Internationale hulporganisaties zijn bij elk conflict of ramp te vinden, met de toestemming van de lokale regering of leiders. Maar hoe onafhankelijk is zo'n organisatie als ze die hulp nodig hebben? "Ze zullen zich niet laten voorschrijven wat ze doen."

Aanstaande woensdag is een nationale actiedag voor Giro555 voor mensen die getroffen zijn door het conflict in het Midden-Oosten. De actie roept veel vragen en reacties bij mensen op, zo zijn er zorgen dat het geld bij organisaties als Hamas of bij de Israëlische regering terechtkomen.

'De nood van doodnormale mensen'

Daarom schrijven tien Nederlandse hulporganisaties - waaronder Oxfam Novib, Kerk in Actie en Cordaid - in een ingezonden brief in het Algemeen Dagblad: "Wij werken altijd los en onafhankelijk van formele of feitelijke machthebbers zodat voedsel, medicijnen en sanitaire basisvoorzieningen terechtkomen bij hen die het hardst nodig hebben."

Hiermee maken ze duidelijk dat het geld dus niet komt bij organisaties die het niet nodig hebben. Verder zeggen de hulporganisaties wel dat het politieke debat erbij hoort. "Maar we willen dat dat niet afleidt van waar het ook over moet gaan: de nood van doodnormale mensen die nú onze aandacht en hulp nodig hebben."

Onafhankelijk, neutraal en onpartijdig

Hoogleraar op het gebied van de rol van burgers in duurzame ontwikkeling aan de Radboud Universiteit Sara Kinsbergen legt uit dat humanitaire organisaties of noodhulporganisaties met drie centrale principes werken. "Onafhankelijkheid, neutraliteit en onpartijdigheid."

Dat houdt volgens haar in dat je - onafhankelijk van wie je bent, wat je gelooft en hoe je stemt - toegang moet kunnen hebben tot de hulp die geboden wordt door hulporganisaties.

Feitelijke en formele machthebbers

Volgens Kinsbergen gaan humanitaire organisaties in de gebieden waar ze werken op zoek naar partners die ook volgens die principes werken. Maar om een conflictgebied in te komen, moet er samengewerkt worden met de feitelijke en formele machthebbers, vertelt hoogleraar humanitaire hulp Thea Hilhorst.

Daarin is een formele machthebber de erkende overheid. De feitelijke machthebber kan iemand anders zijn, zoals een gewapende groepering.

Principes onder druk

"Dat was bijvoorbeeld in de tijd dat in Afghanistan de regering in Kabul was, maar heel veel stukken van het land in handen waren van de Taliban", legt Hilhorst uit. "Dan zul je toch moeten erkennen dat de Taliban er is, want je hebt ze nodig om bijvoorbeeld toegang te krijgen tot een bepaald gebied, of een visum te krijgen, of goederen de haven in te krijgen."

"Ik denk niet dat we daar naïef in moeten zijn", zegt Kinsbergen. "Soms komen die principes onder druk te staan en dan moet je misschien concessies doen vanuit het oogpunt om uiteindelijk aan iedereen in zo'n gebied noodhulp te kunnen verlenen."

info

Podcast

De rubriek 'Feit of Fictie?' is nu ook te beluisteren als podcast.

'Hoofddoel om mensen te helpen'

Toch zijn hulporganisaties 'los en onafhankelijk' ondanks dat ze hulp krijgen een conflictgebied in te komen, zegt Hilhorst. "Ze moeten werken met de autoriteiten om hun werk mogelijk te maken, maar zij zullen zich niet door de autoriteiten laten voorschrijven wat ze precies doen, aan wie ze hulp geven, en wat voor type hulp." In die zin zijn ze volgens haar onafhankelijk, want zij bepalen waar het geld naartoe gaat, wat ermee gebeurt.

Als blijkt dat een feitelijke autoriteit zich inhoudelijk met het werk wil bemoeien, dan ligt de vraag op tafel of een organisatie door kan gaan met het werk wat ze doen. Volgens Hilhorst zijn de organisaties daarop voorbereid, ze doen alles wat ze kunnen om onafhankelijk te blijven. "Maar tegelijkertijd hebben ze natuurlijk het hoofddoel om mensen te helpen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.