Inmiddels is het einde van de Tweede Wereldoorlog bijna 80 jaar geleden maar nog steeds staan we er jaarlijks bij stil op 4 en 5 mei. We vroegen wat jullie over die dagen willen weten. Senior onderzoeker Kees Ribbens van het NIOD geeft antwoord.
Kees Ribbens is senior onderzoeker bij het Nederlandse Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies (NIOD) en doet veel onderzoek naar hoe wij als Nederlandse samenleving terugkijken op de Tweede Wereldoorlog en hoe de rol die de oorlog in onze cultuur speelt steeds verandert. Hij beantwoordt 5 van jullie vragen over DodenHerdenking en Bevrijdingsdag.
1. Hoe kunnen we omgaan met omgekeerde vlaggen op 4 en 5 mei?
Het getuigt niet van respect om de vlag op een dag als 4 mei omgekeerd te hangen, zegt Ribbens. "Het is wenselijk dat mensen respectvol omgaan met een symbool als de nationale vlag. Maar het kan niet worden afgedwongen om de vlag op te hangen met de rode kant naar boven. Als we dat pad gaan bewandelen, ontstaat er een vergaande vorm van symboolpolitiek die alleen maar meer polarisatie creëert."
2. Waarom is 5 mei geen vaste vrije dag?
Het idee om Bevrijdingsdag om te dopen tot 'Dag van de Vrijheid' spreekt meer dan de helft van de mensen aan, blijkt uit het Vrijheidsonderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Een overgrote meerderheid (84 procent) vindt bovendien dat 5 mei een jaarlijkse feestdag zou moeten zijn, in plaats van om de 5 jaar.
Volgens Ribbens vindt de overheid het uiteindelijk te duur om 5 mei jaarlijks een collectieve vrije dag te maken. "Het is een politieke kwestie", zegt hij. "Op een gegeven moment is er besloten dat als mensen behoefte hebben aan vrij op 5 mei, ze het in hun eigen cao moeten regelen."
Ribbens heeft wel de indruk dat het draagvlak groeit om van 5 mei een jaarlijkse vrije dag te maken. "En het Nationaal Comité van 4 en 5 mei oefent steeds meer druk uit om dat ook te doen", ziet de onderzoeker.
Bekijk ook
3. Wordt er in het onderwijs voldoende aandacht besteed aan bewustwording bij jongeren over het belang van deze dagen?
"De samenleving verwacht dat mensen bekend zijn met de details van de Tweede Wereldoorlog, maar dat is soms niet haalbaar binnen de beperkte onderwijsuren", zegt Ribbens. "Zowel op de basisschool als op de middelbare school is de Tweede Wereldoorlog een vast onderdeel."
"Maar havo- en vwo-scholieren moeten geschiedenis als keuzevak kiezen om dieper op de oorlog in te gaan. Hoewel alle scholieren basiskennis meekrijgen, is het niet heel uitgebreid. Het probleem kan worden aangepakt door geschiedenis een verplicht vak te maken", denkt de NIOD-onderzoeker. "Op het vmbo is geschiedenis vaak geen apart vak, maar wordt het gecombineerd met andere vakken, zoals maatschappijleer. Hierdoor is er niet altijd genoeg tijd om aandacht te besteden aan de Tweede Wereldoorlog."
Ribbens ziet wel een grote interesse in de oorlog van scholieren. "Het is een levendige geschiedenis, er zijn veel speelfilms, videospellen en documentaires over dit onderwerp gemaakt. Grootouders vertellen hun kleinkinderen waarschijnlijk nog steeds wat zij van deze oorlog hebben meegemaakt. Het onderwerp is dus bijna overal aanwezig in de samenleving en dat roept de nieuwsgierigheid op van jongeren."
Maar het gaat niet alleen om kennis, maar juist ook om bewustwording, benadrukt hij. "Vaak wordt gedacht dat er morele lessen uit de Tweede Wereldoorlog getrokken moeten worden. Maar moet de Tweede Wereldoorlog het belangrijkste oriëntatiepunt zijn voor het morele kompas van jongeren? Of kan daarvoor ook worden gekeken naar actuele gebeurtenissen, zoals de oorlog in Oekraïne?"
4. Waarom herdenken we niet alleen de Tweede Wereldoorlog, maar ook andere oorlogen?
Ribbens wijst erop dat het niet klopt dat we tijdens de Dodenherdenking alleen de Tweede Wereldoorlog herdenken: "Veel mensen hebben het idee dat we alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdenken. Op 4 mei zijn de 2 minuten stilte deels hiervoor, maar officieel herdenken we ook de slachtoffers die zijn omgekomen in Nederlandse vredesmissies zoals de Nederlandse militairen in Libanon of voormalig Joegoslavië."
"Er bestaat onenigheid over het beperken van de aandacht van de Dodenherdenking tot alleen Nederlandse slachtoffers. Sommigen pleiten voor een verruiming van deze aandacht", vervolgt de onderzoeker. Hij ziet dat er ook belangstelling is voor andere oorlogen, maar dat die op andere momenten worden herdacht. "Er wordt ook stilgestaan bij conflicten zoals die in Oekraïne en Syrië, maar dit gebeurt vaak op kleinere schaal en is voor veel mensen minder vanzelfsprekend."
Het mooie aan de 2 minuten stilte tijdens de Dodenherdenking is dat niemand precies weet waar je aan denkt, zegt Ribbens. "Ik denk dat het voor veel Nederlanders zich niet beperkt tot wat zich in Nederland heeft afgespeeld. We realiseren ons niet altijd dat de herdenking op meer manieren kan worden ingevuld."
Bekijk ook
5. Waarom gaat het de laatste jaren vooral over Joodse mensen in plaats van verzetshelden, Roma, lhbti'ers, mindervaliden, etc.?
"In de eerste jaren na de oorlog lag de nadruk op het verzet, hier zat een gevoel van trots achter door de inzet en offers die gebracht zijn. Later kwam pas het besef dat de helft van de Nederlandse slachtoffers die om het leven zijn gekomen, Joods waren", legt Ribbens uit.
"Hoewel de herdenking van de Tweede Wereldoorlog alle personen omvat die zijn omgekomen, of het nu in een concentratiekamp was of als militair of verzetsman, zie je wel dat de Holocaust een centrale plek heeft gekregen in onze samenleving", zegt de onderzoeker. "Maar formeel nemen Joodse slachtoffers op 4 mei geen belangrijkere positie in dan andere groepen die in de oorlog zijn getroffen. Toch merk je bijvoorbeeld in films en documentaires dat er meer aandacht is voor de Holocaust dan voor het verzet."
Toch lijkt er sprake te zijn van een groeiende herwaardering van het verzet, ziet hij. "Rond het Verzetsmuseum in Amsterdam zijn er bijvoorbeeld discussies over het gebruik van het woord 'verzetsheld'. Niet iedereen is het erover eens of deze term wel op de juiste manier wordt gebruikt. Het herdenken van de Tweede Wereldoorlog en de invulling daarvan in onze cultuur zijn voortdurend aan het veranderen. Het feit dat de Holocaust nu centraal staat, betekent niet dat dit in de toekomst onveranderd zal blijven."
Ribbens vult aan dat er de laatste jaren meer aandacht is voor lhbti'ers, maar ook voor Indonesiërs en Surinamers. "Sommigen van hen kwamen in de concentratiekampen terecht door verzetsactiviteiten. Door de groeiende historische belangstelling voor verschillende oorlogservaringen en door de behoefte aan inclusiviteit en herkenbaarheid is hier de laatste jaren meer oog voor."
EenVandaag Vraagt
In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.