radio LIVE
meer NPO start

Massale werkloosheid door corona 'nog maar het topje van de ijsberg'

Massale werkloosheid door corona 'nog maar het topje van de ijsberg'
Bron: ANP

In de maand juni zijn er 74.000 werklozen bij gekomen in Nederland. Een recordstijging, maar het is slechts het topje van de ijsberg zegt Egbert Jongen van het CBS.

Het was te verwachten, maar de cijfers slaan in als een bom. In juni waren er in totaal 404.000 mensen werkloos. De grootste stijging van werkloosheid zit in de groep tussen 15 en 25 jaar. Dat is het slechte nieuws. Er is ook een klein beetje goed nieuws: Een deel van de werklozen vond namelijk juist weer een baan, daardoor steeg in juni ook het aantal werkenden met 45.000. Dat komt volgens Jongen van het CBS doordat scholen en horeca bijvoorbeeld weer zijn opengegaan. "Ik denk dat dit een incidentele stijging is geweest en dat de werkgelegenheid over het hele jaar afneemt."

Stijging in werkgelegenheid

Voor Egbert Jongen, onderzoeker van het Centraal Planbureau, komen de cijfers niet als een verrassing. "Dat de bedrijven later zijn gaan reorganiseren, loopt in lijn met de verwachtingen," stelt Jongen. "Dat zie je altijd in crises. Wat wel opvallend is, is de lichte stijging in werkgelegenheid in juni. Maar dat kwam door de opheffing van de corona-maatregelen. De horeca en theaters gingen weer deels open, dus er werd meer gewerkt."

Volgens Jongen is er veel verborgen werkloosheid. De cijfers van het CBS zijn namelijk aantallen personen. Maar als je kijkt naar aantal uren dat er gewerkt wordt, dan is de werkloosheid nog groter. Er werd namelijk in mei 15 procent uur minder gewerkt ten opzichte van februari. "Er ligt nog heel veel onder water wat we niet zien", zegt Jongen.

Lees ook

De pineut

"Voor de mensen die hun baan verliezen is het natuurlijk heel vervelend," voelt Jongen mee. "Maar dit zorgt ook voor een verschuiving in bedrijven die afhankelijk zijn van forenzen, zoals de NS of de KLM. Daarnaast zal de detailhandel ook de gevolgen gaan voelen. Er werd al meer online verkocht, maar uit angst voor een besmetting, gaat men veel minder snel de stad in om te winkelen.

Bij het Centraal Planbureau proberen ze een inschatting te geven over de werkloosheid van de rest van dit jaar. Ook al blijft het vaak genoeg nog bij koffiedik kijken, compleet in het duister tasten ze niet. "Op basis van de cijfers kunnen we een kleine inschatting geven over wat ons te wachten staat," legt Jongen uit, "In februari was de werkloosheid historisch laag, namelijk 3 procent. In juni steeg het percentage al naar 4,3 procent. Als de trend doorzet, kijken we aan het eind van dit kwartaal naar een werkloosheidspercentage van 7 procent. Dat is ongekend hoog."

Derde NOW

Volgens hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit Tilburg Ton Wilthagen, moet het derde steunpakket van de regering op de lange termijn houvast bieden. De eerste twee vormen van de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) zijn al ingevoerd, de derde variant zou in het teken moeten staan van omscholing.

"Maar zoals het er nu uitziet," legt Wilthagen uit, "gaat omscholing een lang en moeizaam proces worden. Veel bedrijven bieden alleen mogelijkheden binnen de sector, terwijl er nu juist over de muur van sectoren gekeken moet worden."

Werkloketten

"Er hoeft niet eens iets nieuws voor in het leven te roepen," gaat Wilthagen verder. "Wanneer kennis over de werkzoekers gedeeld wordt, kan er veel sneller gehandeld worden. Ik zie een soort verbindende netwerkorganisatie voor me, een werkhub." Daarnaast dient er meer gekeken te worden naar de vaardigheden van de werkzoekenden, in plaats van waar er gewerkt is.

We hebben volgens Wilthagen te maken met het 'werkloosheidsvirus'. "Maar in plaats van binnen blijven, moeten we hiervoor de deur uit. Kom in beweging, alleen dan kunnen we dat virus indammen."

Bekijk hier de tv-reportage over dit onderwerp.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

In het Onderwijsmuseum kan je je klaslokaal van vroeger zien, maar niet voor lang meer: 'Driekwart van basisfinanciering verdwenen'

In het Onderwijsmuseum kan je je klaslokaal van vroeger zien, maar niet voor lang meer: 'Driekwart van basisfinanciering verdwenen'
Onderdeel van de collectie in het Onderwijsmuseum
Bron: ANP

Van een kroontjespen naar een balpen en van een krijtbord naar een digibord: er is door de jaren heen veel veranderd in het onderwijs. Dat is nu nog te zien in het Onderwijsmuseum in Dordrecht, maar niet lang meer. Vanwege bezuinigingen moet het sluiten.

Wat voor de een gewoon was in het klaslokaal, was 20 jaar daarvoor en 20 jaar daarna heel anders. Een collectie die die veranderingen weergeeft, is te vinden in het Onderwijsmuseum. Maar gisteren maakte het museum in een persbericht bekend dat het vanwege geldproblemen moet sluiten.

Onderwijsgeschiedenis van Nederland

"In het Nationaal Onderwijsmuseum laten we de enorm rijke onderwijsgeschiedenis van Nederland zien", vertelt rondleider en educator Juultje.

"En dat doen we aan de hand van een toonaangevende en omvangrijke collectie. Allemaal onderwijsobjecten die het onderwijserfgoed laten zien."

Maatschappelijke vragen

Zelf is ze vooral enthousiast over het 'droogzwemapparaat': een soort houten stellage waarop kinderen vroeger op school leerden zwemmen. Juultje: "Dit vind ik een mooi object om te laten zien dat discussies die we vandaag de dag voeren in de maatschappij, dat het onderwijs daar ook mee te maken heeft. En dat daar vaak al oplossingen op zijn gevonden. Of dat nu goede oplossingen zijn of niet."

Zo wordt met dit object de discussie over schoolzwemmen weergegeven, vertelt de rondleider. "Wie is ervoor verantwoordelijk dat de kinderen kunnen zwemmen? Wie gaat daarvoor betalen? Dit is een van de oplossingen die in het verleden is bedacht als het gaat om die maatschappelijke vragen."

Bekijk ook

'Buitengewoon belangrijk'

Maar de manier waarop deze collectie tentoongesteld is, is binnenkort dus verleden tijd. Al is er bij voorzitter van de Raad van Toezicht van het museum Peter Vrancken nog een klein beetje hoop. "We hebben gisteren het persbericht de deur uit gedaan. Iets waarvan je hoopt het nooit te hoeven doen. Met een kleine hoop dat door de reuring die we organiseren het museum alsnog gered kan worden", vertelt hij.

Want volgens Vrancken is het museum niet alleen leuk om te bezoeken, maar ook 'buitengewoon belangrijk'. "Het is een van de belangrijkste onderwijscollecties in Europa. We lenen ook veel uit aan het buitenland. Die collectie gaat terug tot eind 19de eeuw, dus die herbergt al onze innovaties en methodes in het onderwijs. En de verschillen met het heden."

Te weinig geld

Dat het museum de deuren moet sluiten, is niet geheel verbazingwekkend. Het ging op financieel gebied al een tijdje niet heel goed. Vrancken legt uit: "We waren al jaren met zowel de minister als met de wethouder in Dordrecht in gesprek. We kregen echt structureel veel te weinig bekostigd, want alle kostenstijgingen worden niet in de subsidies doorberekend waardoor we eigenlijk steeds meer achteruit gingen."

"Toen eerst de gemeente Dordrecht, door de bezuinigingen die zij opgelegd krijgen van het Rijk, en vlak daarna ook de minister van Onderwijs zei: 'We gaan de subsidie stoppen', ja dan verdwijnt driekwart van je basisfinanciering. Dan heb je eigenlijk geen toekomst meer."

Bekijk ook

Lot van de collectie

Voor de voorzitter is nu een van de grote vragen wat er gaat gebeuren met de collectie. "We hebben in mei een gesprek met het ministerie van Onderwijs en ook nog een keertje met de gemeente. En dan is dit een van de vragen die we met hen gaan bekijken."

De collectie in een opslagbox stoppen, ziet hij in ieder geval niet zitten. "Dan is het ook niet meer open voor publiek. En is het ook niet meer open voor de wetenschappers die regelmatig bij ons aan de deur staan en vragen of ze een deel van de collectie kunnen gebruiken voor onderzoek. Dus eigenlijk willen we 'm niet opslaan, dat hoort niet bij een collectie", zegt Vrancken resoluut.

'Eeuwig sund'

Het sluiten van het museum is ook het publiek niet ontgaan. Mensen die nog een laatste kijkje willen nemen, pakken nu hun kans. En voor oudere bezoekers brengt dat ook herinneringen van hun eigen schooltijd met zich mee. "Vooral de letterplankjes en de platen", herinnert een bezoekster zich uit haar jeugd.

Zij vindt het jammer dat het museum binnenkort zal sluiten. "Het is eeuwig sund", zegt ze op z'n Brabants. Eeuwig zonde.

Bekijk ook

Reacties op sluiting

Die reactie herkennen Juultje en Vrancken allebei. "Dit zijn gewoon prachtige voorbeelden die niet verloren mogen gaan", zegt de rondleider.

Vrancken sluit af: "Als je kijkt naar de hartverwarmende reacties die we uit verschillende organisaties krijgen en ook met name van de mensen uit het onderwijs die zeggen: 'Dit kan niet, dit mag niet', dan doet dit niet alleen iedereen pijn, maar betekent dit voor iedereen ook een groot verlies." Wanneer het museum precies zal sluiten, is nog niet bekend.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een heel product of alleen het laatste stukje? Zo wordt bepaald of iets het label 'made in China' krijgt

Een heel product of alleen het laatste stukje? Zo wordt bepaald of iets het label 'made in China' krijgt
Bron: AFP

In een nieuwe ontwikkeling rondom de handelsoorlog tussen China en de VS, richten Chinese TikTokkers zich op Amerikaanse consumenten. In filmpjes 'ontmaskeren' zij westerse luxemerken zoals Hermès. Deze zouden namelijk uit China komen en niet uit Europa.

De makers van de video's roepen anderen op om de luxeproducten direct van Chinese leveranciers te kopen, want dat zou goedkoper zijn. Consumenten zouden zo geen last hebben van de importheffingen én nog steeds een rasechte tas van een westers modehuis zoals Hermès of Louis Vuitton kunnen kopen. Maar klopt dat wel?

Verwarring over merken

Volgens het modehuis Hermès zelf niet. Zij houden vol dat hun handtassen, die tienduizenden euro's kosten, in Frankrijk worden gemaakt. Econoom Cor Molenaar beaamt dit. "Ik heb Hermès zo goed mogelijk onderzocht en volgens mij wordt die inderdaad in Frankrijk gemaakt", vertelt hij.

"Maar er zijn ook fabrieken die de Hermès naam met een bepaalde aanvulling gebruiken waardoor het lijkt alsof het in China wordt gemaakt. Maar dat zijn niet de originele tassen. Dat zijn gewoon producten die dezelfde naam dragen." En dat schept dus - ook in het geval van de TikTok-filmpjes - verwarring, weet de econoom.

Bekijk ook

Laatste fase bepaald

Los van die verwarring en replica's die op de markt verschijnen, is het ook bekend dat een deel van westerse producten - van de Amerikaanse iPhone tot aan de Duitse BMW en Franse Louis Vuitton - daadwerkelijk in China wordt gemaakt. Soms zelfs voor 90 procent. Hoe zit dat dan?

"Dat is altijd een moeilijk punt", antwoordt Molenaar. "Kijk, de onderdelen zijn vaak gemaakt in China, maar het merk, of laten we zeggen de laatste fase in zo'n productieproces, die bepaalt vaak waar het is gemaakt. Dus met andere woorden, als een half product in Amerika aankomt en hij verder wordt afgemaakt in Amerika, dan is het 'Made in America' en niet 'Made in China'."

Bekijk ook

Duits product, Chinese onderdelen

En dat geldt ook voor Europese producten, benadrukt de econoom. Veel van de onderdelen die nodig zijn voor automerken zoals BMW en Mercedes worden vanuit de hele wereld aangevoerd.

"Alleen dat assembleren tot het eindproduct, dat is dus heel bepalend. Vandaar dat een BMW nog steeds een Duits product is, terwijl er onderdelen in zitten die uit China en ook uit Nederland komen."

'Afmaken in land van herkomst nodig'

"Het kan dus best zijn dat 90 procent in het buitenland wordt gemaakt en de andere 10 procent in Frankrijk, waarbij ze de laatste stiksels en modificaties aanbrengen voordat het in de winkels terechtkomt", merkt Molenaar weer op over de kleding en accessoires van de Franse modehuizen als Hermès en Louis Vuitton.

En dat laatste, het product 'afmaken' in het land van herkomst, is nodig. "Want die zien er dan wel op toe dat het eindproduct aan alle standaarden voldoet", zegt de econoom tot slot.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant