Het elektriciteitsnet is in alle provincies zo goed als vol, meldde demissionair energieminister Rob Jetten deze week. Dat heeft te maken met huishoudens die meer stroom vragen om te kunnen verduurzamen. Wij vroegen wat jullie hierover wilden weten.

Jullie vragen worden beantwoord door hoogleraar klimaateconomie Reyer Gerlagh (Tilburg University), advocaat en bijzonder hoogleraar klimaatverandering en energietransitie Marjolein Dieperink (Vrije Universiteit Amsterdam) en hoogleraar energietechnologie David Smeulders (TU Eindhoven).

1. Hoe komt het dat het stroomnet zo vol is? Wat zijn de knelpunten?

De vraag naar elektriciteit is groter dan wat ons net aankan. "Dat heeft vooral te maken met de grootschalige 'elektrificatie', zowel in huishoudens als bij bedrijven", vertelt klimaateconoom Reyer Gerlagh. "We zijn bijvoorbeeld minder gaan verwarmen met gas, en meer met warmtepompen. Daar is elektriciteit voor nodig."

Door die grotere vraag naar elektriciteit kan 'netcongestie' ontstaan. "Wanneer er te veel stroom door de kabels heen moet, ontstaat er een ophoping, een soort file", zegt Gerlagh. "Niet alle stroom kan dan meer terechtkomen bij de vragers."

Het tweede knelpunt is dat het netwerk niet flexibel genoeg is. "Niet aan de aanbod-kant, waar elektriciteit wordt opgewekt, en ook niet aan de vraag-kant." De vraag naar elektriciteit kent een piekmoment aan het einde van de middag, zegt Gerlagh. "Dan komen mensen thuis, willen gaan koken of de wasmachine aanzetten bijvoorbeeld."

Op andere momenten is de vraag kleiner, "maar dat betekent niet dat je niet-gebruikte stroom altijd kunt teruggeven aan het net. Als er file op het net is, valt bijvoorbeeld je zonnepaneel uit", verklaart hij.

2. Hoe komt het dat ons net niet flexibel is opgezet om met vraag en aanbod van elektriciteit om te kunnen gaan?

"Dat komt doordat we na de Tweede Wereldoorlog een netwerk hebben opgezet dat gebaseerd was op steenkool en aardgas", weet Gerlagh. "Dat zijn stabiele en voorspelbare energiebronnen, handig voor situaties waarvan we precies kunnen berekenen waar en wanneer we energie nodig hebben. Maar inmiddels zitten we in een energietransitie."

We zijn duurzamere energiebronnen gaan gebruiken om elektriciteit op te wekken. "Door zonne- en windenergie neemt het aanbod aan stroom toe, maar niet op een constante manier. De zon en wind zijn er niet altijd, en daarom is er ook niet altijd evenveel stroom", legt de hoogleraar klimaateconomie uit. "Dat maakt ons netwerk instabieler."

"Daarnaast is ons netwerk opgezet met het idee dat vraag en aanbod zich bij elkaar in de buurt bevinden. Maar met zonne- en windenergie is dat niet altijd het geval. Dan wordt elektriciteit bijvoorbeeld opgewekt op de Noordzee, maar moet het daarna getransporteerd worden naar het achterland. En ook dat kan leiden tot netcongestie, oftewel: een ophoping in het stroomnetwerk."

Bekijk ook

3. Hoe kan het dat verantwoordelijken dit niet hebben zien aankomen of eerder niks hebben gedaan?

De overheid is altijd voorzichtig geweest met het uitbreiden van het netwerk, vertelt Gerlagh. "Ze wilden dat het zo efficiënt mogelijk gebeurde, om kosten te besparen." Op zich is dat geen slecht idee, vindt hij, "want anders hadden netbeheerders (TenneT, Enexis, Stedin, etc.) zonder zich te verantwoorden allerlei duren investeringen kunnen doen en die kunnen doorberekenen aan de consument".

Maar volgens Gerlagh is er toch een inschattingsfout gemaakt, waardoor het netwerk nu niet stabiel genoeg is. "Behalve die inschattingsfout, kwam ook de stikstofcrisis er nog bij, waardoor de aanleg van kabels verder werd vertraagd."

Bijzonder hoogleraar Marjolein Dieperink deed onderzoek naar de juridische kant van het probleem. Ze vertelt dat ruimtelijke procedures voor verzwaring van het net de nodige tijd kosten, net als wetgeving om het probleem op te lossen. "Er is zeker eerder gewaarschuwd voor een vol stroomnet, en ik zie ook veel concept-wetgeving in de pijplijn om de schaarste minder groot te maken, maar voordat die in de praktijk worden gebracht, zijn we weer maanden verder."

Dieperink geeft een voorbeeld van de vertraging die door regelgeving wordt veroorzaakt: "In november 2022 zijn de regels vernieuwd waarmee berekend kan worden of er sprake is van schaarste in het net. Daardoor zou er meer capaciteit moeten ontstaan. Maar netbeheerders passen die regels lang nog niet altijd toe."

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft dit ook aan de kaak gesteld, afgelopen september. "Zij heeft nu een termijn van 6 maanden gesteld om op basis van de nieuwe geldende regels te bepalen of er op locaties echt wel sprake is van overbelasting van het net."

Marjolein Dieperink en Reyer Gerlagh
Bron: EenVandaag
Marjolein Dieperink en Reyer Gerlagh

4. Moeten we stroomuitval voor lief gaan nemen?

"Het uitgangspunt van onze wet- en regelgeving is: als je om elektriciteit hebt gevraagd, als er een bepaald aantal kilowattuur in je contract staat, dan heb je daar ook recht op", zegt Dieperink. "Omdat de netbeheerders een monopolie hebben, mogen zij in heel weinig gevallen zeggen: het kan echt niet, je krijgt geen elektriciteit. Ze hebben in ieder geval altijd de verplichting om te onderzoeken of andere partijen (een deel van) de geclaimde elektriciteit kunnen inleveren om zo te onderzoeken of er meer ruimte kan worden gecreëerd."

Er is dus een wet, de Elektriciteitswet, die netbeheerders verplicht om stroom te leveren. Maar deze wet heeft ook nadeel, vertelt Dieperink. "Soms gebruiken afnemers niet alle elektriciteit ten opzichte van hun contract met de netbeheerder. Die capaciteit kan een netbeheerder dan niet terugnemen. En dus ontstaat daardoor wel een tekort voor andere gebruikers, met lange wachtlijsten als gevolg. Terwijl het helemaal niet zeker is of er echt wel een probleem is."

Massale stroomuitval kan in theorie voorkomen, zegt Gerlagh, "maar zover gaan de zorgen nog niet." Hij denkt dat netbeheerders hun best zullen doen om het netwerk stabiel te houden.

Hoe dan? Dat legt hoogleraar Energietechnologie David Smeulders (TU Eindhoven) uit. "Netbeheerders kunnen windmolens stilzetten en zonnepanelen afschakelen. En er is een heel groot controlecentrum waar mensen als het ware de 'verkeersinformatie' in de gaten houden en kunnen ingrijpen als er juist extra stroom nodig is."

"Wat in dat geval ook gedaan kan worden: een beroep doen op een 'back-up-centrale'. Dat zijn onze (ouderwetse) gascentrales die eventjes snel aangezet kunnen worden."

Bekijk ook

5. Welke plannen zijn er nu om het net minder te gaan belasten?

Demissionair energieminister Rob Jetten is vooral van plan om meer kabels aan te laten leggen, en om meer buurten en bedrijventerreinen te laten samenwerken in het verbruiken van energie, vertelt Gerlagh. Dat vindt hij nuttig, maar zelf ziet hij ook een andere oplossing: "Als econoom denk ik: er is schaarste. Soms is er te veel en soms te weinig stroomcapaciteit, dus is het logisch om dat door te berekenen in de prijs voor gebruikers."

Hij licht toe: "Wanneer bedrijven en huishoudens zich bewust worden van de prijs van stroom, zullen ze het gebruik meer flexibel maken." Hij geeft een voorbeeld: "De prijs van opladen via een elektrische laadpaal is nu constant, onafhankelijk van vraag, aanbod en congestie in het net. Dat is doodzonde."

Bijzonder hoogleraar Dieperink noemt ook andere alternatieven. "De nieuwe regels dwingen netbeheerders ertoe om in ieder geval al te kijken of congestiemanagement mogelijk is. Netbeheerders kijken dan of gebruikers stroom terug kunnen geven. Maar het vraagt natuurlijk wel veel juridische en praktische aanpassingen. Verder zitten er nieuwe regels in de pijplijn. Zeker als je bedrijven zou willen dwingen om (een deel van) hun niet-gebruikte stroom terug te geven, zitten hier de nodige juridische haken en ogen aan."

Een alternatief wat nog meer discussie oproept, is 'maatschappelijk prioriteren'. "In dat geval zouden we afspreken dat netbeheerders mogen zeggen: ik vind de stroom voor een ziekenhuis belangrijker dan voor een casino. Dus op een moment van congestie, leveren we alleen aan de ziekenhuizen. Daarvoor is ook nieuwe regelgeving in voorbereiding."

6. Waarom wordt er geen vaart gemaakt met thuis- en buurtbatterijen om energie in op te slaan?

"Technisch is de mogelijkheid er inderdaad om lokaal elektriciteit op te slaan in batterijen," zegt Gerlagh. "Thuis, of samen met andere huishoudens of bij bedrijven in de buurt. Mensen wordt gevraagd om energiecoöperaties te vormen die lokaal de energielevering kunnen oplossen, maar dat zijn allemaal losse projecten die veel regelwerk vragen." Gerlagh vindt dit niet per se wenselijk.

Liever ziet hij dat de markt wordt ingezet, oftewel: dat mensen bewust worden gemaakt van de prijs van stroom, en dat vraag en aanbod daarop (in samenspraak) worden aangepast.

Bekijk ook

7. Is de energietransitie nu 'wensdenken' aan het worden, oftewel hoe realistisch zijn alle plannen om snel om te schakelen naar elektriciteit nog?

We zijn de komende twintig jaar nog wel bezig met de energietransitie, zegt Gerlagh. "Dus snel gaat het sowieso niet. En het is niet zo dat de transitie in gevaar komt, maar het volle stroomnet zal die wel vertragen, en dat is iets waar bedrijven last van krijgen."

Dieperink benadrukt dat het probleem echt groot is: "Er staan nu al 6600 bedrijven op de wachtlijst, en sommige moeten nog wachten tot 2029 of daarna voordat ze een aansluiting met stroom krijgen." Ook vindt zij een knelpunt dat netbeheerders zich alleen maar willen vastleggen op een 'verwachting' dat capaciteit beschikbaar is. "Ondernemers kunnen op basis van zo'n verwachting geen investeringsbesluiten nemen. Dus dit gaat een grote rem zetten op de economie."

"In de rechtspraak wordt vaak nog gezegd: 'wat er niet is, kan ik ook niet toewijzen'. Het tekort aan stroom is natuurlijk nog een gehele nieuw rechtsprobleem, maar voor bedrijven is dit heel moeilijk om mee te dealen. Maar ik vind: als je als overheid de taak voor stroomvoorziening toekent aan publieke netbeheerders en hen een wettelijk monopolie geeft, dan moet je ook de vraag stellen: voor wie moet het risico zijn, als de stroom er niet is?"

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.