radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Flink meer wolven verwacht in 2021, weerstand onder boeren neemt toe: 'Nederland staat voor een keuze'

Flink meer wolven verwacht in 2021, weerstand onder boeren neemt toe: 'Nederland staat voor een keuze'
Twee wolven gevangen op een nachtcamera op de Veluwe
Bron: EenVandaag

In 2 jaar tijd groeide het aantal wolven in Nederland van één naar twaalf. Experts verwachten dat dat aantal in 2021 alleen maar verder stijgt. Hoe gaan we daarmee om? Friese schapenboeren willen een hek om hun provincie, maar dat gaat niet zomaar.

De wolf die in 2018 als eerste op de Veluwe kwam, heeft inmiddels negen welpen grootgebracht. Van die welpen krijgt er een dit jaar mogelijk zelf welpen. Een andere moederwolf zal in april voor de derde keer jonge welpjes krijgen.

'Een grote verrassing'

"Het is voor ons allemaal een grote verrassing hoe snel de wolf zich hier vestigde en voortplantte", vertelt boswachter Mirte Kruit van Natuurmonumenten. Acht wolven leven nu in haar gebied op de Veluwe. Eerder werd wel eens een wolf gesignaleerd in Drenthe, die dan ook snel weer wegging. Nu loopt het dus heel anders. "Wat dat betreft is het vrij onvoorspelbaar hoe wolven groeien qua populatie."

"Maar ik denk dat het mooi is dat de wolf terug is. Hij is 150 jaar weggeweest uit ons land." Voor de natuur is het volgens Kruit een mooie toevoeging. "Maar het is ook een dier dat emoties bij ons oproept, vooral bij de schapenhouderij. Het vraagt mensen om te veranderen."

info

Zo verspreidde de wolf zich

De eerste wolf in ons land, een vrouwtje, vestigde zich in 2018 op de Noord-Veluwe. Een jaar later, in 2019, werd zij vergezeld door een mannelijke wolf. Samen kreeg het wolvenpaar vijf welpjes. Hetzelfde jaar vestigde zich ook een tweede wolf, op de Midden-Veluwe.

In maart 2020 werd een jonge wolf uit de roedel op de Noord-Veluwe doodgereden, maar in de zomer van 2020 kreeg het wolvenpaar weer vier nieuwe welpen. Een wolvin uit de worp van 2019 vertrok naar de Zuid-Veluwe, waar ze een jaar later gezelschap heeft gekregen van een mannelijke wolf. Het totaal aantal wolven in Nederland ligt daarmee nu op 12.

Aantal dode schapen in jaar tijd ruim verdubbeld

Schapenhouders krijgen steeds meer last van de wolf. In 2019 werden 119 schapen in Nederland doodgebeten. In 2020 was dat aantal al 287. De Friese veehouder Jehan Bouma worstelt ermee: "Ik heb de wolf een aantal keer gesignaleerd. In juli zijn er schapen van mij gepakt. Vaak gaat hij weer terug naar Duitsland, maar je weet dat hij weer terugkomt en ook hier in Friesland blijft."

De wolf heeft zich nog niet gevestigd in Friesland en dat wil Bouma graag zo houden. Toch zit de angst zit er goed in bij hem. De veehouder had duizend schapen, maar heeft uit vrees voor de wolf een groot deel weggedaan. "Je weet: hij komt vaker en hij komt met meer. Ik verwacht dat we over 10 jaar vier roedels in Friesland hebben. Dan kunnen er geen schapen meer in het land lopen."

'Waarom wachten?'

De veehouder vindt dat er haast geboden is bij beleid in de provincie over preventieve maatregelen tegen de wolf. "Je weet dat hij er gaat komen, waarom zou je dan wachten? Je kunt beter vroeg beginnen." Maar hoe dat gedaan moet worden is de vraag. "De wolf is beschermd, dus je mag hem niet verjagen, je mag hem niet bejagen. Je mag hem alleen weren."

Een hek om alleen zijn land is volgens Bouma geen oplossing. "Een hek van 50 kilometer op mijn terrein zou inderdaad werken om de wolf te weren, maar voor elk individueel bedrijf is daar geen beginnen aan. Ik moet dan een hek van kilometers lang plaatsen en dat om de 4 weken weer verplaatsen."

Een hek om Friesland

Met andere veehouders (samen Stichting Wolvenhek Fryslân), bracht het hem op het idee om een hek van 150 kilometer lang rond een groot deel van de provincie Friesland te plaatsen. Zo kan de wolf niet in het gebied komen. "Nederland staat voor een keuze en ik hoop dat Friesland de waarde van vee in de wei beseft. Dat de provincie begrijpt dat leeuw en lam nooit vrienden zullen worden."

Natuurfilosoof Martin Drenthen onderzoekt hoe er in ons land opnieuw plek kan zijn voor de wolf, naast de schapen die hier worden gehouden. "Schapen zijn niet geëvolueerd samen met wolven. Wij hebben ze tam gemaakt. Ze verweren zich dus ook niet tegen de wolf." Door de jaren heen hebben we wilde dieren uit ons land geweerd, nu ze weer terug zijn vraagt dat om een aanpassing. "Ik denk dat het probleem met een hek is dat het veronderstelt dat je een scheiding kunt maken tussen mensen- en dierengebied."

Bekijk ook

Mensen hier, dieren daar

In zijn boek Hek onderzocht Drenthen de ethiek van de grens tussen boerenland en natuurgebied. "Een hek is miskenning van het feit dat die dieren in zelfde landschap leven. Wolven zijn intelligent en kunnen reageren op zo'n hek." In ons land hebben we volgens hem snel de neiging om dingen te verbieden. "Tot nu toe hebben we de natuur gemanaged door het in stukken te verdelen: mensen hier en dieren daar."

Bij de wolf gaat dat volgens hem niet werken. "We zullen dus op een andere manier de conflicten tussen mens en wolf moeten voorkomen." Een positief aspect van een hek met schrikdraad is dat het volgens hem kan werken als communicatiemiddel. "Dat leert de wolf dat tamme schapen geen aantrekkelijke prooi zijn als ze door zo'n hek een tets op hun neus krijgen. Zo leren de wolven die binnenkomen dat schapen geen aantrekkelijke prooien zijn."

Kijk hier naar de TVreportage over dit onderwerp

'In Nederland lijkt het maar traag te gaan'

In Duitsland en Zweden maken ze al gebruik van deze hekken met elektrisch draad. "Veel van wat we hier nu doen hebben we in het buitenland afgekeken. Dat gebruiken ze daar al tijden", zegt Drenthen. "Maar in Nederland lijkt het maar traag te gaan. Soms denk ik dat mensen niet willen geloven dat de wolf hierheen komt. Ze weigeren te accepteren dat dit onvermijdelijk is."

Bekijk ook

De provincie Friesland laat weten dat een hek om het weidegebied van Friesland ecologisch, juridisch, financieel en praktisch niet haalbaar is. Het dier is beschermd en mag niet worden verjaagd of afgeschoten. De provincie wil een speciale projectgroep onderzoeken wat de ervaringen met de wolf zijn. In maart worden de eerste bevindingen verwacht.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'

Afgelopen maanden gingen zeker 3.000 azc-plekken toch niet door, vaak na protesten: 'Gemeenten komen zo tegenover inwoners te staan'
Spandoek tegen de komst van een asielzoekerscentrum in Berlicum
Bron: ANP

Uit een inventarisatie van EenVandaag blijkt dat aanhoudende protesten er vaak toe leiden dat de geplande opvangplekken voor asielzoekers tijdelijk of definitief worden geschrapt.

Door deze aanhoudende en succesvolle protesten raakt het Centraal Opvang Asielzoekers (COA) steeds verder af van het doel van 101.000 opvangplekken. Dit zijn het aantal plekken dat de spreidingswet voorschrijft en moet voor 1 juli worden behaald.

Ophef om azc

In zeker veertien gemeenten, die samen goed zijn voor de opvang van bijna 3.000 vluchtelingen, is de afgelopen maanden een tijdelijke of definitieve streep gezet door de plannen voor een asielzoekerscentrum.

Deze inventarisatie is gedaan op basis van berichtgeving van de afgelopen maanden over opvang die geannuleerd is. Er is gekeken naar de protesten en de daaropvolgende reactie vanuit het gemeentebestuur.

Zoeken naar nieuwe opvanglocaties

Het werkelijke aantal kan nog hoger liggen, omdat ook veel gemeenten waar protest is geweest nog geen besluit hebben genomen. Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Maashorst, waar een informatieavond over drie mogelijke opvanglocaties uit de hand liep. De avond werd beëindigd met charges van de mobiele eenheid.

De locatie in Maashorst moest in totaal 750 asielzoekers opvangen. Of dit plan kan worden doorgezet is nu nog maar de vraag. Uit de inventarisatie van EenVandaag blijkt dat er de komende weken op nog meer plekken wordt gesproken over nieuwe opvanglocaties.

Bekijk ook

Geen azc na protesten

In sommige gevallen zegt de gemeente zelf dat ze de beoogde locatie voor een azc annuleren vanwege de protesten. Dit was bijvoorbeeld het geval in de gemeente Sint Michelsgestel.

"Na de maatschappelijke en politieke onrust die is ontstaan in de gemeente, is de primaire inzet van het college gericht op nazorg en depolarisering", schrijft de gemeente op hun website.

'We zijn niet gezwicht'

In andere gevallen zijn er wel protesten geweest, maar ontkennen raadsleden daar aan toe te hebben gegeven. Zo kondigde de gemeente Hardenberg in maart aan te kijken naar zeven potentiële locaties voor een nieuwe opvang. Na dit bericht volgde er twee informatieavonden en protest.

Daarna maakte de coalitie bekend de zoektocht naar een locatie te staken. Raadslid Simone Hof (Christenunie) zei toen tegenover RTV Oost: "We zijn niet gezwicht voor de druk van een luidruchtige groep tegenstanders." Zij wijst juist naar het wankelende beleid van asielminister Marjolein Faber. Ook blijkt dat stikstof besluitvorming in de weg zit, of als argument wordt gebruikt om een azc niet te gaan bouwen.

In deze gemeenten werd een asielopvang geannuleerd

Weinig draagvlak

Verschillende gemeenten geven na het schrappen van een locatie wel aan verder te zoeken naar een andere locatie. Dat moet ook volgens de spreidingswet. Toch hebben ze nog weinig tijd om dit voor 1 juli te regelen, omdat ze vaak al veel locaties in beeld hebben gehad.

In de gemeente Dinkelland is de beoogde locatie van de baan, maar zegt de gemeente wel verder te zoeken naar een andere locatie. CDA-raadslid Marc Smelink hoopt dat dat voor 1 juli nog lukt, maar merkt ook weinig draagvlak. Het helpt volgens hem niet mee dat Faber geen regie pakt op de spreidingswet.

Asielminister Faber moet regie pakken

Op vragen - die EenVandaag eerder aan de asielminister stelde - over de consequenties die het heeft als gemeenten geen opvang regelen, zegt Faber dat op 1 juli opnieuw te bekijken.

"Maar als de landelijke overheid geen regie pakt dan staan we als gemeente tegenover de inwoner, terwijl we daar juist naast willen staan", reageerde Smelink toen.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren

Een derde van 55-plussers vindt dat ze te groot wonen, maar zoektocht naar toekomstbestendig huis duurt vaak jaren
Bron: ANP

Een derde van 55-plussers vindt hun woning te groot voor wat ze nodig hebben. Veel van hen willen wel ruimte maken voor jonge huizenzoekers, maar doorstromen blijkt lastig: 30 procent zoekt al ruim 2 jaar naar een geschikte woning.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 30.000 leden van het Opiniepanel. Onder alle ondervraagde 55-plussers zoekt 15 procent op dit moment naar een toekomstbestendige woning, en wil nog eens 27 procent dat op termijn gaan doen. Onder de 55-plussers die op dit moment te groot wonen, is dat aandeel nog groter.

'Gezinnen kunnen ruimte beter gebruiken'

Een derde (33 procent) van alle 55-plussers in het onderzoek laat weten op dit moment meer woonruimte in gebruik te hebben dan nodig. Voor de meesten van hen gaat dat om een woning van 100 vierkante meter of groter. Sommigen willen graag naar een woning met minder trappen, minder tijd kwijt zijn aan de schoonmaak, of ruimte bieden aan jonge huizenzoekers.

"Ik ben alleenstaand in een eengezinswoning, het onderhoud wordt me een beetje te veel", vertelt een gepensioneerde deelnemer. "Er zijn gezinnen die de ruimte veel beter kunnen gebruiken."

Hoe denken jongeren en 55-plussers over de grootte van hun woning?

Jongeren komen ruimte tekort

Die opvatting kunnen veel jongeren beamen. Waar 55-plussers vaker woonoppervlakte over hebben, moet een vijfde (21 procent) van 18- tot en met 34-jarigen het doen met een woning die te klein is voor hun situatie. Van hen woont 40 procent momenteel in een woning van minder dan 50 vierkante meter.

"We willen eigenlijk kinderen, maar stellen dat al jaren uit omdat we geen geschikte woning kunnen vinden", laat een jongere in zo'n woning weten. "Ik ben bang dat het voor ons al te laat is tegen de tijd dat de woningmarkt weer hersteld is."

Zijn 55-plussers van plan te verhuizen naar een toekomstbestendige woning?

Zoektocht naar woning

Een flinke groep van 55-plussers met een te grote woning is best bereid om plaats te maken voor woningzoekende jongeren en daarbij ruimte in te leveren.

Een derde van hen (34 procent) is op dit moment al op zoek naar een woning die beter geschikt is om op latere leeftijd in te wonen. Nog eens 40 procent zou dat op termijn willen.

Minder woning, hogere huur

Toch is het voor een ruime meerderheid (85 procent) van de 55-plussers die nu op zoek zijn, lastig om iets te vinden. 30 procent geeft aan al minstens 2 jaar bezig te zijn met het vinden van de juiste woning. Zij zien weinig geschikte opties en lange wachttijden in de sociale huur, maar zouden er vaak ook financieel flink op achteruit gaan.

"Ik wil graag kleiner wonen, maar kan alleen een appartement krijgen van 1.500 euro", laat iemand weten. "Dan zou ik een tuin én ruimte inleveren voor ruim 500 euro per maand meer."

Hoe lang zijn 55-plussers al op zoek naar toekomstbestendige woning?

Niet iedereen wil verhuizen

Bovendien zou ongeveer een vijfde (21 procent) van 55-plussers ondanks een te grote woning helemaal niet willen verhuizen. Voor sommigen is hun woning al voldoende geschikt om ook later nog te kunnen wonen.

Anderen hebben daarvoor aanpassingen laten doen, zoals het plaatsen van een traplift of het bouwen van een badkamer op de begane verdieping om langer in hun huis te kunnen blijven.

Gehecht aan woning

Daarnaast spelen er, ook onder ouderen die hun huidige woning eigenlijk te groot vinden, sentimentele redenen mee om niet weg te willen.

Bijvoorbeeld omdat ze gehecht zijn aan hun huis of niet weg willen uit hun sociale omgeving. "Een fijne buurt en een riant huis, daar kan geen appartement tegenop", besluit een deelnemer.

Bekijk ook

info

Over dit onderzoek

Het onderzoek is gehouden van 14 maart tot en met 3 april 2025. Er deden in totaal 29.827 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee, onder wie 3.490 deelnemers van 55 jaar en ouder, die een woning voor latere leeftijd zoeken. Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur, gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2023.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant