het Interkerkelijk Woningruil Bureau (IWB). Een organisatie die mensen die graag een paar weken op vakantie willen verbindt met mensen die geen leegstaand huis willen achterlaten wanneer ze er voor langere tijd niet zijn.

'Dit is te gek'

"Dat ging toen nog allemaal via de telefoon, maar zo is het dus begonnen. De eerste keer was in een heel mooi huis bij een park in Dronten. We waren er 2 weken", blikt Annemarie terug op die woningruil van meer dan 30 jaar geleden.

"Die mensen hadden kippen en dat vond mijn zoontje natuurlijk geweldig. Zelf dacht ik van: joh, van een flatje naar zo'n prachtig huis met een mooie tuin eromheen, dit is te gek. Ik vond het ook zo bijzonder dat ze hun huis aan mij toevertrouwden."

Bekijk ook

Een 'nieuw' huishouden

Naast het genieten van de locatie, de dieren, wandelingen in het dorp en praatjes met buren en anderen uit de omgeving, nam Annemarie in die 2 weken ook het huishouden van de huiseigenaars over. Ook dat hoort een klein beetje bij een woningruil, vertelt ze.

"Het is niet zo dat ik hele dag stond te poetsen en te boenen. Tijdens zo een woningruil ben ik weinig binnen, maar je houdt het wel allemaal een beetje bij. Je laat het huis achter zoals het was toen je erin kwam."

Kleine flat

In de tussentijd zat er niemand in Annemarie's huis. Echt ruilen deed ze toen nog niet, omdat ze het idee had dat haar woning geen 'ruilmateriaal' was. "Het was maar een klein flatje. Dus daarom ben ik toen alleen op woningen gaan passen."

Maar na twee keer oppassen, en door in gesprek te gaan met andere oppassers en ruilers, merkte ze dat er toch animo was voor haar 'kleine flatje' in Amersfoort. "Mensen zeiden van: 'Nee joh dat is juist fijn. Wij hebben een heel groot huis, maar wij vinden het juist leuk om een keer in een appartementje te verblijven.'"

Perfecte eerste match

Dus ze probeerde het. Het derde huis waar ze voor een paar dagen introk was om te ruilen, niet alleen om op te passen. "Die eerste keer was wel heel spannend", vertelt Annemarie. "Want je laat gewoon een wildvreemde in je huisje."

Ze ruilde met een andere moeder, ook net gescheiden. Het bleek een perfecte match. "Zij deed het ook voor de eerste keer. Dus zo hebben we elkaar een beetje kunnen helpen. En tijdens het ruilen bleven we met elkaar in contact." De twee moeders belden met elkaar. "Want er was nog geen WhatsApp."

Bekijk ook

'Ik vind het gewoon zo leuk'

En wat dus ooit begon als een noodgreep, groeide uit tot een levensstijl. Want 3 decennia later woont Annemarie in een groter huis en zijn haar kinderen de deur uit, maar ruilt ze nog steeds met veel plezier meerdere keren per jaar van woning. "Ik vind het gewoon zo leuk dat, zelfs toen ik financieel meerdere keren op vakantie kon, ik het bleef doen."

"Het is heel anders dan een gewone vakantie. Je komt in een kant-en-klaar huis en stapt even in iemands leven", legt ze uit. "Je hebt hun buren, je zit op hun fiets, je ziet hun boeken. Ik vind het mooi, ik vind dat sociale gewoon heel leuk."

Afstand van druk leven

Annemarie geniet ervan om de nieuwe dorpen, steden én mensen te ontdekken en ontmoeten. In haar eigen huis komt ze moeilijk tot rust, er is altijd iets te doen.

"Ik ben een actief type en thuis is er van alles. Maar als ik ergens anders ben, dan neem ik letterlijk afstand", vertelt ze.

Ruilen met leeftijdsgenoten

"Maar ik ruil niet met iedereen en ik wil het nooit voor korter dan 1 week doen", vervolgt Annemarie stellig. Met behulp van verschillende Facebookgroepen zoekt ze nu zelfstandig naar mensen om mee te ruilen. Haar voorkeur gaat uit naar echtparen of vrouwen van haar leeftijd.

"Omdat die zelf ook nog op de ouderwetse manier bezig zijn met het huishouden. Vroeger leerde je echt hoe je moest poetsen en schoonmaken." Het geeft haar het gevoel dat ze haar huis achterlaat voor mensen die er goed mee om zullen gaan.

Goed overleggen

"Ik vind het ook altijd fijn om eerst kennis te maken in het huis van de ruilers of die van mij. En dan daarna, wanneer de ruilperiode echt ingaat, de sleuteloverdracht te doen in het huis waar de kennismaking niet was", legt Annemarie verder uit.

"Je kunt dan met elkaar door het huis lopen, tips geven, vragen stellen. Want elk huis heeft zijn eigen eigenaardigheden. Het is goed om met elkaar te bespreken hoe je dat (de woningruil, red.) graag wil doen."

Bekijk ook

Inspiratiebron voor een ander

Komt ze dan altijd terecht in een gezellig huis? "Het gaat eigenlijk bijna altijd goed", vertelt Annemarie. "Een keer was er een huis dat minder schoon was. Maar dat was zo'n klein huisje dat ik zelf even een stofzuiger en emmer met sop heb gepakt."

Wel maakte ze zich ondertussen zorgen om de staat van haar eigen huis, geeft ze toe. "Uiteindelijk zei die mevrouw: 'Wat netjes en wat schoon bij jou.'" Ook was ze erg blij om in haar eigen, en nu schone, huis terug te zijn. "Ze zei: 'Dit is echt zo'n inspiratie, zo ga ik het voortaan ook doen. Ik ga het nu bijhouden.'"

Vaak een spontane actie

Wat betreft locaties heeft Annemarie minder eisen want de woningruil doet ze, nu ze het helemaal zelf kan regelen, veelal spontaan. Heel soms combineert ze het met haar werk. "Ik werk als buikspreker, maar ook in het muziektheater en geef circusworkshops. Ik ben heel breed in wat ik aanbied en denk soms: oh het lijkt mij wel leuk om naar Friesland te gaan."

Ze gaat dan op zoek naar een huis. Heeft ze dat gevonden, dan zoekt ze er passend werk bij. "Ik bel dan bijvoorbeeld een school of een festivalorganisator om te vragen of ze het leuk vinden als ik langskom om een les of voorstelling te geven."

'Stap uit je comfortzone'

Waar en wanneer de volgende woningruil zal zijn, weet Annemarie nog niet. "Ik ga eerst nog op vakantie naar Griekenland."

Maar intussen kan ze anderen wel aanraden om het ook een keer te proberen. "Stap even uit je vertrouwde wereldje, uit je comfortzone. Zo zie je of je ondernemend bent, of je flexibel bent en hoe je omgaat met tegenslagen." En verwacht dan ook niet te veel, geeft Annemarie tot slot mee. "Je komt ergens waar mensen wonen, niet in een opgepoetste hotelkamer."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant