Hij wordt ook wel de alternatieve Elfstedentocht genoemd: de Overijsselse Merentocht. Een marathonwedstrijd op natuurijs over ongeveer 200 kilometer. De natuurijsklassieker bestaat al sinds 1996, maar is nog nooit gereden.

"Zo’n vijf dagen flinke vorst hebben we nodig", zegt voorzitter Roelof Groen in café Geertien, het hoofdkwartier van de Merentocht in het pittoreske dopje Blokzijl. Even leek het erop dat het alsnog zou gaan gebeuren, maar als hij naar de ijspluim kijkt tempert hij de verwachtingen: “We kunnen rijden als we vijftien centimeter dik ijs hebben. Daar zijn we nog láng niet. Ga maar na, er kunnen vijftienduizend deelnemers starten, dus dat is een grote verantwoordelijkheid.” Zijn collega-bestuursleden knikken.

Alle draaiboeken liggen klaar

Vlakbij het dorpje Giethoorn prikt Groen met zijn stok in het ijs. “Het ijs is nog geen twee centimeter dik. De wind zorgt ervoor dat hele stukken open blijven. Het is heel verraderlijk want je schaatst zo een wak in waar een vliesje over ligt.” Mocht het ’s nachts én overdag de komende dagen blijven vriezen, dan is er een kans dat de tocht verreden kan worden, maar de voorspelling is niet gunstig. Alle draaiboeken liggen klaar. De bewegwijzering, EHBO-posten, catering en het bestuur vergadert eens per maand om de laatste puntjes op de i te zetten.

Achtduizend betalende leden

De Overijsselse Merentocht heeft zo’n achtduizend leden die elk jaar zes euro betalen om te mogen starten. De stichting heeft dus een flinke reserve opgebouwd, want het geld wordt nauwelijks uitgegeven: De tocht is namelijk nog nooit georganiseerd. Groen: “We werken nauw samen met veertien ijsclubs. Die ondersteunen we want ze moeten investeren in dure apparatuur zoals sneeuwschuivers.”

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.