radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Rotterdam kreeg sinds april bijna 1000 mensen uit de bijstand door een betaalde opleiding: ook Hawa en Zaadia zijn zo weer aan het werk

Rotterdam kreeg sinds april bijna 1000 mensen uit de bijstand door een betaalde opleiding: ook Hawa en Zaadia zijn zo weer aan het werk
Hawa en Zaadia kregen allebei een baan na een betaalde opleiding
Bron: EenVandaag

De afgelopen maanden daalde het aantal bijstandsgerechtigden in Rotterdam met bijna 1000. De arbeidsmarkt trekt aan, er zijn veel openstaande vacatures, en: de stad heeft geleerd dat alleen opleiden écht werkt.

Ook Hawa en Zaadia kwamen door een opleiding weer aan het werk. Hawa Mara vluchtte 20 jaar geleden door een burgeroorlog uit Sierra Leone naar Nederland. Ze verloor haar moeder op jonge leeftijd en redt zich al sinds haar zesde in haar eentje. Eenmaal in Nederland ging ze aan de slag als schoonmaakster.

Niet in de bijstand

Maar toen vorig jaar de coronapandemie toeslag, ging haar werkgever failliet en stond ze op straat. Zo belandde ze in de bijstand, maar dat was het laatste wat Hawa wilde. "Werk geeft je vrijheid, werk geeft je zelfstandigheid en verantwoordelijkheid over je eigen leven", vertelt ze.

Daarom maakte ze onmiddellijk gebruik van het aanbod van de gemeente Rotterdam om een opleiding te volgen. Ze haalde haar basiscertificaat in de schoonmaakbranche en door die opleiding had ze vrij snel een nieuwe baan te pakken op luchthaven Schiphol, bij Schoonmaakbedrijf Hago.

info

Corona en de bijstand


De coronapandemie heeft in eerste instantie gezorgd voor een groei van het aantal mensen in de bijstand, maar die trend is in april gekeerd. Ook de rest van het jaar lijkt dit te dalen. In Rotterdam was tussen april en augustus 2021 een netto uitstroom van 916 mensen uit de bijstand.

'Als ik thuis moet zitten word ik verdrietig'

Ook Zaadia Castrillion Krasthz kwam ongeveer 20 jaar geleden vanuit Colombia naar Nederland. Voor de liefde, maar helaas is die relatie verbroken. Ook Zaadia verloor haar baan bij een schoonmaakbedrijf aan het begin van de coronapandemie.

Ze wilde dolgraag weer aan de slag. "Als ik thuis moet zitten, word ik onmiddellijk ziek en verdrietig. Ik wil dat echt niet", zegt Zaadia. Ook zij behaalde haar basiscertificaat, en vond een baan bij schoonmaakbedrijf CSU, dat haar inzet bij waterleidingbedrijf Evides in Oud-Beijerland.

Meer dan een half miljard euro

De verhalen van Hawa en Zaadia staan niet op zichzelf. In Rotterdam gingen de afgelopen maanden veel meer mensen vanuit de bijstand aan de slag. Gemiddeld kost een bijstandsuitkering de stad 14.464 euro. De 35.000 mensen die nu nog in de bijstand zitten in Rotterdam, kosten de stad dus elk jaar meer dan een half miljard euro.

Wanneer het lukt om 1000 mensen uit de bijstand te laten stromen, levert dat 14,5 miljoen euro op. Met die bedragen in gedachte - en met de krappe arbeidsmarkt met duizenden onvervulbare vacatures - is het investeren in opleidingen verstandig, zo dacht de stad.

'Gebrek aan opleiding grootste bottleneck'

De Rotterdamse wethouder werk en inkomen Richard Moti erkent dat er al jaren wordt gesproken over de noodzaak om mensen in de bijstand op te leiden. Maar tot resultaten leidde dat lange tijd niet. Er is in veel steden, maar vooral in Rotterdam, een grote groep mensen die geen enkele opleiding heeft genoten.

"Gebrek aan opleiding is vaak de grootste bottleneck om weer aan het werk te komen. Er zijn nu voldoende vacatures maar daar heb je wel de juiste papieren voor nodig. Maar opleiding is duur, zeker voor volwassenen", legt Moti uit.

Bekijk ook

'Duizenden mensen aan de slag'

In het leerwerk-akkoord dat is gesloten tussen de gemeente, onderwijsinstellingen en werkgevers, hebben deze drie partijen daarom afgesproken de opleidingen van deze mensen in de bijstand samen te betalen. Zodat mensen toch de juiste diploma's hebben om aan de slag te kunnen.

"Er was altijd een mismatch tussen de vraag op de arbeidsmarkt en het aanbod van mensen. Het is ons in de afgelopen 3 jaar gelukt om vele duizenden mensen aan de slag te krijgen", zegt Moti.

2500 euro scholingsbudget voor iedere Rotterdammer

Overigens wil de stad het nóg groter aanpakken op het gebied van scholing. Binnenkort kan elke Rotterdammer - met of zonder baan - aanspraak maken op een budget van 2500 euro om een opleiding te volgen op maximaal mbo-niveau.

Daarmee wil de stad haar inwoners nog meer kansen geven en het arbeidstekort oplossen. Het moet daarom wel een opleiding zijn waar veel vraag naar is.

De afgelopen maanden daalde het aantal bijstandsgerechtigden in Rotterdam met bijna 1000. De arbeidsmarkt trekt aan, er zijn veel openstaande vacatures, en: de stad heeft geleerd dat alleen opleiden zorgt voor nieuwe kansen op de arbeidsmarkt.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is

Waarom de behandeling van de Voorjaarsnota een van de belangrijkste financiële momenten van het jaar is
Folkert Idsinga (NSC) en Nicolien van Vroonhoven (NSC) komen aan bij het ministerie van Financiën, waar de coalitiepartijen beginnen aan de onderhandelingen over de Voorjaarsnota
Bron: ANP

Al sinds het aantreden van kabinet-Schoof kijkt politiek Den Haag met angst en beven uit naar de onderhandelingen over de Voorjaarsnota. Maar wat is deze nota precies en waarom is die zo belangrijk? "Na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment."

Het ministerie van Financiën is vanaf vandaag weer even het middelpunt van politiek Den Haag. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) en de fractievoorzitters van coalitiepartijen VVD, PVV, NSC en BBB proberen het daar de komende dagen eens te worden over de Voorjaarsnota.

Begroting van het lopende jaar

De Voorjaarsnota is het document waarin de begroting van het lopende jaar wordt aangepast. Dit gebeurt altijd in het voorjaar. Verder is de Nota ook het document waarin vooruit wordt gekeken naar toekomstige begrotingen.

Dit is elk jaar een spannend moment, maar dit jaar wordt er gesproken over miljarden euro's aan opgespaarde problemen.

Bekijk ook

Politieke 'wenslijstjes'

Daarbovenop komen ook nog de politieke 'wensenlijstjes' - van lagere huren tot extra geld voor gemeenten - die samen tot miljarden én miljarden euro's extra optellen.

En omdat het onderlinge wantrouwen in de coalitie groot is, gonst het in de Haagse wandelgangen daarom al maanden dat het kabinet wel eens hierom zou kunnen vallen.

Pittige gesprekken

"Het worden wel pittige gesprekken, verwacht ik", geeft minister Heinen toe tegenover EenVandaag. "De wensen zijn natuurlijk hoog, maar ik heb nog geen dekking gezien. En daar zit natuurlijk altijd de moeilijkheid in: hoe ga je het betalen?"

"Ik snap heel goed de wens voor extra uitgaven, maar matig want we krijgen het niet altijd uitgegeven en de inflatie is hoog, dat moeten we niet aanwakkeren", zegt de minister van Financiën.

Bekijk ook

'Lopen we op schema?'

"Het is na Prinsjesdag het belangrijkste financiële moment van het jaar," benadrukt Wimar Bolhuis over de Voorjaarsnota. Bolhuis is gespecialiseerd in overheidsfinanciën en als econoom verbonden aan de Universiteit Leiden.

"We hebben met Prinsjesdag een begroting voor 2025 gemaakt. Bij de Voorjaarsnota wordt gekeken: hoe gaat het eigenlijk met de uitgaven en de inkomsten? Loopt dat op schema?"

Alvast vooruitblikken

Een tussentijdse check van het huishoudboekje van de overheid dus, gecoördineerd door de minister van Financiën. Maar volgens econoom Bolhuis is het meer dan dat alleen.

"Het is ook belangrijk omdat je alvast met elkaar vaststelt welke uitgaven je wilt doen in de begroting voor de komende jaren. Dat is belangrijk. Wil je meer uitgeven aan bepaalde onderwerpen? Moet je de komende jaren problemen oplossen?"

Bekijk ook

Begrotingsregels

Al die wensen zijn gebonden aan speciale spelregels, zegt Bolhuis. "De begrotingsregels stellen bijvoorbeeld dat je niet zomaar extra uitgaven mag doen als minister. Daar moet goedkeuring voor zijn. En als je dat wil doen, zou je bijvoorbeeld extra moeten bezuinigen."

Een andere regel waar alle partijen zich aan moeten houden: "Daarnaast is er de regel dat als je meevallers hebt op je begroting, dat je die niet zomaar opnieuw mag uitgeven. Die moeten terug naar het ministerie van Financiën. Zo komt er weer ruimte voor andere ministeries om geld uit te geven."

Politieke wensen

En extra geld willen alle coalitiepartijen maar al te graag uitgeven. Zo gek is dat volgens Bolhuis niet, want zo halverwege het jaar ontstaan er allemaal nieuwe politieke wensen. Denk aan extra geld om de energierekening naar beneden te brengen, de huren en benzineprijzen te verlagen of de kinderopvang goedkoper te maken.

Maar ook de situatie in Oekraïne en de opstelling van de Amerikaanse president Donald Trump dwingen tot extra investeringen in defensie.

Bekijk ook

Nog meer geld nodig

Daarnaast heeft het kabinet ook nog geld nodig om de BTW op cultuur, media en sport te verlagen. Er is verder ook geld nodig om het stroomnet te verzwaren, de problemen met de vermogensbelasting zijn nog altijd niet opgelost, en er is ook extra geld nodig om de WIA-uitkeringen te compenseren.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over extra geld voor de stikstofproblemen en om de jeugdzorg in gemeenten te verbeteren.

Bekijk ook

Staatsschuld

PVV en BBB zien de oplossing voor deze problemen in de lage staatsschuld die Nederland heeft. Daardoor zouden we makkelijk miljarden euro's kunnen lenen om al die wensen te betalen. "Nederland heeft een relatief lage staatsschuld, ongeveer 45 procent van het bruto binnenlands product. Dat is internationaal gezien laag," erkent Bolhuis.

De vraag is alleen of het verstandig is de staatsschuld op te laten lopen. "Je zou deze kunnen laten oplopen, maar de belangrijkste vraag is natuurlijk wat ga je met dat geleende geld doen? Ga je met dat geld dan investeringen doen die zich ook terugbetalen?"

Nieuwe planning

De conclusie volgens Bolhuis? "Het is een schaarstediscussie. Je moet kiezen. Dus dat wordt voor het kabinet wel een lastige keuze. Want er zijn gewoon vier partijen met verschillende belangen," zegt Bolhuis.

"Maar uiteindelijk is het de minister van Financiën en de minister-president om een keuze te maken en de nieuwe plannen voor 1 juni naar de Tweede Kamer te sturen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet

Groot deel asielzoekers die eigenlijk naar ander EU-land moeten om procedure af te wachten, doen dat niet
Bord van de IND, beeld ter illustratie
Bron: ANP

Slechts één op de vijf asielzoekers in Nederland die volgens de regels naar een ander EU-land moeten terugkeren, wordt daadwerkelijk overgedragen. Dat blijkt uit cijfers die EenVandaag heeft opgevraagd bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

In 2023 werden 11.440 zogenoemde overdrachtsverzoeken ingediend. Maar slechts 2.420 asielzoekers vertrokken daadwerkelijk naar het land waar ze hun procedure zouden moeten afwachten. Voor 2024 ligt het aantal verzoeken op 8.820, waarvan er tot nu toe maar 1.550 zijn gehonoreerd. Volgens de IND kunnen overdrachten door lange procedures meer dan een jaar duren.

Grote verschillen tussen EU-landen

De bereidheid van EU-landen om asielzoekers terug te nemen, verschilt sterk. Duitsland accepteert bijna de helft van de verzoeken, terwijl Italië vrijwel nooit reageert. In de afgelopen 3 jaar is er geen enkele asielzoeker vanuit Nederland naar Italië teruggestuurd, ondanks ruim 4.000 verzoeken.

Griekenland en Hongarije krijgen vanuit Nederland zelfs helemaal geen verzoeken meer. Deze landen weigeren structureel om asielzoekers terug te nemen, waardoor het aantal succesvolle overdrachten al 5 jaar op nul staat.

Bekijk ook

Nederlandse rechters blokkeren soms overdrachten

Soms voorkomen Nederlandse rechters dat een asielzoeker wordt teruggestuurd. In de afgelopen 2,5 jaar gebeurde dat bijvoorbeeld twee keer bij overdrachten naar België. Dit omdat asielzoekers daar een 'onmenselijke behandeling' te wachten zou staan.

De meeste asielzoekers die volgens de zogeheten Dublinverordening naar een ander EU-land zouden moeten vertrekken, verdwijnen uit het zicht van de autoriteiten. Ze worden als 'met onbekende bestemming vertrokken' geregistreerd, waardoor overdracht niet meer mogelijk is.

Bekijk ook

Veel asielzoekers verdwijnen in de illegaliteit

Volgens migratiedeskundige aan de Universiteit Leiden Mark Klaassen, die ook lid is van de Adviesraad Migratie, is het voor het kabinet geen prioriteit om deze groep te volgen of te dwingen te vertrekken. "Daar is nu geen effectief beleid voor", zegt hij.

"De overheid zou beter haar best moeten doen om mensen in een opvangvoorziening te houden."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant