Rick Pietersz is student. Het liefst zou hij op kamers gaan in Utrecht, maar hij woont nog bij zijn ouders. Omdat Rick geen studiefinanciering meer krijgt, moet hij alles zelf betalen; zijn collegegeld, zijn studieboeken en zijn kamer. Als hij dat allemaal wil bekostigen moet hij veel gaan lenen, en dat durft hij niet aan. Resultaat is dat Rick elke dag anderhalf tot twee uur onderweg is naar zijn studie, en weer terug.
Rick is niet de enige student die niet op kamers gaat wegens de kosten. Sinds het studiejaar 2014/2015 is het leenstelsel is ingegaan en blijven steeds meer studenten bij hun ouders wonen. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2015 het aantal verhuizingen van jongeren daalde in alle studentensteden. Hoewel de daling in 2016 minder heftig was dan in 2015, zet hij nog steeds door.
'Alleen voor studenten uit rijke gezinnen'
Voor veel studenten wordt de keuzevrijheid flink beperkt door het leenstelsel. Als je ouders in Groningen wonen, en de studie die je wil doen is alleen in Amsterdam te volgen, moet je wel op kamers. Maar als studenten dat niet kunnen betalen, moeten ze noodgedwongen kiezen voor een studie dichter bij huis. Studenten zijn genoodzaakt om bij hun ouders te blijven wonen, ook als ze dat helemaal niet willen.
En dat is een probleem volgens de Jarmo Berkhout van de Landelijke Studenten Vakbond: “Het is goed voor de ontwikkeling van studenten om op kamers te gaan. Je wordt er zelfstandig van.” Maar veel studenten zijn bang voor een enorme studieschuld en durven het daarom niet aan. “Ze blijven bij hun ouders in de buurt, en kiezen daarom niet altijd voor de studie die ze het liefste willen doen, maar die het best te bereizen is. Daarbij wordt studeren en op kamers gaan misschien meer voor studenten uit rijke gezinnen”.
Enorme druk
Jeroen Boschma, schrijver van het boek ‘Generatie Einstein’, vraagt zich af of het langer thuis wonen per se een probleem is voor de ontwikkeling. “Deze generatie wordt beschermend opgevoed. Ook als ze op kamers gaan leunen ze nog erg op hun ouders. Ik heb het idee dat het niet heel erg uitmaakt voor hun zelfstandigheid wanneer ze het huis uitgaan”. Waar Jeroen Boschma zich meer zorgen om maakt is de beperkte keuzevrijheid: "Jongeren ontwikkelen zich ook wel als ze bij hun ouders wonen. Maar wat wel een probleem is, is dat studenten niet meer de vrijheid hebben om te kiezen wat en waar ze willen studeren. Ze moeten gewoon op kamers kunnen als ze dat willen."
Wordt studeren weer voor de studenten met rijkere ouders? Jarmo Berkhout hoopt van niet: "Hopelijk wordt er aan de formatietafel gedacht aan de studenten. Er is al zoveel op bezuinigd, en dat zijn we inmiddels normaal gaan vinden. Maar het is niet normaal als niet alle jongeren meer kunnen studeren."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.