Tienduizenden militairen zijn tot begin jaren '90 blootgesteld aan het wapenreinigingsmiddel PX-10. Velen van hen zijn ziek geworden. Het middel werd door het hele leger gebruikt vanaf de jaren zestig tot 1993 en bevatte het kankerverwekkende middel benzeen.
In de uitzending onder meer het relaas van een weduwe van een machinist van de marine, die in 2009 overleed aan lymfeklierkanker na een lang en pijnlijk ziekbed. De top van het leger is al begin jaren tachtig op de hoogte van de giftigheid van PX-10, maar uit nieuwe documenten in bezit van Dossier EenVandaag blijkt dat Defensie er willens en wetens mee is doorgegaan.
Defensie wijst tot nu toe alle claims van oud-militairen en nabestaanden af, op basis van rapporten van het RIVM uit 2011, maar in Dossier EenVandaag doen gerenommeerde buitenlandse wetenschappers die onderzoeken af als ‘onbetrouwbaar’ en ‘wetenschappelijk niet-verantwoord'.
In de uitzending van Jan Born en Sander ’t Sas komen onder meer oud-marine arts Rob Timmerman, de bekende Vlaamse toxicoloog Prof. dr. Jan Tytgat en Kolonel mr. Ben F. Klappe, directeur Bureau Claims van Defensie aan het woord.
In Radio EenVandaag een gesprek met redacteur Jan Born. Ook spreken we met Jan Kleian, oud-voorzitter van de militaire vakbond ACOM.
Vanavond de volledige documentaire bij Dossier EenVandaag.
Reactie RIVM
Het onderzoek is in opdracht van het ministerie van Defensie uitgevoerd. Het onderzoek is onder verantwoordelijkheid van het RIVM uitgevoerd door twee gerenommeerde en internationaal hoog aangeschrevenonderzoeksinstituten: Het Institute of Risk Assessment Sciences van de Universiteit Utrecht (IRAS) en hetInstitute of Occupational Medicine (IOM) uit het Verenigd Koninkrijk.2.Het rapport is in het Engels geschreven zodat externe review door buitenlandse deskundigen mogelijk was. Een Amerikaanse en een Deense expert hebben het rapport ook daadwerkelijk gereviewed.3.Doelstelling van het onderzoek was: het schatten van de blootstelling aan benzeen en vluchtige organische stoffen (VOS) door het gebruik van PX-10 en het schatten vanmogelijke gezondheidsrisico’s door gebruik van PX-10 in het verleden. De nadruk lag daarbij op de relatie tussen benzeen en bepaalde kankervormen, met name leukemie4.De gevolgde werkwijze is conform de stand van wetenschappelijke kennis. Gebruikte benaderingen en gegevens zijn in overeenstemming met die van internationaal gezaghebbende organisaties, zoals de International Agency for Research on Cancer (IARC een onderdeel van de Verenigde Naties’ Wereld Gezondheid Organisatie), de Nederlandse Gezondheidsraad en hetAmerikaanse National Institute for Occupational Safetyand Health (NIOSH) en het Environmental ProtectionAgency (US-EPA)5.Het gebruik van PX-10 in het verleden is niet goed bekend; Om het gebruik en de blootstelling zo goed mogelijk te reconstrueren zijn gesprekken gevoerd met (ex)medewerkers van Defensie die gewerkt hebben met PX-10, zowel militair als burgerpersoneel6.Omdat het benzeengehalte vooral in het verleden hoog was, konden in het onderzoek geen praktijk metingen meer uitgevoerd worden. Daarom zijn bij het IOM een serie experimenten uitgevoerd7.Omdat praktijk metingen niet meer mogelijk waren is de blootstelling en daaruit voortkomende risico op leukemie gemodelleerd op basis van een aantal aannamen die uitvoerig in het rapport beschreven zijn.8.De aannamen zijn gebaseerd op gesprekken met de ex-gebruikers van PX-10 (volume van de ruimte waarin gewerkt werd, ventilatie van die ruimte, werkduur, en werkomstandigheden, gebruik en verversing van PX-10,etcetera), op de wetenschappelijke literatuur en op deresultaten van de uitgevoerde experimenten9.Er zijn zgn. gevoeligheidsanalyses uitgevoerd om te kijken of andere aannames tot andere conclusies zouden leiden. Dit bleek niet het geval10.Benzeen wordt gezien als een genotoxischekankerverwekkende stof waarvoor geen erkende veilige ondergrens aan te geven is waar beneden geen risico’s optreden. De hoogte van de risico’s hangt af van de duur en de hoogte van de blootstelling; een langdurig hoge blootstelling geeft een hoger risico dan kortdurende lage blootstelling11.Bij de wetenschappelijke beoordeling van blootstelling aan kankerverwekkende stoffen in de arbeidssituatie wordt van lange termijn blootstelling uitgegaan; de norm voor benzeen in arbeidsomstandigheden (1 ppm) is daarop geënt. Uit het onderzoek blijkt dat deze norm niet overschreden is.12.Er zijn geen korte-termijn grenswaarden voor de arbeidssituatie die specifiek gericht zijn op beperking van de kankerrisico’s door pieken in benzeenblootstelling13.De gangbare rekenwijze voor het schatten van het kankerrisico voor benzeen zijn geënt op lange termijn blootstelling; er zijn geen modellen voor beroepsblootstelling die uitgaan van piekblootstelling14.De gebruikte relaties voor het risico van benzeen komen uitwetenschappelijke onderzoeken in arbeidssituaties waarbij ook piekblootstellingen optraden; het risico dat samenhangt met dergelijke piekblootstellingen is dus al in de gebruikte relaties verwerkt15.Uit de risico analyse komt naar voren dat onder defensiepersoneel dat vele jaren dagelijks intensief met PX-10 werkte, er volgens de berekeningen sprake is van 0,03 extra gevallen per 1.000 mannen. Het is daarom onwaarschijnlijk dat er daadwerkelijk extra gevallen vanleukemie zijn opgetreden, zelfs als een paar duizend werknemers langdurig in hoge mate zijn blootgesteld aan PX-10.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.