Bij de start van het nieuwe kabinet hebben mensen het meeste vertrouwen in minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid (61 procent). Ook Robbert Dijkgraaf (51 procent), de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, doet het relatief goed.

Vlak voor de installatie van het nieuwe kabinet vroeg EenVandaag 26.000 leden van het Opiniepanel wat hun beeld is van de twintig ministers in het kabinet-Rutte IV. Een groot deel van hen is voor het publiek nog onbekend en geniet daardoor weinig vertrouwen. Naar sommige anderen wordt kritisch gekeken vanwege hun verleden in het vorige kabinet.

Praktijkervaring

Ernst Kuipers, die maandag werd beëdigd tot minister van Volksgezondheid, is bij veel mensen wel bekend, maar heeft zo'n politieke erfenis nog niet. Dat de nieuwe D66-minister rechtstreeks uit de praktijk komt, is voor velen een grote pre. 'Kennis', 'kunde' en 'vakman' zijn termen die veel mensen gebruiken als ze Kuipers omschrijven.

Maar, wordt ook vaak gezegd, hij moet zich als politicus nog bewijzen. Hij moet functioneren in een kabinet met andere ministers en stand houden in debatten met de Tweede Kamer. Tegenstanders van het coronabeleid zijn sceptisch, omdat hij zich in hun ogen te vaak positief heeft uitgelaten over het beleid van zijn voorganger Hugo de Jonge.

Gijs Rademaker presenteert de uitslagen van het onderzoek.

Bekijk ook

Dijkgraaf en Schouten

Ook Robbert Dijkgraaf, de andere nieuwe D66-minister die rechtstreeks 'uit de praktijk' komt, doet het goed; in de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de helft (51 procent) vertrouwen. Ook hij wordt gezien als 'frisse wind' en 'vakkundig', maar vaker dan bij Kuipers twijfelen mensen aan zijn politieke kwaliteiten.

In het vertrouwensrijtje is Carola Schouten de eerste minister uit het vorige kabinet. Ondanks haar lastige positie als minister van Landbouw toen, scoort ze relatief hoog: 42 procent heeft vertrouwen in de eerste minister voor Armoedebeleid die Nederland kent.

Hoekstra, Rutte, Kaag

Op vrijwel dezelfde hoogte als Schouten staat Rob Jetten, de eerste minister voor Klimaat. Daarna volgen CDA-kopstukken Wopke Hoekstra als minister van Buitenlandse Zaken en Hugo de Jonge als minister voor Volkshuisvesting.

Op enige afstand volgen premier Mark Rutte en minister van Financiën Sigrid Kaag. Kajsa Ollongren is de enige oud-minister die buiten de top-10 valt (19 procent).

Vertrouwen in ministers Rutte IV bij start

Vertrouwen in kabinet lager dan in Rutte I, II en III

Er mag dan maar één minister zijn die op dit moment het vertrouwen van de meerderheid krijgt, dat is niet uitzonderlijk. Bij de start van het vorige kabinet was dat ook zo. Alleen Arie Slob scoorde toen een cijfer boven de 50 procent.

Het vertrouwen in het kabinet als geheel komt wel flink lager uit dan bij de start van de vorige kabinetten Rutte. Bijna drie op de tien (28 procent) hebben nu vertrouwen. Bij de start van Rutte III in 2017 dacht 35 procent nog dat het kabinet het goed zou gaan doen en in 2010 en 2012 was dat nog hoger.

Als je deze grafiek op je telefoon bekijkt, draai die dan voor een betere weergave.

Meeste CDA- en CU-stemmers hebben geen vertrouwen

Het vertrouwenscijfer wordt flink naar beneden gedrukt door de mening van kiezers van oppositiepartijen, maar in tegenstelling tot bij eerdere kabinetten hebben ook de kiezers van de coalitiepartijen bij voorbaat al weinig vertrouwen.

Als je deze grafiek op je telefoon bekijkt, draai die dan voor een betere weergave.

De meeste VVD- en D66-stemmers geloven in dit kabinet, maar een minderheid van de CDA- (34 procent) en ChristenUnie-stemmers (36 procent) heeft er fiducie in dat de regering haar werk goed gaat doen. Zij hebben het gevoel dat D66 een grote stempel op het regeerakkoord en nu ook op het kabinet drukt. Met name ChristenUnie-stemmers hebben ook problemen met het feit dat hun partij weer meedoet aan een kabinet onder leiding van Mark Rutte, dat bestaat uit dezelfde vier partijen als voorheen.

Bekijk ook

Grote thema's

Die lage vertrouwenscijfers en de erfenis van het vorige kabinet-Rutte III worden teruggezien in de verwachtingen die kiezers hebben als het over de grote problemen gaat waar het kabinet zich mee bezig moet houden.

Ondanks dat er een staatssecretaris van Mijnbouw in het leven is geroepen om de schadeafhandeling van de problemen door de gaswinning te regelen, is het vertrouwen dat die afhandeling goed wordt aangepakt nihil. Slechts 14 procent verwacht dat dit kabinet de problemen, ontstaan door de gaswinning, daadkrachtig aanpakt. Niet veel beter zijn de verwachtingen als het gaat om de toeslagenaffaire; 20 procent denkt nu dat het kabinet daar daadkrachtig mee om zal gaan. Wat betreft de coronacrisis zijn de cijfers iets hoger; 39 procent denkt dat die, onder leiding van Ernst Kuipers, goed wordt aangepakt.

Zo kwam het nieuwe kabinet tot stand.
info

Over het onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 6 tot en met 10 januari 2022. Aan het onderzoek deden 26.322 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Het Opiniepanel bestaat uit 70.000 leden.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.