Na precies 1 jaar regeren blijft het vertrouwen in kabinet-Rutte IV steken op 20 procent. Het slaagt er maar niet in om uit de vertrouwenscrisis te komen. Ook coalitiekiezers, de basis van dit kabinet, zijn veel negatiever dan een jaar geleden.
Dit kabinet lijkt een abonnement op lage vertrouwenscijfers te hebben. Bij de start in januari 2022 had 28 procent nog vertrouwen. Dat was een stuk lager dan bij de start van de andere kabinetten Rutte. In de zomer zakte het vertrouwen steeds verder in, tot een bijna historisch dieptepunt op Prinsjesdag (15 procent).
Structureel laag
Sinds EenVandaag in 2007 begon met het peilen van het vertrouwen scoorde een kabinet maar één keer een procentje lager: op Prinsjesdag 2013, na miljardenbezuinigingen in een financiële crisis.
Maar niet eerder scoorde een kabinet Rutte structureel onder de 20 procent.
CDA- en CU-stemmers vanaf begin sceptisch
De kritiek op dit kabinet komt niet alleen van de kiezers van de oppositiepartijen, maar ook van binnenuit. De meeste VVD- en D66-stemmers hadden aanvankelijk wel vertrouwen in deze coalitie.
Maar al vanaf het begin had een minderheid van de CDA-stemmers (34 procent) en ChristenUnie-stemmers (36 procent) er vertrouwen in.
Vertrouwen coalitiekiezers geslonken
Nu, 1 jaar later, ziet alleen de helft van de VVD-stemmers het nog positief in (51 procent). Bij de D66-achterban is dat inmiddels een minderheid (43 procent). Bij de CDA- en CU-kiezers is het vertrouwen nog verder gedaald.
Alle achterbannen vinden dat het kabinet te weinig doorpakt. Kritische VVD- en CDA-kiezers vinden bovendien dat het kabinet op thema's als stikstof en asiel te veel 'links' D66-beleid uitvoert.
Veel ingebakken wantrouwen
Waarom is het vertrouwen in Rutte IV zo laag en waarom komt het kabinet niet echt uit dat dal? En wat heeft het kabinet het afgelopen jaar wel goed gedaan? Al bij het aantreden van het nieuwe kabinet kabinet zat er veel wantrouwen ingebakken.
Rutte III viel over de toeslagenaffaire, voor velen het symbool van de kloof tussen politiek en burger. Veel kiezers hadden gehoopt op een frisse wind. Maar in plaats daarvan kregen ze een kabinet met precies dezelfde partijen en grotendeels dezelfde ministers. En met dezelfde premier, die volgens velen inmiddels over zijn houdbaarheidsdatum heen was.
Korte opleving
In februari en maart was er even een kleine opleving in het vertrouwen. Een meerderheid kon zich vinden in de Nederlandse steun aan Oekraïne en de sancties tegen Rusland. Ook waren mensen blij dat na 2 jaar een einde kwam aan de coronamaatregelen.
Maar die opleving was van korte duur. Al snel bleek dat de oorlog in Oekraïne ons in Nederland direct raakte door ongekende prijsstijgingen van energie en boodschappen. Terwijl miljoenen Nederlanders in hun portemonnee geraakt werden, was het algemene gevoel dat het kabinet niets deed om het leed te verzachten.
Geen verbetering op korte termijn
De koopkrachtcrisis was bepaald niet de enige crisis op het pad van het kabinet. Al langer speelde de schaarste op de woningmarkt, de afhandeling van de schade door de gasboringen in Groningen en een dreigende klimaatcrisis. Deze zomer kwamen daar de boerendemonstraties tegen het stikstofbeleid en het vastlopen van het asielbeleid bij.
De meesten verwachten van geen van deze crises een verbetering op korte termijn. Ruim acht van de tien deelnemers aan ons onderzoek in december denken dat bij alle lopende crises de situatie in 2023 niet zal verbeteren of zelfs slechter wordt.
Daadkracht
Een belangrijke verklaring voor het voortdurende lage vertrouwen in het kabinet ligt in het onvermogen om de vele crises daadkrachtig aan te pakken. Volgens veel mensen durft het kabinet geen echte keuzes te maken en schuift het belangrijke beslissingen steeds weer vooruit.
Twee derde (67 procent) wil dat politici hardere politieke keuzes maken, ook als ze het daar zelf niet mee eens zijn.
Ook lichtpuntjes
Kan het kabinet dan niets goed doen? Ondanks alle negativiteit kwam de ministersploeg dit jaar ook met een aantal besluiten waar een meerderheid van de kiezers achter staat. Het zijn vooral de dossiers waar het kabinet wél helder over is of beslissingen durft te nemen.
Zo kondigde het kabinet dit jaar aan dat ze twee nieuwe kerncentrales wil gaan bouwen, onder andere om de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 te halen. De steun voor het opwekken van kernenergie in Nederland steeg naar 67 procent en de meerderheid staat achter deze klimaatdoelen.
Waardering voor sommige maatregelen
En hoewel er maandenlang door boeren geprotesteerd werd tegen de uitwerking van het stikstofdossier, is 55 procent het wel eens met het doel om de helft minder stikstof uit te stoten in 2030. Onder invloed van de oorlog in Oekraïne gaf Nederland fors meer uit aan defensie, driekwart (77 procent) wil dat we aan de NAVO-norm gaan voldoen.
Ook de sancties tegen Rusland kunnen het hele jaar op draagvlak blijven rekenen, ook al voelen we de economische gevolgen hier dagelijks en blijven de Oekraïense vluchtelingen langer dan verwacht. Ook voor de maatregelen om de hoge energiekosten te dempen, zoals het prijsplafond, is waardering. Al zijn er ook veel zorgen over hoe dit in de praktijk gaat uitpakken.
Ook kritiek op Tweede Kamerleden
Het lage vertrouwen in het kabinet staat niet op zichzelf. Het staat model voor een laag vertrouwen in de politiek als geheel. Panelleden zijn ook kritisch over het functioneren van de hele Tweede Kamer.
Een derde heeft er vertrouwen in dat Tweede Kamerleden hun werk goed doen (35 procent). In plaats van met het landsbelang, zijn politici in de ogen van de meeste mensen te veel bezig met elkaar (86 procent) of met wat hun eigen kiezers (61 procent) willen.
'Kabinet haalt eindstreep niet'
Kortom, vrijwel iedereen is na 1 jaar allesbehalve positief over Rutte IV. En ook over de toekomst zijn kiezers pessimistisch. Slechts een derde denkt dat dit kabinet de rit tot 2025 uitzit. Vier op de tien denken dat Rutte IV het komende jaar al gaat vallen.
De Provinciale Statenverkiezingen van maart, waarin de steun in de Eerste Kamer op het spel staat, lijken een steeds bepalender moment te worden.
Over de onderzoeken
De leden van het EenVandaag Opiniepanel vulden in 2022 tientallen onderzoeken in over hun vertrouwen in het kabinet en het kabinetsbeleid. In deze publicatie staat een samenvatting van verschillende uitslagen uit deze onderzoeken.
De onderzoeken zijn na weging representatief voor 6 variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Het Opiniepanel bestaat uit 80.000 leden.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.