Atleten die straks goud winnen op de Olympische Spelen in Parijs kunnen ook rekenen op een bonus van tienduizenden euro's. Maar is dat eigenlijk wel eerlijk, prijzengeld op de Spelen? "Dit is een hele oude discussie, en die gaat ook nog heel lang duren."
Olympisch kampioenen atletiek krijgen deze zomer in Parijs naast hun gouden medaille ook nog eens een bonus van 50.000 dollar - zo'n 46.000 euro - van de internationale atletiekbond World Athletics. Het besluit zorgt voor veel beroering in de sportwereld, ziet sporthistoricus Jurryt van de Vooren.
Inkomsten zijn voor IOC
Er wordt al heel lang gediscussieerd over prijzengeld op het belangrijkste sporttoernooi, legt Van de Vooren uit. "Wie verdient nou eigenlijk het geld op de Olympische Spelen?", is volgens hem de hamvraag. "Zijn dat de organisatoren of zijn dat de sporters?"
Tot nu toe gingen de inkomsten voornamelijk naar de organisator: het Internationaal Olympisch Comité (IOC). En het gaat om veel geld: in 2021, het jaar van de Spelen in Tokio, verdiende het IOC zo'n 4 miljard euro, waarvan ruim 500 miljoen euro werd uitgekeerd aan de deelnemende sportbonden.
Turnen, zwemmen en atletiek
Dat World Athletics nu zelf atleten gaat belonen voor hun prestaties op de Spelen is echt een grote verandering, zegt Van de Vooren. Dat het bovendien om de atletiekbond gaat, speelt daarin volgens hem ook een belangrijke rol. "Traditioneel gezien zijn de drie grote sporten op de Spelen het turnen, zwemmen én atletiek."
"Dat zijn de drie belangrijkste sporten die altijd bij de Olympische Spelen zijn geweest. En als een van die drie dan zo'n groot besluit neemt, dan gaat dat zeker consequenties hebben", verwacht hij. Oftewel: andere sporten zullen dit voorbeeld volgen.
Bekijk ook
Vroeger geen vrouwen
De historicus maakt een vergelijking met vrouwelijke sporters op de Olympische Spelen. Op de eerste edities waren vrouwen bij geen enkele sport welkom op het wereldwijde toernooi. Daar kwam in 1912 verandering in, toen de zwembond voor het eerst zwemsters toeliet.
"En dat heeft de boel toch wel in beweging gebracht", vertelt hij. "Op de Spelen van Amsterdam in 1928 zag je dat vrouwen ook voor de eerste keer met atletiek en turnen mochten meedoen. En dan verandert er dus wat." Inmiddels zijn Olympische Spelen zonder vrouwen ondenkbaar.
Professionalisering van sport
Hetzelfde geldt voor de deelname van topsporters, lange tijd mochten immers alleen amateurs meedoen aan het toernooi. "We zijn het inmiddels eigenlijk een beetje vergeten, maar de Olympische Spelen waren vroeger absoluut verboden terrein voor professionele sporters", blikt Van de Vooren terug.
Pas op de Spelen van Los Angeles in 1984 werden professionele sporters voor het eerst officieel toegelaten. "Dus die professionalisering is echt van de afgelopen 30 jaar, waarmee je dus ook de beste sporters ter wereld daar krijgt", zegt de historicus.
'Olympische gedachte'
Met de professionalisering opent nu ook de deur naar het uitkeren van prijzengeld op de Olympische Spelen. Al ziet lang niet iedereen in de sportwereld dat zitten. Zo is de internationale wielerbond UCI tegen bonussen voor sporters, omdat dit tegen de 'olympische gedachte' zou zijn.
Van de Vooren vindt dat een 'vaag' argument en vraagt zich af waarop dat gebaseerd is. Wat houdt die olympische gedachte dan precies in, vraagt hij zich af. "Ik heb thuis nergens een boek of een soort 'bijbel' liggen waarin de tien geboden van de ware olympische gedachte staan."
Focus op de winnaars?
Een ander tegenargument dat vaak genoemd wordt, is dat er door prijzengeld een systeem ontstaat van the winner takes it all. Maar dat is ook de kern van sporttoernooien als de Olympische Spelen, werpt Van de Vooren tegen. "We hebben het over topsport en topsport is uitgevonden om te winnen."
Tegenstanders zijn ook bang dat de focus te veel op de enkele (prijs)winnaars komt te liggen. Maar dat is nu al het geval, benadrukt de historicus. "Hoe wreed het misschien ook klinkt: uiteindelijk herinneren we ons de namen van de mensen die hebben gewonnen. Ze hoeven niet de beste in hun sport te zijn geweest, maar ze hebben wél de belangrijkste wedstrijd gewonnen."
Bekijk ook
'Topsport is gewoon werk'
Van de Vooren zou het daarom best rechtvaardig vinden om medaillewinnaars te waarderen en hen financieel te belonen voor hun prestaties. "Het is nu toch wel heel gek dat het IOC en allerlei sportbonden ontzettend grote winsten maken met het organiseren van zulke evenementen, maar dat dat geld niet naar de sporters gaat."
Uiteindelijk zijn al die trainingen en deelnames aan toernooien ook gewoon de baan van een topsporter, voegt hij daaraan toe. "Zoals jij en ik ook ons werk doen. En iedereen vindt het normaal dat je daarvoor betaald wordt."
Discussie van 130 jaar
Dat prijzengeld kan er best weleens komen, denkt de historicus. Al zal het nog wel even duren voordat elke winnaar een bonus kan verwachten. Iedereen in de sportwereld - van sporters en trainers tot bonden en sponsors - heeft immers andere belangen. Bovendien is het IOC een logge organisatie: "Er zijn meer landen aangesloten bij het IOC dan bij de Verenigde Naties."
"We zijn nu bijna 130 jaar bezig met die Olympische Spelen en dit is een nieuw hoofdstuk in een hele oude discussie", zegt Van de Vooren. "En die discussie gaat echt nog wel heel lang duren. Ik denk dat we over 10 jaar misschien pas een beetje gaan zien waar dit definitief toe gaat leiden."
Bekijk ook
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.