radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Onderzoek vluchtelingen: Bewust voor Nederland gekozen

Onderzoek vluchtelingen: Bewust voor Nederland gekozen

Zeven op de tien (70%) vluchtelingen die het afgelopen jaar naar Nederland zijn gekomen, hebben bewust voor ons land gekozen. Dat blijkt uit een bijzonder onderzoek van tv-programma EenVandaag, dat zeven opvanglocaties door het land bezocht en middels een online peiling aan 600 vluchtelingen vroeg of ze zich welkom voelen, hoe ze hun toekomst zien en hoe ze aankijken tegen het homohuwelijk. 

Racisme

Terwijl in ons land de laatste weken veel te doen was om racisme, heeft Nederland voor vluchtelingen juist een positief imago op dit gebied. Dit was voor hen juist één van de redenen om hierheen te komen. ‘Ik hoorde in Syrie dat Syrische vluchtelingen in andere Euopese landen last hebben van racisme. Omdat ik denk dat er in Nederland minder racisme is en er meer gelijkheid is dan in andere Europese landen, heb ik voor Nederland gekozen,' geeft een deelnemer aan. Ook stond Nederland bekend om zijn gelijkwaardigheid, geven de deelnemers aan, en de korte procedures voor asielaanvraag en gezinshereniging.

‘Terug naar je eigen land’

Na veel protesten in Nederland tegen de komst van vluchtelingen en opvanglocaties, is het de vraag in hoeverre vluchtelingen zich hier welkom voelen. Eenmaal in Nederland hebben ze vrijwel allemaal wel eens negatieve ervaringen gehad. Bijna één op de vijf (18%) geeft dan ook aan zich niet welkom te voelen. Voor een deel, zo geven respondenten aan, komt dat ook door de opstelling van de Nederlandse overheid en de plaats waar ze opgevangen worden. Het lijkt erop dat asielzoekers in grote steden zich meer geaccepteerd voelen.

Twee derde (66%) echter geeft echter aan zich wél welkom te voelen, en 16 procent weet het niet omdat ze zowel positieve als negatieve ervaringen hebben. ‘De Nederlandse mensen zijn zo fantastisch en helpen veel, maar er zijn ook een paar racisten die je laten stoppen op straat en zeggen dat ze hier geen criminelen willen.'

Toekomst in Nederland?

Zeven op de tien (70%) asielzoekers die meededen zien hun toekomst in Nederland, ook als de oorlog in het land van herkomst voorbij is en/of de politieke situatie meer stabiel.

De verwachtingen op een goede toekomst blijken hoog gespannen: mede door hun opleidingsniveau, de kans nog extra opleidingen te volgen en hun goede beheersing van de Engelse taal verwachten ze snel iets terug te kunnen doen voor de Nederlandse maatschappij. 

Opvang: een krappe voldoende

Vluchtelingen beoordelen de opvanglocatie waar ze nu zitten gemiddeld met het cijfer 5,8. Het cijfer is met name een krappe voldoende omdat ze hun dankbaarheid voor de opvang en het werk van de vrijwilligers hebben meegenomen in de beoordeling. ‘Alles kan beter. Ik heb dit cijfer alleen gegeven omdat het een veilig plek is en nergens anders om,’ geeft een deelnemer aan. In enkele opvanglocaties hebben bewoners de afgelopen maanden geprotesteerd omdat ze vonden dat het eten slecht is. Dit blijkt breder gedeeld te worden. ‘We hebben zeven maanden lang iedere dag hetzelfde ontbijt en hetzelfde avondeten, wat eigenlijk niet gezond is voor een mens.

Ook het gebrek aan activiteiten in combinatie met het lange wachten wordt veel genoemd als negatief punt, net als de opstelling van het COA. ‘We krijgen slechte ondersteuning van het COA. Hoe simpel het verzoek ook is, het antwoord is altijd nee. Ik begrijp dat het COA onder grote druk staat, maar plaats 700 mensen een jaar bij elkaar op één plek, zonder iets te doen, alleen maar eten en slapen en wachten. Ze worden depressief en verliezen hun motivatie om de volgende stap te zetten en productieve mensen te worden in de samenleving.'

In het onderzoek geeft één op de zes deelnemers aan zich niet veilig te voelen in de opvang. Met name minderheden als homo’s en Christenen hebben het soms moeilijk in de opvang, maar ook de vele transfers die vaak pas een dag van tevoren worden aangekondigd zorgen voor een gevoel van onveiligheid. Sommige deelnemers geven aan het afgelopen jaar 14 keer verplaatst te zijn van opvanglocatie naar opvanglocatie zonder te weten waarom ze verplaatst werden.

Nederlanders en vluchtelingen over homohuwelijk

Al vaker is in Nederland hardop de vraag gesteld of vluchtelingen zich wel voldoende willen aanpassen aan onze normen en waarden. Wij hebben de deelnemers ook voorgelegd of ze er een probleem mee hebben dat twee mannen hier kunnen trouwen. Bijna zes op de tien (58%) geeft aan dit geen probleem te vinden. Zoals iemand zegt: 'Dit is een persoonlijke vrijheid en dat moet ik respecteren als ik wil dat anderen mij ook accepteren.'

Bijna een kwart (24%) heeft wel een probleem met het homohuwelijk en nog eens 18 procent weet het niet. ‘Ik kan het begrijpen, maar ik blijf ver weg van ze,' geeft een deelnemer aan.

EenVandaag stelde de vraag over het homohuwelijk ook aan 26.199 mensen uit het EenVandaag Opiniepanel: opvallend is dat ook hier 18 procent aangeeft een probleem te hebben met het homohuwelijk.

Het COC reageerde aangenaam verrast op de cijfers:

Over het onderzoek

Een team van het EenVandaag Opiniepanel heeft gedurende een maand zeven willekeurige opvanglocaties door het land bezocht, zowel AZC’s als noodopvanglocaties, in Almere, Blauwestad, Nijmegen, Haarlem, Rosmalen, Arnhem en Katwijk. Voor de ingang van deze opvanglocaties hebben ze honderden vluchtelingen aangesproken en gevraagd of ze mee wilden doen aan een anonieme, online survey voor tv-programma EenVandaag. Invullen kon ter plaatse via mobiel of op de computer in drie talen: Arabisch, Tigrinya (Eritrea) en Engels. Daarnaast is een besloten Facebook community gestart waar alleen vluchtelingen toegang toe hebben gekregen die in Nederland zijn. Deelnemers aan het onderzoek konden zich bij deze community aanmelden om het project verder te volgen. Daarnaast konden ze vrienden en bekenden naar deze pagina verwijzen, die ook via deze pagina toegang hebben gekregen tot het onderzoek. 

Een groep van 610 vluchtelingen die in Nederland zijn hebben uiteindelijk deelgenomen aan het onderzoek. Driekwart is afkomstig uit Syrie, de overige respondenten kwamen met name uit Irak en Iran. De grootste groep respondenten heeft in het onderzoek aangegeven ofwel een university degree te hebben ofwel geen diploma. Het overgrote deel respondenten is man (88%) en circa acht op de tien zijn onder de 40 jaar. Driekwart geeft aan aanhanger te zijn van de Islam en circa 1 op de 10 is Christen.

De resultaten van het onderzoek zijn gecorrigeerd voor drie variabelen: leeftijd, geslacht en status van de asielprocedure.

Download

update
clock 18-06-2016 14:19

Reactie staatssecretaris Dijkhoff

"Het afgelopen jaar hebben we te maken gehad met een uitzonderlijk hoge asielinstroom. Dat heeft ertoe geleid dat mensen die hier kwamen langer moesten wachten en dat de opvang soms minder ideaal was, zeker als het ging om de noodopvanglocaties. Dat desondanks veel ondervraagden zich volgens deze peiling welkom voelen, vind ik een compliment aan alle betrokkenen (binnen VenJ en daarbuiten) die zich hiervoor hebben ingespannen. Maar tegelijk zien we ook dat 17 % zich nog niet voldoende veilig voelt. Laat volstrekt helder zijn dat ontoelaatbaar gedrag op opvanglocaties niet wordt getolereerd. Daarom zijn recent de huisregels in de opvang en de bijbehorende sancties bij een overtreding daarvan nog aangescherpt. 

Uit de peiling blijkt ook dat goede informatievoorziening voor asielzoekers heel belangrijk is. Dit kan onjuiste beelden en daarmee onnodige frustraties over bijvoorbeeld de wachttijden in asielprocedures voorkomen. De IND, het COA en ook mijn eigen departement doen er alles aan om asielzoekers die hier binnenkomen zo goed mogelijk te informeren. Zo krijgt iedere asielzoeker die zich in Ter Apel meldt een brief in zijn eigen taal met uitleg over wat hem te wachten staat. Iedereen wordt bijvoorbeeld geinformeerd over de asielprocedure maar ook over de Nederlandse normen en waarden. Ik vind het belangrijk dat dit alles gelijk bij binnenkomst helder wordt gecommuniceerd zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is.”

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ontslagronde bij Tata Steel, maar kan Europa wel zonder eigen staalfabrieken? 'Nodig voor schepen en tanks'

Ontslagronde bij Tata Steel, maar kan Europa wel zonder eigen staalfabrieken? 'Nodig voor schepen en tanks'
Werknemers van Tata Steel aan het werk
Bron: ANP

Terwijl China en de Verenigde Staten met importheffingen naar elkaar gooien, is er slecht nieuws uit IJmuiden. Mede dankzij die importheffingen zit Tata Steel in zwaar weer. 1 op de 5 medewerkers gaat zijn baan verliezen. "Speelt al heel lang bij Tata."

Tata Steel heeft het, net als andere Europese staalbedrijven, al jarenlang moeilijk. De recente importheffingen van Amerikaanse president Donald Trump van 25 procent op Europees staal zijn maar een van de vele uitdagingen, ziet ook Ron Stoop, strategisch analist geo-economie aan het Haags Centrum voor Strategische Studies.

Concurrentie vanuit China

"Allereerst is er hele hoge concurrentie vanuit China op dit moment", legt hij uit. Dat komt volgens Stoop door het industriebeleid van China, daar wordt erg ingezet op de zogenaamde maakindustrie maar neemt de consumptie minder toe. Dus er wordt heel veel gemaakt in China terwijl de vraag niet enorm hoog is.

"Daardoor wordt er vanuit China heel veel staal geëxporteerd. Dat staal komt dus op andere markten terecht, waaronder de Europese." Dat goedkope Chinese staal drukt op de markt, legt Stoop uit, waardoor Europese staalbedrijven minder aantrekkelijk worden. "Er zijn toch veel bedrijven die gewoon staal kopen waar het het goedkoopst is."

Bekijk ook

Energieprijzen en investeringen

Maar ook binnen Europa zijn er grote ontwikkelingen, ziet de analist. "Ten eerste de hogere energieprijzen, als gevolg van onder andere de energiecrisis." Daardoor zijn Europese bedrijven die veel energie gebruiken, zoals de staalindustrie, veel duurder uit. "Die worden gewoon minder concurrerend."

De tweede ontwikkeling is volgens Stoop de energietransitie, staal moet op een groenere manier gemaakt worden. "Daarvoor zijn veel investeringen nodig. Daarbij is het ook zo dat groene productiemethoden op dit moment duurder zijn dan de traditionele methoden", legt hij uit. Bedrijven weten daarom volgens hem niet zeker of ze die grote investeringen gaan terugverdienen.

'Speelt al erg lang bij Tata Steel'

Medewerkers van Tata Steel zijn niet verrast dat er ontslagen vallen. "Dat is een verhaal dat eigenlijk al heel erg lang speelt bij Tata Steel", vertelt een logistiek medewerker. "We moeten natuurlijk naar groen staal toe en daar zijn gewoon impactvolle beslissingen voor nodig, dit is waarschijnlijk er weer één van."

Volgens een andere medewerker van het staalbedrijf moeten de Nederlandse regering en Europese beleidsvormers iets doen om het tij te keren voor Europese staalbedrijven. "China dumpt heel veel staal op de internationale markt. Ik denk ook dat de Europese staalindustrie gesubsidieerd moet worden om overeind te blijven."

Bekijk ook

'Is een algehele trend in Europa'

Voor Stoop is het ook geen verrassing dat Tata Steel met een ontslagronde komt. "Het is een trend, ook in Engeland zijn er staalbedrijven flink aan het snoeien in het aantal medewerkers", vertelt hij. "Je hebt ook andere Europese bedrijven die bepaalde groene staalinitiatieven nu aan het terugschroeven zijn."

Het verschilt volgens de analist enorm per bedrijf wat ze doen om geld te besparen. Zo kunnen bedrijven doorwerken maar geen nieuwe investeringen doen, mensen ontslaan, het bedrijf verplaatsen naar goedkopere plekken of sluiten.

Basisindustrie in Rotterdam

De vraag is hoe belangrijk het nog is dat we staalfabrieken hebben in Europa, want we kunnen het gewoon veel goedkoper halen uit China. Maar volgens Stoop is deze zogenaamde 'basisindustrie' nog steeds nodig. "Belangrijkste is dat die producten weer in andere industrieën verder gebruikt worden, zoals in de hightechindustrie."

Stoop legt uit dat die industrieën zich vaak vestigen waar ze die producten kunnen kopen, zoals in Rotterdam. "Er zijn ook allemaal hightech-bedrijfjes die om die basisindustrie heen zitten. Daar zie je het veel."

Bekijk ook

'Nodig voor schepen en tanks'

Een andere reden waarom Europa - vooral nu - volgens de analist staalfabrieken nodig heeft, is de herbewapening. "Want staal heb je nodig voor schepen en voor tanks. Zonder staal kun je eigenlijk bijna niet beginnen met het maken van defensieproducten."

"Stel je bent in oorlog met China, jij moet schepen maken en China zegt: 'Je krijgt geen staal meer van ons.' Dan heb je wel een probleem natuurlijk", legt hij uit.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Huishoudens betalen 32 keer meer voor energie dan grote bedrijven, maar dat heeft een reden

Huishoudens betalen 32 keer meer voor energie dan grote bedrijven, maar dat heeft een reden
Bron: ANP

Huishoudens in Nederland betalen veel meer energiebelasting dan grote bedrijven. Dat verschilt vaak tientallen centen per kilowattuur. Hoe kan dat? "Als Nederland bedrijven zwaar zou belasten, verliezen we het internationaal."

Wat een huishouden uiteindelijk betaalt voor elektriciteit en gas bestaat niet alleen uit de prijs van de energie zelf. "Van de 29 cent per kilowattuur die je nu als consument betaalt, is ongeveer 12 cent belasting", legt energieprofessor aan de TU Eindhoven David Smeulders uit. "Daar komt ook nog btw bovenop."

Verschil in energiebelasting

Maar voor grootverbruikers ligt dat heel anders. "Zij betalen maar 0,3 cent belasting per kilowattuur", vertelt Smeulders. Dat verschil is enorm, zeker als je bedenkt dat huishoudens gemiddeld 3.000 kilowattuur per jaar gebruiken, terwijl grote industrieën ver boven de 10 miljoen kilowattuur uitkomen.

Machiel Mulder, energie-econoom aan de Rijksuniversiteit Groningen, ziet dat het verschil in energiebelasting tussen huishoudens en bedrijven kan oplopen tot 32 keer zo veel, bij gas 10 keer. Toch betalen bedrijven ook steeds meer. "De belasting voor bedrijven is de afgelopen jaren verhoogd", zegt Mulder. "Maar het verschil met huishoudens blijft groot."

Bekijk ook

Internationaal verliezen

De reden daarachter is simpel: internationale concurrentie. "Dit zijn nationale belastingen", legt Mulder uit. "Als je in Nederland de energiebelasting voor bedrijven verhoogt, zet je ze op achterstand ten opzichte van bedrijven in landen waar de belasting lager is."

"Als Nederland bedrijven zwaar zou belasten, verliezen we het internationaal", legt hij uit. "De energiebelasting is een nationale regeling, dus bedrijven kunnen elders goedkoper uit zijn." Daar komt bij dat veel grote bedrijven onder het Europese emissiehandelssysteem vallen. Ze betalen al voor hun CO₂-uitstoot, wat volgens de overheid een aanvullende belasting overbodig maakt.

Ook in andere landen

Ook in landen als Duitsland en Frankrijk zijn de verschillen tussen huishoudens en bedrijven groot, ziet Smeulders. "In Frankrijk betalen industriële gebruikers drie keer minder dan in Nederland. Duitsland zit er tussenin."

Daarnaast bestaan er in andere landen nog aanvullende kortingen voor bedrijven, zoals de zogenaamde indirecte kostencompensatie. Die regeling is in Nederland afgeschaft, maar in Duitsland en Frankrijk niet. "Dat kan tientallen procenten schelen."

info

Podcast

De rubriek 'Feit of Fictie?' is ook te beluisteren als podcast.

Relatief het meest

Hoe zit het dan met de Nederlandse burger? Die draagt relatief veel bij aan belastingen volgens Mulder. "Nederlandse huishoudens behoren tot de hoogste betalers van energiebelasting in Europa."

Maar er is ook een keerzijde, vertelt hij. "Huishoudens krijgen een vast bedrag per jaar terug. Dus als je weinig stroom of gas gebruikt, valt de belastingdruk mee."

Meer energiearmoede

Aan de andere kant, dreigen er wel extra kosten bovenop te komen de komende jaren. "We moeten miljarden investeren in het elektriciteitsnet", zegt Smeulders. "Die kosten worden via de netbeheertarieven doorberekend aan de consument."

Dat maakt de toekomst onzeker. "Als ook die tarieven stijgen, zullen steeds meer mensen in de problemen komen. Energiearmoede wordt dan een serieus probleem", waarschuwt hij.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant