Een nieuwe supercomputer helpt het KNMI met steeds preciezere berekeningen van de weersverwachting op de korte termijn. Zo kunnen ook de waarschuwingen voor extreem weer in de toekomst steeds gedetailleerder per regio worden afgegeven.

Een extreme hoosbui die uren duurde overviel op zondag 21 en maandag 22 juli de Achterhoek en Twente. Het leverde apocalyptische beelden op van auto's die compleet onder water stonden op de snelwegen, de brandweer die mensen van daken moest bevrijden en straten die blank stonden. Lokaal viel er in een paar uur tijd anderhalf keer de gemiddelde hoeveelheid regen voor de hele maand juli.

Eerder waarschuwen

Zware hoosbuien zoals deze lijken uit het niets te ontstaan. Het ene moment kijk je op Buienradar en is er geen wolkje aan de lucht, het andere moment komt er ineens een strook donkerrode wolken op je af. Door klimaatverandering is de kans op hoosbuien negen keer zo groot geworden, met overstromingsrisico's tot gevolg. De opwarming van het oppervlak van de oceanen zorgt voor meer waterdamp in de lucht en dus meer regen. Als wolken zich langzaam verplaatsen, kan er lokaal veel regen in een klein gebied vallen, met alle gevolgen van dien.

Hierom werkt het KNMI aan technieken om plotselinge weersextremen eerder aan te kondigen, vertelt Maarten van Aalst, directeur van het KNMI. "De kunst is om op tijd mensen te waarschuwen als het weer echt extreem en gevaarlijk wordt. Ook twee uur van tevoren is een waarschuwing nog steeds heel waardevol voor mensen om maatregelen te treffen."

Bekijk ook

Meer rekenkracht

"Hoe korter voor een extreme weerssituatie, hoe beter we het zien aankomen met modellen", legt Van Aalst uit. "Maar we kunnen het vooral ook eerder waarnemen met steeds betere satellieten en regenradars." Het KNMI heeft ook in rekenkracht geïnvesteerd om het weer nog eerder en nauwkeuriger te kunnen verwachten. "We hebben net een prachtige, nieuwe supercomputer gekocht, samen met IJsland, Denemarken en Ierland. Een nog sterkere machine waarmee we het weer kunnen doorrekenen", zegt Van Aalst.

Deze supercomputer staat in de IJslandse hoofdstad Reykjavik en kan 4.000 biljoen berekeningen per seconde maken. "Met die weerdata kunnen we niet alleen wat verder vooruitkijken, maar kunnen we vooral ook preciezer en dus op kleinere schaal verwachtingen maken", zegt Van Aalst. Met name de weersverwachtingen op de korte termijn worden erdoor verbeterd. De rekencapaciteit van de supercomputer is bijna tienmaal groter dan de vorige computer.

Kleinere gebieden

Hij wordt gevoed met de gigantische hoeveelheden data van satellieten, waarnemingen in binnen- en buitenland, van radars op schepen en op boeien op zee. De weersverwachtingen die de computer maakt komen bijna meteen binnen bij het KNMI in De Bilt. Het instituut wil met het nieuwe apparaat weersverwachtingen en waarschuwingen op regionaal niveau mogelijk maken, in plaats van alleen op provinciaal niveau.

"Het feit dat we het weeralarm (code rood) en de weerwaarschuwingen (code geel en oranje) nu alleen nog per provincie mogen afgeven, beperkt ons eigenlijk", legt Van Aalst uit. "Voor bijvoorbeeld hitte geldt de verwachting vaak voor grote delen van Nederland en dan is zo'n alarm of waarschuwing prima. Maar in het geval van hele extreme regenval zie je vaak dat een deel van de provincie heel erg geraakt wordt en een ander deel van de provincie niet."

Bekijk ook

Preciezer waarschuwen

Hij ziet dat mensen het niet leuk vinden om weeralarmen te krijgen waar ze vervolgens niets van merken. "Dan krijgen we de telefoontjes weer binnen van mensen die zeggen: 'jongens, code oranje, ik zie het niet hoor!'. Dus het gaat ons helpen als wij preciezer kunnen waarschuwen en daar zijn we nu dan ook mee bezig."

De nieuwe computer hielp bijvoorbeeld eind juli al bij het berekenen van de kans op zware buien in het oosten van het land, vertelt KNMI-meteoroloog Rob Groenland. "Maar dat het om zóveel neerslag zou gaan hadden we niet voorzien. We verwachten in de nabije toekomst de modellen te kunnen verbeteren, maar de kansberekening van de locatie en het tijdstip van zulk zwaar weer is wel het allermoeilijkst."

Bericht op je telefoon

Volgens de wet mag code geel pas vanaf 48 uur van tevoren worden afgegeven en code oranje en rood pas vanaf 24 uur van tevoren. "Dat is door de politiek bepaald, daar gaan we niet over", vult Groenland aan, "maar we kunnen mensen wel meer helpen bij het minder kwetsbaar zijn voor verwachte weersextremen."

Daarom werkt het KNMI aan een stevige update in september van de eigen weerapp. Gebruikers krijgen dan een pushbericht op hun telefoon als er een waarschuwing wordt afgegeven in de opgegeven provincie, en dat is niet het enige, zegt Groenland. "Zeker zo belangrijk is dat we met de vernieuwde app samen met onze partners zoals Rijkswaterstaat en de Veiligheidsregio's mensen laten weten wat ze zelf kunnen doen als een extreme weerssituatie op komst is."

Concrete waarschuwingen

"Mensen willen niet zozeer graag weten hoeveel millimeters regen er gaan vallen, of wat de windsnelheid wordt, maar wat de verwachte impact is", denkt Groenland. "Wat gaat het verwachte weer veroorzaken op de grond?"

Daarom wil het KNMI de app gebruiken om mensen praktische aanwijzingen te geven. "We gaan werken met concrete waarschuwingen bij extreme hitte of extreme neerslag: de kans op rondvliegende brokstukken of omgewaaide bomen, treinverkeer dat ontregeld raakt, of de boodschap om niet de weg op te gaan, thuis te blijven, water mee te nemen, etcetera. Zo hopen we dat op persoonlijk vlak de schade beperkt blijft."

Met nieuwe supercomputer kan KNMI het weer nog beter verwachten: '4.000 biljoen berekeningen per seconde'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.