In de Syrische provincie Idlib dreigt een humanitaire ramp zoals die zich eerder in Oost-Aleppo en Ghouta voltrok. Met als verschil dat de bewoners en rebellen vanuit Idlib niet meer naar een andere plek kunnen. Er is gewaarschuwd voor nieuwe aanvallen met chemische wapens. Kijkt de wereld opnieuw toe? En kan er nog iets gedaan worden om het tij te keren?
Na de strijd om Oost-Aleppo in 2016 en die om Ghouta afgelopen voorjaar zijn rebellen en burgers met groene bussen afgevoerd naar de provincie Idlib. Ook vluchtten burgers vanuit andere delen van het land naar de provincie. Nu is het de enige plek in heel Syrië waar de oppositiegroepen nog de dienst uitmaken. Een bont gezelschap van gematigde groepen, tot zeer radicaal-islamitische groeperingen die gelieerd zijn aan Al-Qaeda. In de regio wonen momenteel ongeveer 3 miljoen mensen, waaronder 60.000 rebellen.
‘De rebellen zullen zich doodvechten’
Al weken loopt de spanning op over een op handen zijnde aanval van Assad met behulp van de Russen. Vorige week stuurden de Russen een aantal marineschepen naar de Middellandse Zee. De afgelopen dagen zijn er al bombardementen geweest, maar vandaag wordt er zowel in New York als in Teheran nog koortsachtig overlegd over de kwestie. De VN Veiligheidsraad vergadert erover, en de Turkse president Erdogan praat in Teheran met zijn Russische en Iraanse ambtgenoten. Erdogan vreest dat na een offensief van Assad er opnieuw een grote vluchtelingenstroom op gang zal komen. De Turks-Syrische grens zit momenteel op slot, maar het is de vraag of Erdogan dat nog vol kan houden als er daadwerkelijk grote aantallen mensen op de vlucht slaan.
Volgens Samar Batrawi, hoofdonderzoeker Syrië van instituut Clingendael, bevindt de Syrische oorlog zich in de laatste fase. Ze denkt niet dat Idlib in één keer ingenomen kan worden door president Assad. “Het is één ding om Idlib binnen te vallen, maar om het vast te houden is een andere kwestie,” aldus Batrawi. Volgens haar zijn de Syrische strijdkrachten nu zwakker dan tijdens het offensief in Aleppo en zal het een langdurige strijd worden, ook omdat de rebellen geen andere plek meer hebben om naartoe te gaan. “De rebellen zullen zich daar doodvechten.”
Nederlandse strijders in Idlib
In de provincie bevinden zich ook veel buitenlandse strijders die nergens anders naartoe kunnen. In augustus bracht de Arabische zender Al Aan een interview naar buiten met twee Nederlandse en een Belgische strijder die zich in Idlib bevinden. In de opname vertellen ze dat de rebellengroepen de defensielijnen aan het uitzetten waren, en dat ze tot het einde kunnen strijden omdat er geen plek meer is waar ze naartoe kunnen gaan.
Lees ook:
Humanitaire corridors
De VN veiligheidsraad zal waarschijnlijk proberen overeenstemming te bereiken over het opzetten van humanitaire corridors waardoor burgers het gebied veilig kunnen verlaten. Volgens onderzoeker Batrawi zal dat echter weinig zin hebben. “In Ghouta was er ook een corridor, maar daar maakte bijna niemand gebruik van. De burgers uit rebellengebied vertrouwen Assad niet, en ze worden door andere Syriërs ook gezien als lafaards en verraders.” In Ghouta werden burgers uiteindelijk ook als menselijk schild gebruikt door de rebellen waardoor ze geen gebruik meer konden maken van de corridor.
De grootste zorg is dat het Syrische leger chemische wapens zal inzetten. “De waarschuwingen daarvoor moeten we heel serieus nemen”, vindt Batrawi. Alles wijst erop dat het Syrische regime dat in het verleden heeft gedaan. En hij heeft gemerkt dat de rest van de wereld niets doet. “Het inzetten van chemische wapens is voor Assad ook een soort symbool: je bent met ons, of je bent tegen ons. En als je tegen ons bent dan zetten we alle mogelijke middelen tegen je in.”
Samar Batrawi denkt niet dat de internationale gemeenschap veel opties heeft om een nieuw bloedvergieten te voorkomen. “Proberen Assad er van te overtuigen dat hij van een offensief af moet zien, is onwaarschijnlijk. In het beste geval komt er een humanitaire corridor."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.