Duizenden euro's per jaar aan collegegeld betalen voor een opleiding als leraar of verpleger. Het klinkt bizar in tijden van grote tekorten in het onderwijs en de zorg. Toch zijn er ruim 2.000 studenten die zoveel moeten betalen voor hun tweede studie.

Het hoge lesgeld komt doordat deze studenten al eens eerder een opleiding hebben gevolgd in het onderwijs of de zorg. Het stelt mensen voor een lastige keuze: ga ik doorleren voor een belangrijk beroep met alle financiële gevolgen die daarbij komen, of schrijf ik me toch maar niet in?

'Praktische kant past me beter'

Yvonne de Gier is dit jaar begonnen aan de deeltijdopleiding verpleegkunde aan de Hogeschool Utrecht. Het is haar tweede studie: ze heeft al een bachelor biomedische wetenschappen en een master neurowetenschappen in haar zak. Na haar eerste studie werkte ze jaren als onderzoeksassistent in een universitair ziekenhuis.

"Dat was heel erg leerzaam", blikt ze terug op die carrière. "Maar ik heb in die tijd ook geconcludeerd dat het hele theoretische van wetenschappelijk onderzoek minder goed bij mijn karakter past. Ik hoopte wat meer de praktijk kant van de zorg op te kunnen zoeken."

9.200 euro per jaar

Ze besloot zich daarom om te laten scholen tot verpleegkundige en meldde zich aan voor de deeltijdopleiding. Inmiddels werkt ze bij een zorginstelling en gaat één dag per week naar de hogeschool. En dat bevalt goed: "Zo doe ik praktijkervaring op en heb ik de mogelijkheid om echt dingen in de praktijk toe te passen."

Daar zit alleen wel een flink prijskaartje aan: omdat het haar tweede studie is, kost de opleiding van Yvonne ruim 9.200 euro per jaar. Haar werkgever betaalt een kwart daarvan, maar de rest moet ze uit eigen zak betalen. Over 3 jaar komt dat samen neer op zo'n 21.000 euro: "Dat is een flink bedrag, ja."

Bekijk ook

Hoger 'instellingscollegegeld'

Dat zit zo: iedereen die in Nederland een eerste opleiding volgt in het hoger beroepsonderwijs (hbo) of wetenschappelijk onderwijs (wo) moet het wettelijk collegegeld betalen. Dit 'lesgeld' is voor alle studenten gelijk en wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid. Voor het collegejaar 2023/2024 gaat het om een bedrag van 2.314 euro.

Mensen die hun eerste studie hebben afgerond en daarna nog een bachelor en/of master willen volgen zijn meer geld kwijt. Zij moeten namelijk het zogenoemde 'instellingscollegegeld' betalen. De hoogte daarvan wordt bepaald door de hogeschool of universiteit. Er geldt geen maximum en soms loopt dit bedrag op tot 40.000 euro.

Niet voor iedereen hetzelfde

Yvonne had zich voor haar aanmelding goed ingelezen en wist dus van tevoren van het hoge instellingscollegegeld. Uiteindelijk maakte ze bewust de keuze om nog een tweede studie te volgen: "Ik vind het dusdanig belangrijk om deze opleiding te gaan doen en bij te kunnen dragen aan de zorg, dat ik dit er voor over heb."

Wat ze níet wist, was dat andere studenten veel minder kwijt zijn aan deze opleiding. Op de hogeschool kwam ze er namelijk achter dat niet al haar klasgenoten hetzelfde 'lesgeld' hoeven te betalen. Zo zijn er anderen die alleen het wettelijk collegegeld betalen, net als bij hun eerste studie.

Studenten in het onderwijs en de zorg vertellen over het hoge instellingscollegegeld dat ze moeten betalen

Onderwijs en zorg

Er is namelijk een belangrijke uitzondering: als iemand een tweede opleiding wil volgen voor een baan in het onderwijs of de zorg, dan hoeft diegene niet het hoge instellingscollegegeld te betalen, maar het veel lagere wettelijk collegegeld.

Door een omscholing tot bijvoorbeeld leraar of verpleegkundige goedkoper te maken, hoopt de overheid dat het aantrekkelijker wordt om de overstap te maken naar het onderwijs of de zorg. In deze essentiële sectoren is namelijk veel extra personeel nodig.

Uitzondering op de uitzondering

Op deze uitzondering geldt alleen wéér een uitzondering: mensen die al een opleiding in het onderwijs of de zorg hebben afgerond en als tweede studie weer voor een van deze twee sectoren kiezen, maken géén aanspraak op het lagere collegegeld en moeten 'gewoon' het instellingscollegegeld betalen.

Een van die studenten is dus Yvonne. Haar afgeronde bachelor biomedische wetenschappen en master neurowetenschappen worden tot de categorie 'gezondheidszorg' gerekend, en daarom moet zij het hoge instellingscollegegeld betalen.

'Vreemde situatie' in de klas

Yvonne vindt het een vreemde situatie: "Het voelt heel raar dat we hetzelfde onderwijs krijgen voor een ander bedrag." Bovendien werpt het een drempel op voor mensen om voor een andere baan in het onderwijs of de zorg te leren, terwijl er op veel plekken extra handen nodig zijn, zegt ze.

Zelf heeft ze met haar man gekeken of het financieel haalbaar was om de opleiding te volgen. Dat bleek zo, 'al zal ik zeker de komende jaren even wat meer met de hand op de knip moeten leven'. Maar de deeltijdstudent verpleegkunde is zich ervan bewust dat anderen het hoge instellingscollegegeld niet kunnen betalen en daardoor afhaken.

Bekijk ook

'Ik leer echt iets anders'

Ook inhoudelijk gezien snapt Yvonne niet waarom het lesgeld zo hoog is voor mensen die een tweede studie in het onderwijs of de zorg willen volgen. Ze benadrukt dat haar eerdere bachelor- en masterstudie echt heel anders waren dan haar huidige hbo-opleiding.

"Ik leer hier daadwerkelijk wel echt iets anders dan wat ik met mijn vooropleiding heb geleerd", zegt de student daarover. Haar opleidingen aan de universiteit waren gericht op de theorie, deze opleiding aan de hogeschool is veel meer praktijkgericht.

Toegevoegde waarde

Juist de kennis die ze eerder heeft opgedaan, komt volgens haar nu goed van pas: "Daar heb ik echt in detail gekeken naar de gezondheid van de mens, naar de werking van het menselijk lichaam. Wat is ziekte, wat is gezondheid? En hoe werken medicijnen?"

Dat leert ze nu ook bij de opleiding verpleegkunde, zegt Yvonne, 'maar wel op een manier die ik op een heel andere manier kan inzetten in, namelijk de praktische'. En daar zit volgens haar de toevoegde waarde van studenten die al eerder een opleiding hebben gevolgd in de zorg. "En daarom voelt deze situatie ook zo krom."

Doel van de maatregel

Het ministerie van Onderwijs laat in een reactie weten dat 'in tekortsectoren als de zorg en het onderwijs het heel belangrijk is dat zoveel mogelijk mensen kiezen voor een opleiding in die richting'. "We hebben die mensen hard nodig", benadrukt een woordvoerder van demissionair minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs.

Om die reden is destijds de uitzondering op het instellingscollegegeld ingesteld voor een tweede opleiding in het onderwijs of de zorg. Met volgens hem als doel om 'meer handen aan het bed' en 'meer voeten voor de klas' te krijgen. "Substitutie van het onderwijs naar de zorg (en vice versa) draagt niet bij aan dit doel." Daarom geldt de uitzondering niet voor studenten als Yvonne, legt hij tot slot uit.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.