De Nederlandse visserij wordt hard geraakt door de prijsstijgingen, veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne. Vanwege de hoge olieprijzen kost vissen nu meer dan het oplevert. Tot ergernis van de vissers wil de overheid hen niet compenseren.
Zo'n 40 procent van alle kotters op Urk ligt aan wal vanwege de hoge kosten. In het vissersdorp wordt de pijn gevoeld, want iedereen heeft daar baat bij de visserij. "Dat is de kracht van Urk: hoe meer je vangt, hoe meer je verdient", zegt visser Rense de Boer.
Schip ligt stil
Maar veel wordt er nu niet gevangen. Zo heeft de Urkse visser twee schepen, waarvan er eentje vaart en de ander al 7 weken stil ligt. "De kosten komen boven de baten uit", vertelt hij. "Dit hebben we nog niet meegemaakt. Schepen die 3 weken geleden nog voeren, liggen nu stil."
Een half jaar geleden betaalde Rense nog 60 cent voor een liter gasolie, nu al bijna 1 euro. "Zo maak je 5.000 tot 15.000 euro verlies per week", zegt hij.
Bekijk ook
Meerdere tegenslagen
Het is niet de eerste tegenslag die de visserij moet verduren. "De visserij weet niet meer wat te doen. Er worden windmolens in de Noordzee gezet, in een goed gebied voor vissers. Waar mogen wij dan nog gaan vissen?", vraagt hij zich hardop af.
"Dan komt ook nog de Brexit bij, waardoor je je vangstrechten verliest. En nu is er de oorlog in Oekraïne, waardoor onze kosten verdubbeld zijn. En dat gaat niet alleen om brandstof, dat gaat ook om materiaal. Koper, ijzer, hout, alles is onbetaalbaar geworden."
Niet volhouden
Urkse vissers kunnen hun bemanning bijna niet meer betalen, die normaal gesproken meedeelt in de visopbrengst. "Je gaat ze op een gegeven moment zelf maar een bedrag geven zodat ze het kunnen uitzingen."
Maar heel lang kan hij dat niet volhouden. "Als je dat een paar weken doet, moet je beslissen om je schip te laten liggen en geen vis meer te vangen."
Bekijk ook
Krapte op arbeidsmarkt
Met de krapte op de arbeidsmarkt, verdwijnt de bemanning langzaam. "Ze kunnen overal gaan werken tegenwoordig. Er zijn mensen de bouw in gegaan. Dan moet ik maar hopen dat ze terugkomen."
Rense heeft er wel begrip voor. "Wat voor toekomst hebben ze nog bij ons? Weinig. Als er nu niks gebeurt en we dit laten aanmodderen, zijn we er over een half jaar niet meer."
Geen compensatie
De visserij vindt dat de overheid tegemoet moet komen met compensaties. "Natuurlijk spreken ze over compensatie voor huishoudens, maar wij zitten met dezelfde problemen." Rense wijst erop dat hij met de bank geen financiële afspraken kan maken, vanwege de onzekerheid.
In omringende landen worden vissers wel gecompenseerd. Daardoor kunnen Franse en Duitse vissersboten blijven varen op de Noordzee. Nederland compenseert vissers niet, ondanks meerdere brandbrieven vanuit de sector aan minister Henk Staghouwer van Landbouw.
Bekijk ook
Politieke keuze
In een reactie zegt de minister dat in het kabinet is afgesproken geen enkele sector te compenseren voor de hoge brandstofprijzen. Dus de vissers ook niet. Terwijl het van de Europese Unie wel mag.
Dat Frankrijk en Duitsland hun schippers wel compenseren voor de verhoogde kosten, noemt de minister 'een politieke keuze'. De vrees onder Nederlandse vissers is nu dat Franse of Duitse vissers een deel van de markt overnemen.
Innovaties voor visserij
Staghouwer wijst op een innovatiepot waar de Nederlandse visserijsector gebruik van kan maken. Vissers kunnen aanspraak maken op dat potje als ze innovaties implementeren. Maar volgens de sector lost dat geld de problemen van nu niet op. "Natuurlijk moeten we innoveren, maar dat zijn trajecten van jaren."
"Als je nu geen steun geeft, valt er straks niet meer te innoveren, omdat er geen schepen meer zijn", aldus Rense. Hij ligt nachten wakker van de situatie en vreest het ergste voor de visserijtraditie op Urk. "Dat zou doodzonde zijn, want dan raken we alle kennis en kunde kwijt."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.