Jan Zwartendijk redde meer Joden dan Oskar Schindler in de tijd dat hij consul was in Litouwen, vlak voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak. De Tweede Kamer wil nu erkenning voor de heldendaad die hij verrichtte.

De complete Tweede Kamer wil dat de hoogst mogelijke Nederlandse onderscheiding postuum wordt toegekend aan verzetsheld Jan Zwartendijk. Tot grote vreugde van zijn zoon, Rob Zwartendijk.

Duizenden mensen gered

"Ik ben geboren in september 1939. Toen woonden we in Litouwen", vertelt zoon Rob Zwartendijk. "Mijn vader was toen de baas van Philips Litouwen. De consul toen had Duitse sympathieën en werd ontslagen. De ambassadeur van de Baltische landen heeft toen gevraagd of mijn vader consul wilde zijn van Litouwen."

De Duitsers waren bezig om Europa te veroveren. Hitler viel Polen binnen, waarna veel Poolse Joden naar Litouwen vluchtten. "Naar Rusland konden ze echt niet en Litouwen was de enige plek. Maar ja, wat dan?" Jan Zwartendijk verstrekte visa, waardoor Poolse Joden door de Sovjet-Unie konden reizen en zo naar Japan konden vluchten. "2.345 visa heeft hij uitgeschreven. Maar met zo'n visum gingen hele gezinnen weg. Dus duizenden hebben daardoor kunnen vluchten."

Bekijk ook

Angst dat het uit zou komen

De vader van Rob Zwartendijk moest heel snel werken om zoveel mogelijk visa uit te kunnen schrijven. "Ze begonnen 24 juli 1940, toen waren de Russen al binnengevallen in Litouwen. Op 3 augustus 1940 werden alle consulaten gesloten. Dus in 10 dagen heeft hij die dingen allemaal uitgeschreven en gestempeld. Hij werkte 16 uur per dag."

Het was onzeker of het gezin Zwartendijk zelf weg kon uit Litouwen. Uiteindelijk lukte dat in september 1940. Rust had Zwartendijk toen alle minst, ondanks dat hij niet langer mensen hielp met vluchten. "We kwamen in Eindhoven in een huis te zitten. Ik herinner mij dat in het huis daarnaast zes SS-officieren zaten. Mijn vader was als de dood dat die erachter kwamen wat hij had gedaan in Litouwen."

Bekijk ook

'Niks bijzonders gedaan'

De vader van Rob Zwartendijk overleed op 80-jarige leeftijd, in 1976. Nu is pas bekend geworden hoeveel Joden Jan Zwartendijk heeft gered. "In mijn dertiger jaren hoorde ik het een en ander, maar mijn vader zei altijd: 'Ik heb niks bijzonders gedaan.' En als je vader dat zegt, dan geloof je dat."

"Als ik hem er verder over vroeg, zei hij dat hij geinteresseerd was of er overlevenden waren. Dat werd helaas niet duidelijk voor hem. Mijn broer heeft zich er hard voor gemaakt. En toen bleek uit een brief uit Israël dat 95 procent van alle mensen die mijn vader heeft geholpen door een visum af te geven, het heeft overleefd."

Geen erkenning

Jan Zwartendijk heeft zelf die brief nooit kunnen zien of lezen. "Die brief kwam aan op de dag van zijn begrafenis", vertelt zijn zoon. "Dat is ook wel heel curieus, he?"

Toen Zwartendijk nog leefde, kreeg hij ook geen erkenning. Van het ministerie van Buitenlandse Zaken kreeg Jan Zwartendijk zelfs een reprimande. "Hij had dingen gedaan die niet mochten. Hij was ziedend, dat weet ik nog. Hij heeft het verder weggewuifd. Hij zei: 'Ik heb iets gedaan en ik dacht het juist mooi was'."

Verslaggever Harm van Atteveld in gesprek met Rob Zwartedijk

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.