De tabaksindustrie moet alsnog worden vervolgd voor zware levensdelicten als moord en doodslag. Dat is de inzet van een juridische procedure bij het gerechtshof in Den Haag, die woensdag begint. Meer dan vijftig aangevers hopen via een zogenoemde artikel 12-procedure toch nog vier grote sigarettenproducenten voor de rechter te slepen.
Begin dit jaar besloot het Openbaar Ministerie (OM) juist om de tabaksindustrie niet te vervolgen voor het bewust toebrengen van verslaving en gezondheidsschade, vaak met de dood tot gevolg. Het OM zag geen mogelijkheden voor een kansrijke strafzaak, vooral omdat het nog altijd de roker zelf is die ervoor kiest om die dodelijke sigaret op te steken en te inhaleren.
Verslaving is ingenesteld in het brein
Maar het roken van die extreem verslavende sigaretten is helemaal geen vrije keuze, vinden de aangevers onder leiding van strafrechtadvocaat Bénédicte Ficq: “De verslaving aan tabak is zo heftig en hardnekkig dat deze extreem snel wordt ingenesteld in het brein. Mensen willen wel stoppen, maar bijna niemand lukt dat. En dus is er geen sprake meer van een vrije wil.”
Onderzoek van emeritus hoogleraar Wim van de Brink bevestigt die stelling: “Sigaretten zijn harddrugs. De kans op een verslaving is heel hoog. Rokers komen er ontzettend moeilijk meer vanaf. De lichamelijke gevolgen van het gebruik van tabak zijn bovendien extreem gevaarlijk. In Nederland overlijden per jaar 20.000 mensen aan de gevolgen van roken.”
'Het is een hightech en misleidend product'
Volgens de aangevers is daarmee niet de roker zelf, maar de tabaksindustrie verantwoordelijk voor de dodelijke gevolgen van roken. Ficq: “De sigaret is een geniaal hightech product. Veel schadelijker nog dan op de verpakking staat vermeld. De overheid wordt misleid door een sjoemelindustrie van doodmakers. Het is te zot voor woorden dat een product dat ieder half uur een Nederlander treft met de dood, niet vervolgd wordt.”
Een ingewikkeld dilemma voor de raadsheren van het gerechtshof, die nu moeten besluiten of de tabaksindustrie niet toch vervolgd moet worden. Emeritus hoogleraar strafrecht Theo de Roos: “Het hof gaat kijken of er sprake is van een strafbaar feit. De juridische hobbel zit ‘m in het feit dat rokers een wettelijk gereguleerd product gebruiken dat nu niet verboden is. Maar de aangevers zeggen: we worden met z’n allen belazerd door de tabaksindustrie. Als ze dat punt echt hard kunnen maken, maken ze wel een kans.”
Moord, doodslag, zware mishandeling en valsheid in geschrifte
Het initiatief van de strafzaak tegen de tabaksfabrikanten komt van Anne Marie van Veen, een doodzieke longkankerpatiënt. Namens haar doet Bénédicte Ficq in 2016 aangifte van moord, doodslag, zware mishandeling en valsheid in geschrifte tegen vier grote sigarettenproducenten. Zeker vijftig gezondheidsorganisaties, artsenverenigingen en gemeenten hebben zich inmiddels aangesloten.
Ondertussen groeit de maatschappelijke steun voor deze anti-rook beweging. Zo is het aantal rookvrije sportverenigingen gestegen van 150 in 2017 naar ruim 600 nu. Op steeds minder plekken in ons land mag nog worden gerookt. Dat kan een voordeel zijn in de zaak die nu dient bij het hof, zegt emeritus hoogleraar Theo de Roos: “Het toont aan dat er in ieder geval een groot maatschappelijk draagvlak is voor deze zaak. En dat kan het voor dit gerechtshof wel makkelijker maken om te zeggen: ‘deze kwestie moet echt eens aan een strafrechter worden voorgelegd’.”
Kijk & lees ook:
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.