radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Elke week ter plaatse na een ernstig ongeval: oud-brandweerman Cor liep PTSS op tijdens werk en wil nu andere hulpverleners helpen

Elke week ter plaatse na een ernstig ongeval: oud-brandweerman Cor liep PTSS op tijdens werk en wil nu andere hulpverleners helpen
Cor en zijn collega's bieden hulpverlening na een verkeersongeval
Bron: eigen beeld

Als je jarenlang meerdere keren per week getuige bent van de gevolgen van ernstige auto-ongelukken, kan het je op een gegeven moment te veel worden. Oud-brandweerman Cor Bruijn (62) weet daar alles van.

Na ruim 30 jaar bij de brandweer te hebben gewerkt ging bij hem het licht uit. Posttraumatische stressstoornis (PTSS), was uiteindelijk de conclusie.

Twee ernstige ongelukken per week

Dat Cor bij de brandweer zou gaan, was al vroeg in zijn leven duidelijk. "Mijn halve familie deed dat werk. Ik wist niet anders dan dat ik het ook zou gaan doen. Dat wilde ik ook, het beroep spreekt tot de verbeelding. Vraag in een basisschoolklas wat leerlingen later willen worden en brandweerman zit daar zeker een paar keer tussen."

Cor deed verschillende functies bij de brandweer. Maar de meeste indruk maakte het werk bij de ongevallendienst, dat hij op vrijwillige basis deed, naast zijn werk als industrieel brandwacht. Hij moest zo'n twee keer per week ter plaatse zijn na een ernstig verkeersongeluk.

Gebeurtenissen relativeren

"Ik heb vreselijke dingen gezien. Denk aan ontploffingen en regelmatig moesten we mensen uit een auto knippen, ook kinderen. Zagen we hoe hele gezinnen uit elkaar werden gerukt." Hoe hij daarmee omging? "Ik probeerde die gebeurtenissen te relativeren, ze op die manier een plek te geven. Af en toe praatte ik er met iemand over en daar bleef het dan bij."

Het ging mis in 2007. "Ik was als bevelvoerder aanwezig op de plek waar een verkeersongeval was gebeurd en ineens werd het zwart voor mijn ogen. Ik kon letterlijk niet meer bewegen. Collega's hebben me thuisgebracht en pas daar kwam ik weer een beetje bij zinnen."

Cor Bruijn
Bron: eigen beeld
Oud-brandweerman Cor Bruijn

Nare flashbacks

Achteraf gezien ging het al jaren niet goed met hem, vertelt Cor. "Volgens mij was het 2002 toen ik me steeds vaker ging ziekmelden." Zijn werkgever heeft daar steken laten vallen, vindt de oud-brandweerman. "Eigenlijk werd er nooit gevraagd wat er aan de hand was, ik heb nooit écht mijn verhaal kunnen doen. Gek toch?"

De huisarts dacht aan een burn-out. Anderhalf jaar zat Cor vervolgens thuis, om daarna zijn werk weer op te pakken. "Dat ging een tijdje goed, maar toen kwamen de nachtmerries, de nare flashbacks. Ik voelde me moe, lusteloos, had pijn in mijn ledematen."

Diagnose PTSS

Met die klachten ging hij opnieuw naar de huisarts, een andere deze keer, en die begon meteen over PTSS. "Ik had me nooit gerealiseerd dat ik dat zou kunnen hebben. Ik kende ook niemand met mijn beroep met die diagnose." Tegenwoordig is er meer aandacht voor PTSS bij hulpverleners, maar 15 jaar terug was dat nog weinig aan de orde, vertelt hij.

Met een doorverwijzing van de huisarts ging hij vervolgens naar een therapeut. Maar de hulp die hij daar kreeg, haalde weinig uit. Dat gold ook voor de therapeut die hij daarna bezocht en die daarna. "Zodra ik tegen die mensen over mijn werk begon, over de technische zaken, keken ze me glazig aan. Niet dat ze geen goede bedoelingen hadden, maar ze begrepen gewoon niet waar ik het over had. Dan ben je me kwijt."

Cors eerste dodelijke ongeval
Bron: eigen beeld
Cors eerste dodelijke ongeval

Belang van ervaringsdeskundige

Het is daarom ook dat ervaringsdeskundigen zo belangrijk zijn voor mensen die trauma hebben opgelopen door hun werk, zegt Cor. "Ik zou er veel aan hebben gehad als ik over mijn problemen had kunnen praten met iemand met dezelfde soort ervaringen. Iemand die begreep waar ik als hulpverlener doorheen ging. Dan had ik het zelf ook beter begrepen, vermoed ik."

Inmiddels kan Cor zeggen dat hij zich beter voelt, mede dankzij verschillende cursussen die hij volgde, waaronder hypnotherapie. Ondanks dat deze methode niet wetenschappelijk bewezen helpt bij de verwerking van trauma, zou Cor graag zien dat hypnotherapie vaker wordt ingezet, omdat hij daar zoveel baat bij heeft gehad.

'Ik gaf mezelf de schuld'

"Gedachten als 'had ik het maar anders gedaan, dan had hij misschien nog geleefd' zijn nu niet meer aan de orde van de dag. Er was een periode dat ik mezelf overal de schuld van gaf. Genezen doe je nooit helemaal, maar je kunt het wel een plek geven, een rustpunt vinden. Dat is me inmiddels zeker gelukt."

Zijn ervaringsdeskundigheid wil Cor nu inzetten om andere hulpverleners met PTSS te helpen om te gaan met wat ze hebben meegemaakt. Hij hoopt dat er bij de brandweer meer ruimte komt voor gesprekken over wat er gebeurt tijdens het werk. En dat dat traumatisch kan zijn.

Bekijk ook

'Stoere-mannen-beroep'

"Bij de brandweer is het nog altijd 'niet lullen, maar poetsen'. Niet praten over wat je meemaakt en weer doorgaan. En als er wel over wordt gepraat, is het in de vorm van een grap of stoer verhaal, tijdens de borrel. Wat dat betreft is het nog altijd een 'stoere-mannen-beroep'."

"Dat is zo zonde, want daardoor voelen mensen zich niet vrij om hun ervaringen te delen op de werkvloer. Terwijl dat er juist voor kan zorgen dat ze kunnen omgaan met dingen die ze meemaken."

Samen om de tafel

Het delen van zijn ervaringen is wat Cor het meest heeft geholpen bij de verwerking van zijn trauma's, vertelt hij. Dat gunt hij ook anderen. Als hij dat eerder had gedaan, had het zomaar gekund dat hij zijn werk langer was blijven doen, denkt hij.

"Ik vind eigenlijk dat je na elk ongeval met iedereen om de tafel moet, het gesprek erover openen. Gewoon vragen: 'Jongens, wat vonden jullie ervan? Wat doet dit met jullie?' Dan verwerk je het samen, in plaats van dat je het allemaal alleen moet doen. En dan kom je er vanzelf achter of iemand wat stiller blijft en dan kun je die persoon even apart nemen en alsnog vragen of hij wil praten."

info

PTSS als beroepsziekte

Er is veel te doen over PTSS bij brandweermensen. Dit naar aanleiding van een uitzending van Zembla afgelopen februari. In juni nam de Tweede Kamer een motie aan waarin stond dat PTSS bij brandweermensen landelijk als beroepsziekte moet worden erkend. Zo lang dat niet is gebeurd, worden brandweermensen met PTSS gekort op hun salaris en krijgen ze niet de juiste psychische ondersteuning.

De brandweer heeft beloofd werk te maken van een landelijke regeling voor brandweermensen die uitvallen met PTSS. Het Veiligheidsberaad, waarin de voorzitters van alle 25 veiligheidsregio's bijeenkomen, heeft ingestemd met een voorstel. Het is nog onduidelijk hoe de regeling eruit komt te zien, wie in aanmerking komen en wanneer deze in gaat.

Een woordvoerder van de brandweer laat weten dat een voorstel voor zo'n landelijke regeling waarschijnlijk in december voorligt bij het Veiligheidsberaad.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'
Spandoek tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Berlicum
Bron: ANP

Uit een inventarisatie van EenVandaag blijkt dat aanhoudende protesten er vaak toe leiden dat de geplande opvangplekken voor asielzoekers tijdelijk of definitief worden geschrapt.

Door deze aanhoudende en succesvolle protesten raakt het Centraal Opvang Asielzoekers (COA) steeds verder af van het doel van 96.000 opvangplekken. Dit zijn het aantal plekken dat de spreidingswet voorschrijft en moet voor 1 juli worden behaald.

Ophef om azc

In zeker veertien gemeenten, die samen goed zijn voor de opvang van bijna 3.000 vluchtelingen, is de afgelopen maanden een tijdelijke of definitieve streep gezet door de plannen voor een asielzoekerscentrum.

Deze inventarisatie is gedaan op basis van berichtgeving van de afgelopen maanden over opvang die geannuleerd is. Er is gekeken naar de protesten en de daaropvolgende reactie vanuit het gemeentebestuur.

Zoeken naar nieuwe opvanglocaties

Het werkelijke aantal kan nog hoger liggen, omdat ook veel gemeenten waar protest is geweest nog geen besluit hebben genomen. Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Maashorst, waar een informatieavond over drie mogelijke opvanglocaties uit de hand liep. De avond werd beëindigd met charges van de mobiele eenheid.

De locatie in Maashorst moest in totaal 750 asielzoekers opvangen. Of dit plan kan worden doorgezet is nu nog maar de vraag. Uit de rondgang van EenVandaag blijkt dat er de komende weken op nog meer plekken wordt gesproken over nieuwe opvanglocaties.

Bekijk ook

Geen azc na protesten

In sommige gevallen zegt de gemeente zelf dat ze de beoogde locatie voor een azc annuleren vanwege de protesten. Dit was bijvoorbeeld het geval in de gemeente Sint Michelsgestel.

"Na de maatschappelijke en politieke onrust die is ontstaan in de gemeente, is de primaire inzet van het college gericht op nazorg en depolarisering", schrijft de gemeente op hun website.

'We zijn niet gezwicht'

In andere gevallen zijn er wel protesten geweest, maar ontkennen raadsleden daar aan toe te hebben gegeven. Zo kondigde de gemeente Hardenberg in maart aan te kijken naar zeven potentiële locaties voor een nieuwe opvang. Na dit bericht volgde er twee informatieavonden en een protest.

Daarna maakte de coalitie bekend de zoektocht naar een locatie te staken. Raadslid Simone Hof (Christenunie) zei toen tegenover RTV Oost: "We zijn niet gezwicht voor de druk van een luidruchtige groep tegenstanders." Zij wijst juist naar het wankelende beleid van asielminister Marjolein Faber. Ook blijkt dat stikstof besluitvorming in de weg zit, of als argument wordt gebruikt om een azc niet te gaan bouwen.

In deze gemeenten werd een asielopvang geannuleerd

Weinig draagvlak

Verschillende gemeenten geven na het schrappen van een locatie wel aan verder te zoeken naar een andere locatie. Dat moet ook volgens de spreidingswet. Toch hebben ze nog weinig tijd om dit voor 1 juli te regelen, omdat ze vaak al veel locaties in beeld hebben gehad.

In de gemeente Dinkelland is de beoogde locatie van de baan, maar zegt de gemeente wel verder te zoeken naar een andere locatie. CDA-raadslid Marc Smelink hoopt dat dat voor 1 juli nog lukt, maar merkt ook weinig draagvlak. Het helpt volgens hem niet mee dat Faber geen regie pakt op de spreidingswet.

Asielminister Faber moet regie pakken

Op vragen - die EenVandaag eerder aan de asielminister stelde - over de consequenties die het heeft als gemeenten geen opvang regelen, zegt Faber dat op 1 juli opnieuw te bekijken.

"Maar als de landelijke overheid geen regie pakt dan staan we als gemeente tegenover de inwoner, terwijl we daar juist naast willen staan", reageerde Smelink toen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren
Bron: ANP

Een derde van 55-plussers vindt hun woning te groot voor wat ze nodig hebben. Veel van hen willen wel ruimte maken voor jonge huizenzoekers, maar doorstromen blijkt lastig: 30 procent zoekt al ruim 2 jaar naar een geschikte woning.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 30.000 leden van het Opiniepanel. Onder alle ondervraagde 55-plussers zoekt 15 procent op dit moment naar een toekomstbestendige woning, en wil nog eens 27 procent dat op termijn gaan doen. Onder de 55-plussers die op dit moment te groot wonen, is dat aandeel nog groter.

'Gezinnen kunnen ruimte beter gebruiken'

Een derde (33 procent) van alle 55-plussers in het onderzoek laat weten op dit moment meer woonruimte in gebruik te hebben dan nodig. Voor de meesten van hen gaat dat om een woning van 100 vierkante meter of groter. Sommigen willen graag naar een woning met minder trappen, minder tijd kwijt zijn aan de schoonmaak, of ruimte bieden aan jonge huizenzoekers.

"Ik ben alleenstaand in een eengezinswoning, het onderhoud wordt me een beetje te veel", vertelt een gepensioneerde deelnemer. "Er zijn gezinnen die de ruimte veel beter kunnen gebruiken."

Hoe denken jongeren en 55-plussers over de grootte van hun woning?

Jongeren komen ruimte tekort

Die opvatting kunnen veel jongeren beamen. Waar 55-plussers vaker woonoppervlakte over hebben, moet een vijfde (21 procent) van 18- tot en met 34-jarigen het doen met een woning die te klein is voor hun situatie. Van hen woont 40 procent momenteel in een woning van minder dan 50 vierkante meter.

"We willen eigenlijk kinderen, maar stellen dat al jaren uit omdat we geen geschikte woning kunnen vinden", laat een jongere in zo'n woning weten. "Ik ben bang dat het voor ons al te laat is tegen de tijd dat de woningmarkt weer hersteld is."

Zijn 55-plussers van plan te verhuizen naar een toekomstbestendige woning?

Zoektocht naar woning

Een flinke groep van 55-plussers met een te grote woning is best bereid om plaats te maken voor woningzoekende jongeren en daarbij ruimte in te leveren.

Een derde van hen (34 procent) is op dit moment al op zoek naar een woning die beter geschikt is om op latere leeftijd in te wonen. Nog eens 40 procent zou dat op termijn willen.

Minder woning, hogere huur

Toch is het voor een ruime meerderheid (85 procent) van de 55-plussers die nu op zoek zijn, lastig om iets te vinden. 30 procent geeft aan al minstens 2 jaar bezig te zijn met het vinden van de juiste woning. Zij zien weinig geschikte opties en lange wachttijden in de sociale huur, maar zouden er vaak ook financieel flink op achteruit gaan.

"Ik wil graag kleiner wonen, maar kan alleen een appartement krijgen van 1.500 euro", laat iemand weten. "Dan zou ik een tuin én ruimte inleveren voor ruim 500 euro per maand meer."

Hoe lang zijn 55-plussers al op zoek naar toekomstbestendige woning?

Niet iedereen wil verhuizen

Bovendien zou ongeveer een vijfde (21 procent) van 55-plussers ondanks een te grote woning helemaal niet willen verhuizen. Voor sommigen is hun woning al voldoende geschikt om ook later nog te kunnen wonen.

Anderen hebben daarvoor aanpassingen laten doen, zoals het plaatsen van een traplift of het bouwen van een badkamer op de begane verdieping om langer in hun huis te kunnen blijven.

Gehecht aan woning

Daarnaast spelen er, ook onder ouderen die hun huidige woning eigenlijk te groot vinden, sentimentele redenen mee om niet weg te willen.

Bijvoorbeeld omdat ze gehecht zijn aan hun huis of niet weg willen uit hun sociale omgeving. "Een fijne buurt en een riant huis, daar kan geen appartement tegenop", besluit een deelnemer.

Bekijk ook

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 14 maart tot en met 3 april 2025. Er deden in totaal 29.827 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee, onder wie 3.490 deelnemers van 55 jaar en ouder, die een woning voor latere leeftijd zoeken. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant