Na het ongeluk in Lochem rijst de vraag: waarom gebeuren er nog steeds dodelijke ongelukken in de bouw? Veel onderaannemers, veel talen op de bouwplaats en een werkcultuur waarin niet altijd wordt gewezen op overtredingen: er zijn veel uitdagingen.
Het dodelijk ongeluk in Lochem, vorige week woensdag, gebeurde tijdens werkzaamheden aan een nieuwe kanaalbrug. Een brugdeel viel uit de takels van een kraan en belandde op een stellage waar mensen op stonden. Een Poolse en een Belgische bouwvakker kwamen om het leven.
'Reactie is: goh, alweer'
"We werden gebeld, geappt en gemaild. En de reactie was vooral: 'Goh, alweer'", zegt directeur Chris van Veldhuizen van vakvereniging Het Zwarte Corps. Het gevaar op ongevallen in de bouwsector ziet hij als een probleem: "We hebben dit jaar al vijf dodelijke ongevallen gehad. Mensen maken zich zorgen."
"Er zijn zelfs mensen die in de vijftig zijn en tegen ons zeggen: 'Ik stop er gewoon mee, ik heb hier geen zin meer in'", vervolgt Van Veldhuizen. "Ze willen gewoon goed werk leveren en veilig kunnen werken. En dat wordt moeilijk. Ze gaan soms met pijn in hun buik naar hun werk. En dat wil je gewoon niet."
Hiërarchische sector
De vraag is volgens hem hoe veiligheidsmaatregelen en -beleid, die in de top worden bedacht en bepaald, door heel de keten beheerst en gecontroleerd worden. "Dat is een uitdaging, want onderaannemers werken ook vaak weer met onderaannemers en die huren ook regelmatig flexibele arbeidskrachten in omdat we een tekort aan arbeidskrachten hebben in de bouw. En dat kunnen uitzenders zijn, mensen via detachering, arbeidsmigranten, zzp'ers."
In de praktijk ziet Van Veldhuizen daarbij dat houding en gedrag niet verbeteren als er te veel focus ligt op regels en handhaving van de regels. "We willen heel graag dat mensen in de bouwsector elkaar aanspreken als situaties niet veilig zijn. Dat is lastig, omdat het best een hiërarchische sector is. Mensen zijn niet zo gewend om dingen te zeggen."
Bekijk ook
'Tien talen op bouwplaats'
Henk Meijer is manager veiligheid bij bouwbedrijf Van Wijnen en herkent de problematiek. "Er zijn gevaarlijke situaties. Struikelgevaar, weersinvloeden: alles speelt mee en elke dag is weer anders. We leren gelukkig iedere dag nog bij."
In het bouwbedrijf zijn dagelijks zo'n tienduizend mensen op bouwplaatsen aanwezig, vertelt Meijer. "En daarvan spreekt misschien wel 40 à 60 procent, afhankelijk van de periode van het jaar, een buitenlandse taal. En dan heb je het niet over één taal op een bouwplaats, maar misschien wel over tien talen op een bouwplaats. En dat is enorm uitdagend."
Aanspreken van collega's
Meijer sluit zich aan bij Van Veldhuizen dat het gedrag aangepast moet worden. "Een paar jaar geleden hadden wij een dodelijk ongeluk in Ede", vertelt hij. "Ik probeer ieder jaar nog langs te rijden om met de partner van die persoon te praten. In dat halletje hangen nog steeds de jas en helm aan de kapstok. De kinderen lopen er iedere dag langs."
"Dat doet je echt beseffen dat we het over iets serieus hebben", vervolgt hij. "Ik vind het bewustzijn vele malen belangrijker. Natuurlijk zijn regels belangrijk, maar het gaat om het gedrag van mensen." Het aanspreken van collega's is volgens hem de eerste stap: "Dat is een hele lastige om erin te krijgen. Want sommigen denken: waarom zou ik mijn collega verklikken? Daar moeten we aan blijven werken."
Bekijk ook
Gevaarlijk beroep
Want dat werken in de bouw gevaren met zich meebrengt, is evident. Met risico's op zaken als struikelen, vallen, gevaarlijke goederen die naar beneden vallen of werken met gevaarlijke voorwerpen, staat het werk hoog op de ranglijst van gevaarlijkste beroepen. Voorzitter van Bouwend Nederland Arno Visser is duidelijk: dat kan niet zomaar geaccepteerd worden.
"Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid en er wordt heel veel gedaan", begint hij. "Maar ik vind het moeilijk om daarover op de trom te slaan. Omdat de mensen die het overkomen daar niks aan hebben. Ik kan wel schermen met allerlei statistieken en zeggen dat er verbetering in zit en minder erg is dan 15 jaar geleden, maar daar heeft iemand die het weleens is overkomen niets aan."
'Je doet altijd nooit genoeg'
Ieder bedrijfsongeluk blijft er één te veel, benadrukt Visser. Dat betekent dat er volgens hem nooit gezegd mag worden: 'Nu doen we wél genoeg.' "Je doet altijd nooit genoeg, dat is het rare. Je moet het altijd extra aandacht geven. Veiligheid moet op één staan en de prijs mag nooit de oorzaak zijn dat veiligheid daaronder lijdt."
Is een bouwsector zonder ongevallen dan een utopie? "Ik denk niet dat het reëel is om te zeggen dat er helemaal nooit meer een ongeluk gebeurt", concludeert Van Veldhuizen van vakvereniging Het Zwarte Corps. "Maar we kunnen in ieder geval met z'n allen hard eraan werken om te zorgen dat het zo min mogelijk gebeurt. En zeker geen dodelijke ongevallen. Dat moet echt nul zijn."
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.