Het is volgens Trump hét antwoord op de oorlog tegen criminaliteit en drugs: de bouw van een muur aan de Amerikaans-Mexicaanse grens. In totaal moet het bouwwerk 1600 kilometer lang en 9 meter hoog worden en zal het worden opgetrokken uit tonnen gewapend beton en staal.
Volgens tegenstanders is het vooral symboolpolitiek maar volgens voorstanders is het de enige overgebleven oplossing. Vrij snel na zijn officiële inauguratie gaf Trump dan ook, zoals we dat inmiddels van hem gewend zijn, per decreet het startschot voor de bouw van de muur.
Maar of de muur er nu ook echt gaat komen is nog maar zeer de vraag. Het Congres zal het Trump in ieder geval knap lastig maken om zijn belofte waar te maken. Vorige week bleek dat er op dit moment niet genoeg steun is om de financiering rond te krijgen.
Het ministerie van Homeland Security heeft begroot dat het bouwen van de muur zeker 21 miljard dollar zal kosten. Het Witte Huis houdt nog altijd vast aan een bedrag van 15 miljard dollar. Hoe dan ook betekende deze eerste stemming over de begroting een enorme tegenslag voor het Witte Huis.
Toch ziet de president het zelf nog altijd anders. Zo stelt Trump dat de muur nu dan wel wordt gebouwd met Amerikaans geld door een voorschot uit belastinggeld, maar uiteindelijk zal Mexico de rekening gepresenteerd krijgen. President Pena van Mexico heeft daarop laten weten dat Amerika niet op een bijdrage uit Mexico hoeft te rekenen. Het Witte Huis liet weten dat de plannen nu zijn verschoven naar het najaar en Trump benadrukte op Twitter nog maar eens dat de muur er echt gaat komen:
Toch zijn er ook al plekken waar je al een voorproefje kan krijgen van de plannen van Trump. Zo worden de steden San Diego (Californië) en Tijuana (Mexico) al tientallen jaren gescheiden door een metershoog hek van staal. Hemelsbreed liggen deze steden maar 30 kilometer bij elkaar vandaan en toch kunnen de contrasten haast niet groter zijn. In San Diego wonen naar schatting 200.000 illegale immigranten die hopen op een beter leven. In Tijuana zitten nog eens tienduizenden wanhopigen die proberen of die al - zonder succes - geprobeerd hebben om de grens over te steken.
Tussenin ligt een soort niemandsland, een bloedhete woestijn waar je in het zand af en toe voetafdrukken kunt vinden van een van de illegale grensoverstekers. Sinds de aanleg van het hek in de jaren ‘90 zijn hier zeker 6500 doden gevallen.
Verslaggever Tom van ‘t Einde gaat op pad met de Border Angels, een club van vrijwilligers die hulp verleent aan de mensen die met gevaar voor eigen leven toch de woestijn proberen te doorkruisen. Dit doen ze niet alleen door juridische bijstand te verlenen maar bijvoorbeeld ook met heel praktische zaken, zoals waterflessen verstoppen op de meest gebruikte routes.
En dan is er nog eens in de twee jaar een heel bijzondere ontmoeting bij het hek, wat misschien wel het beroemdste wapenfeit van de Border Angels is. Onder toezicht van de Amerikaanse border patrol gaat het hek op Children’s Day voor héél even open, zodat een klein groepje kinderen hun familie aan de andere kant van de muur voor een paar minuten kunnen omhelzen. EenVandaag is getuige van dit bijzondere moment.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.