radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Zes vragen over de nieuwe 'sleepwet'

Volgens de een is de nieuwe wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten noodzakelijk om ons tegen terroristische aanslagen te beveiligen. Volgens anderen loopt de privacy van de burger groot gevaar.

Op 21 maart wordt in Nederland een referendum gehouden over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Het meest omstreden punt uit deze nieuwe wet is dat de veiligheidsdiensten de mogelijkheid krijgen om internetverkeer af te tappen. Dat is ‘het sleepnet’. Hierdoor wordt de nieuwe wet ook wel de ‘sleepwet’ genoemd.

Vincent Böhre, directeur van Privacy First, is tegen de nieuwe wet die al door de Eerste en Tweede Kamer is aangenomen. Als de wet ingaat in mei spant hij met andere tegenstanders zoals de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) en de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA) een rechtszaak aan. ''Het is mij een raadsel hoe de Eerste en Tweede kamer er mee akkoord zijn gegaan. Als je twintig jaar geleden zou hebben gezegd: "Anno 2018 hebben we een wet waardoor Nederland massaal ongeëvalueerde data over de eigen burgers kan delen met buitenlandse inlichtingen diensten", dan had iedereen je voor gek verklaard.''

Paul Abels werkte 34 jaar bij inlichtingendiensten waaronder de AIVD en is nu bijzonder hoogleraar Governance of Intelligence and Security Services aan de universiteit van Leiden. Hij is voorstander van de wet. ''De enorme argwaan naar de overheid vind ik vreemd. De overheid doet dit ten behoeve van ons aller veiligheid. Zonder aarzelen stellen mensen hun gegevens beschikbaar aan onder meer Albert Heijn, Google en Facebook. Dan denk ik: Waarom die argwaan naar de eigen overheid? Een stukje argwaan is goed, maar je moet niet overdrijven dat dát nu het grootste gevaar is voor jou als burger.''  De voor- en tegenstander geven hun visie aan de hand van zes vragen. 

1. De nieuwe inlichtingenwet staat bekend als ‘sleepwet’. Is er sprake van een sleepnet dat informatie vangt?

‘‘Ik denk dat het een hele goede bijnaam is’’, zegt tegenstander Vincent Böhre. ‘‘De belangrijkste bevoegdheid is het tegelijkertijd op grote schaal kunnen aftappen van grote groepen mensen op het internet. Dan is sleepwet een terechte benaming.’’

Abels is het daar niet mee eens. ‘‘Dat is activistenjargon. Dat sleepnet is een klein onderdeel van de nieuwe wet. Het is een hele goede wet die de veiligheidsdiensten toerust op moderne communicatie’’, vindt hij. ‘‘Je bent als inlichtingendienst altijd in een soort ratrace met je tegenstanders die de nieuwste technieken gebruiken. Dus moet je zelf ook als dienst die mogelijkheden hebben.’’

2. Maakt de nieuwe wet de kans op een terroristische aanslag kleiner?

‘‘Nee, dat is nooit aangetoond’’, verklaart Böhre. ‘‘Zulke wetgeving bestaat al veel langer in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië en tot nu toe zijn er nooit aanslagen mee voorkomen. Sterker nog: Nederland is zonder deze wetgeving behoed voor aanslagen.’’

Volgens Abels maakt het de kans op een aanslag of spionage zo klein mogelijk. ‘‘Je kunt niet wachten tot de terrorist met de bom in de fietstas onderweg is naar het Binnenhof. Dan ben je rijkelijk laat. Je moet zorgen dat je heel vroeg onderkent wat de intenties van mensen zijn. De diensten kijken eigenlijk naar personen die nog geen strafbare feiten hebben gegaan.’’

3. Kunnen inlichtingendiensten voortaan meekijken over de schouders van de inwoners van een wijk op hun computerschermen?

Böhre: ‘‘Ja en nee, Strikt genomen kun je met de nieuwe wet grote delen van het internet aftappen in een wijk of een stad. Maar het is de vraag of dat ook gaat gebeuren.  Maar omdat het kan treedt er wel een zogenoemd ‘chilling effect’ op: de bevolking gaat zich onbewust anders gedragen. Mensen gaat opletten welke zoektermen ze intikken en zijn voorzichtiger met mails. Zo’n effect wordt alleen maar erger door de sleepwet.’’

Maar volgens Abels werkt dat niet zo ‘simpel’. ‘‘Stel dat een verdachte woont in een Rotterdamse buurt dan werpen de diensten daar een redelijk breed net uit om informatie binnen te halen.  Dat is data in een grote bulk. Maar om daar aanwijzingen uit te halen is toestemming nodig. En om die data te lezen is opnieuw toestemming nodig. Als die toestemming er is dan moet alle andere informatie weggegooid worden. Kortom: een klein deel van de bulk aan informatie wordt maar uitgelezen. Dat staat dus haaks op de gedachte dat heel Nederland wordt afgeluisterd met deze nieuwe wet. Dat is een grote misvatting in de campagne van de tegenstanders. Ze gaan op de loop met de feiten. Alsof we van Nederland een nieuwe DDR maken. Dat klopt absoluut niet.’’

4. Mogen de bulkdata gedeeld worden met buitenlandse inlichtingendiensten?

Böhre geeft aan dat dit het grootste bezwaar is tegen de nieuwe wet. ‘‘We leveren als land massaal gegevens van burgers uit aan het buitenland. Er gaat ongezien een container vol niet geëvalueerde informatie naar ‘bondgenoten’ zoals de Amerikanen en de Engelsen. Ik denk dat een Europese rechter dat als onrechtmatig zou kwalificeren. Daarom bereiden we een rechtszaak voor met een brede coalitie aan partners die we gaan voeren zodra de wet in werking treedt.’’

Abels reageert gelijkstemmend: ‘‘Dat is ook een van mijn kritiekpunten op de wet. Internationaal wordt er veel informatie gedeeld met bondgenoten. Maar in deze wet gaat een grote bulk aan informatie die niet is ingezien naar andere landen. Dat vind ik een stap te ver gaan. In een reparatiewet zou je een extra bepaling kunnen voegen dat diensten eerst zelf data over Nederlandse burgers moeten evalueren.’’

5. Is er voldoende toezicht?

‘‘Er is onafhankelijk toezicht vooraf, toezicht tijdens de operaties en toezicht achteraf. Dus er is behoorlijk wat toezicht, maar dat is wel versnipperd. Wij zijn er niet gerust op hoe objectief en onafhankelijk dat toezicht is. Maar ik zeg er eerlijk bij dat het controlemechanisme in vergelijking met de oude wet is verbeterd’’, aldus Böhre.

Abels: ‘‘Er zitten veel waarborgen en controles in de nieuwe wet.  Er is uitbreiding van het toezicht, er zijn speciale bepalingen om journalisten en advocaten te beschermen. Er zijn tal van voorzieningen gemaakt in de wet om aan de burger te laten zien dat de diensten ook op hun vingers worden gekeken. Het is internationaal gezien zelfs een unieke wet omdat er uitgebreide klachtenprocedures zijn en een onafhankelijke toezicht voor- en achteraf.’’

6. Veel mensen geven persoonlijke informatie aan sociale media en apps. Waarom vertrouwen ze buitenlandse technologiebedrijven wel en de overheid niet?

‘‘Ja, dat is wel dubbel’’, geeft Böhre toe. ‘‘Mensen zijn kritisch over hun verlies van privacy door de sleepwet maar zetten op Facebook wel al hun privégegevens waar diezelfde overheid zo bij kan. Dat is bijna hypocriet. Maar Facebook en Instagram is wel je eigen keuze. Ik zit bijvoorbeeld niet op Facebook. Dat de overheid informatie van je krijgt via een sleepnet is geen eigen keuze. En historisch gezien; een bedrijf arresteert of martelt geen mensen, en overheden doen dat wel.’’

Abels: ‘‘Dat is inderdaad heel dubbel. We zijn bang om informatie voor de nationale veiligheid over te dragen aan de overheid, maar we vertrouwen wel onze privégegevens toe aan Amerikaanse technologiegiganten.  Waarom die argeloosheid bij de grote multinationals en het wantrouwen naar de overheid? Daar ligt een enorm probleem. Ik denk dat al het nieuws rond de geheime spionagactiviteiten van de NSA van Edward Snowden en series op Netflix over geheime diensten het beeld negatief gekleurd hebben.’’

Voorspelling uitslag referendum

EenVandaag hield onlangs een peiling over wat mensen van plan zijn om te stemmen bij het referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Bijna de helft (48%) van de mensen die aangeeft (waarschijnlijk) te gaan stemmen, is voor de wet, een derde (32%) is tegen. Een vijfde (20%) van de mensen die gaat stemmen twijfelt nog. 

Voorstanders van de Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten zeggen vooral dat veiligheid voor hen belangrijker is dan privacy, en dat ze zich veiliger voelen door de wet. Veel mensen stellen dat zij ‘niks te verbergen’ hebben. Ook zeggen mensen dat er in deze tijd nieuwe middelen nodig zijn: "We leven niet meer in de tijd van de morse of de postduif. De veiligheidsdiensten moeten hun werk kunnen doen."

Tegenstanders van de wet vrezen vooral dat hun privacy geschonden wordt. Ze zijn bang dat hun gegevens worden misbruikt door de overheid of in handen komen van commerciële instanties. Ook is er een groep die vindt dat er iets moet gebeuren, maar dat de huidige wet te ver gaat.

Uit een soortgelijk onderzoek dat EenVandaag half oktober 2017 hield blijkt dat er veel verdeeldheid heerst over de invoering van de zogenoemde ‘sleepwet’. Een opvallend verschil is er tussen jong en oud: waar ouderen met name de veiligheid van de samenleving voorop stellen en dus voorstander zijn van de wet, stellen jongeren  - die in meerderheid tegen zijn – hun eigen privacy voorop. 

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'
Dierenverzorger Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland
Bron: EenVandaag

Niet alleen in Amerika, ook in Nederland grijpt de vogelgriep om zich heen. Het virus treft nu vooral wilde ganzen. Dierenwelzijnsorganisaties die worden gebeld om zieke dieren op te halen maken zich zorgen. "Worden niet serieus genomen door de overheid."

Een mondkapje, een pak, handschoenen, schoenhoezen en een beschermbril. Dat trekt Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland elke keer aan als de dierenambulance weer een zieke vogel komt brengen.

Van dier op mens

Allemaal om zichzelf te beschermen tegen de vogelgriep. "Vogelgriep is een ziekte die van dier op mens kan overgaan. Als ik een beetje grieperig ben en ik kom in contact met een besmette vogel, dan kan dat gaan muteren en kan de pleuris uitbreken", vertelt ze daarover.

De angst zit er goed in bij De Houtsnip. In 2022 werd het vogelzorgcentrum geruimd omdat er vogelgriep heerste. "Ik heb toen zelf heel veel slachtoffers ingeslapen en uiteindelijk bleef er een groep over. Die waren negatief getest, maar werden toch ingeslapen door de NVWA. Dat laat je nooit meer los en wil je niet meer meemaken."

Uitbraak neemt toe

Een besmetting van vogel op mens is nog niet in Nederland voorgekomen. Maar in de VS overleed vorige maand een persoon na een besmetting door kippen en wilde vogels in zijn achtertuin. Daarom is Hendrickx alert. Iedereen die haar vogelzorgcentrum binnenkomt moet zich ontsmetten en alle werknemers hebben hun eigen afdeling waar zij werken en mogen niet zomaar naar een andere afdeling.

"Op dit moment is de uitbraak weer in alle hevigheid aan het toenemen", reageert Hendrickx. Dat zorgt voor enorme onrust bij haar. "De adrenaline giert door je lijft. Je bent bang om het binnen te krijgen."

Niet serieus nemen door de overheid

Verhalen zoals die van Hendrickx hoort Daniella van Gennep van Stichting Dierenlot nu dagelijks. Zij vertegenwoordigt een groot deel van dierenhulpverleners in Nederland, waaronder dierenambulances, opvangcentra en dierenasielen.

"Soms vindt één dierenambulance wel 200 dieren op 1 dag. En dat zijn vooral vogels op dit moment, maar ook vossen en andere zoogdieren. We maken ons gewoon zorgen omdat die hulpverleners op dit moment niet echt serieus worden genomen door de overheid als het gaat om vogelgriep."

Financiële compensatie

Daarmee doelt Van Gennep op financiële compensatie voor de dierenhulpverleners. Zo moeten zij dode en zieke vogels ophalen en persoonlijke beschermingsmiddelen aanschaffen. Na de vorige uitbraak wilde een meerderheid van de Tweede Kamer dat de overheid zou kijken naar een structurele manier om in deze kosten tegemoet te komen. Maar de minister liet 6 februari weten dat die er op dit moment niet komt, omdat de uitbraak nog niet hevig genoeg is.

"Ik wil heel graag dat de overheid de dierenhulpverlener serieus neemt. Weliswaar hebben ze formeel geen rol als het gaat om het opruimen van dode dieren. Maar wie bel je als je een dier in nood ziet? Dan bel je de dierenambulance en dat gebeurt dus in de praktijk."

Bekijk ook

'Overheid moet in actie komen'

Van Gennep vraagt om actie van de overheid: "zorg minimaal voor veiligheid van al die vrijwilligers. Die lopen risico maar daar moeten ze zelf voor opdraaien. Zelfs de griepprik die enigszins bescherming biedt, moeten ze zelf betalen", legt ze uit.

Van Gennep beaamt dat het inderdaad nog niet zo erg is als in 2021 en 2023. "Maar", voegt ze daaraan toe, "wat er nu gebeurt in Amerika is wel veel erger dan toen. Wij willen gewoon dat je voorbereid bent."

Wie is verantwoordelijk voor het opruimen?

Het opruimen van dode dieren gebeurt volgens beide hulpverleners nu niet altijd. "Ik ben niet verplicht om die op te gaan halen", zegt Hendrickx. "Maar ik doe het wel, omdat ik niet wil dat andere in het wild levende dieren dat eten, want dan zijn zij ook besmet."

"De verantwoordelijkheid ligt bij degene van wie het terrein is waar het dier neerstort", vult Van Gennep aan. "Maar ja, vaak weet het grote publiek niet van wie het terrein is." Vogels dood in de achtertuin liggen, moeten door de eigenaar van de woning zelf worden opgeruimd. "Die mag je in de vuilnisbak doen en dan mag je je handen wassen met een sopje. Dan is het volgens het ministerie goed genoeg. Nou, daar zet ik dikke vraagtekens bij."

Bekijk ook

Teleurgesteld

Van Gennep heeft vandaag nog spoedoverleg gehad met beleidsmedewerkers op het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Maar een toezegging voor financiële compensatie kwam er niet.

"Ik heb de minister gehoord in het debat vorige week en zij zei: 'de overheid is geen pinpas'. Dat doet echt pijn bij de dierenhulpverleners en dat merk je ook wel. Zij voelen zich niet serieus genomen, terwijl dat wel moet."

Partij voor de Dieren wil actie van minister

Volgens Hendrickx is er niets veranderd bij de overheid na de grote uitbraken in 2021 en 2023. "Wanneer worden ze wakker? Wat gebeurt er als er straks een pandemie uitbreekt?", vraagt ze zich af. "Dan zijn ze te laat en hebben ze bloed aan hun handen."

De Partij voor de Dieren neemt geen genoegen met de antwoorden van de minister. De partij gaat Kamervragen stellen en wil dat de minister alsnog over de brug komt met geld om dierenhulporganisaties te beschermen tegen vogelgriep.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden, ook tiener Sem maakte het mee

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden, ook tiener Sem maakte het mee
Sem* werd op zijn 15de gefilmd en geïntimideerd
Bron: EenVandaag

Op social media gaan zogenaamde vernederfilmpjes rond met bedreigingen en mishandelingen, waarin jongeren elkaar slaan, schoppen en bedreigen. Ook van Sem werd zo'n filmpje gemaakt. "Heel belangrijk dat ouders thuis echt in die telefoons gaan kijken."

De slachtoffers en daders in de video's zijn grofweg tussen de 13 en 17 jaar oud, maar jongere kinderen van 10 of 11 jaar krijgen er soms al mee te maken. Het wordt door de politie en criminologen 'hybride straatgeweld' genoemd, omdat er zowel sprake is van fysiek geweld als van online geweld.

'Hadden we nooit verwacht'

"Onze zoon Sem* was door een andere jongen gedwongen op z'n knieën te gaan zitten om sorry te zeggen, onder bedreiging van een niet zichtbaar vuurwapen", vertelt zijn vader Richard*. "En die jongen filmde hoe mijn zoon op de knieën ging. Misschien zijn wij naïef, maar zoiets hadden we echt nooit verwacht in onze omgeving."

Richard vertelt het aangrijpende verhaal van wat Sem (toen 15) en het gezin is overkomen. "Hij kwam ineens behoorlijk boos thuis en vloog gelijk naar boven. Je weet: pubers willen niet per se direct iets vertellen, dus ik liet het even op z'n beloop. Uiteindelijk wist mijn vrouw wel uit hem te krijgen wat er voorgevallen was. En dat was schrikken."

Bang voor escalatie

Al de dag erna had de dader de video van de bedreiging op social media gedeeld. "Iedereen op school had het gezien. Richting Sem werden er harde grappen over gemaakt. 'Op je knieën', riep iedereen", vertelt Richard. "Ja, dat kwam behoorlijk binnen", zegt zoon Sem er zelf over.

Op initiatief van zijn ouders werd de wijkagent geïnformeerd en deden ze aangifte. "Ik dacht: jongens, dit is niet acceptabel", zegt Richard. "Dat vond Sem moeilijk, hij was bang voor mogelijke escalatie. Want ja, dan loop je mensen te verraden, dacht hij. En: kan ik het misschien zelf oplossen. Maar wij wilden juist niet dat hij de oplossing ging zoeken in tegengeweld of tegenacties. Dus we hebben de politie ingeschakeld, daar zijn ze voor."

Bekijk ook

'Niets verkeerd gedaan'

Sem vindt het belangrijk dat mensen over het geweld weten, en vertelt daarom zijn verhaal. "Dat je moet oppassen en dat je weet dat het kan gebeuren."

"Je kan wel lachen om een filmpje en het doorsturen, maar morgen ben je misschien zelf aan de beurt. Je hebt niets verkeerds gedaan en toch schaam je je."

Meer van dit soort filmpjes

Er zijn veel van dit soort filmpjes. Een meisje dat in een metro vuistslagen in haar gezicht krijgt en hard in haar buik wordt getrapt door een groep van zes, zeven jongens. Een jongen die het op een rennen zet, als hij wordt achtervolgd en uitgelachen door een stel jongens.

Een paar jongens die elkaar op een grasveldje klappen en trappen uitdelen, tot een van hen onderuit gaat en dan nog een paar stevige trappen na krijgt. Ondertussen staan tien kinderen op een afstandje de geweldsuitbarsting te filmen met hun telefoons. Ze staan erbij te juichen.

In aanpak nog veel te winnen

Ouders, politie, scholen en jongeren zelf zoeken naar een manier om dit fysieke én online geweld terug te dringen. In de aanpak van dit straatgeweld is nog heel veel te winnen, volgens de onderzoekers van het rapport 'Geklapt, gefilmd en gedeeld' dat morgen verschijnt en in handen is van EenVandaag.

Criminologen hebben in opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, onderdeel van de Politieacademie, onderzoek gedaan naar deze online en offline geweldsincidenten onder jongeren.

Bekijk ook

Status verhogen

De onderzoekers zien dat het dader- en slachtofferschap elkaar regelmatig afwisselt. Groepsdruk speelt een grote rol, jongeren hitsen elkaar op om iets terug te doen, om te laten zien dat je niet over je heen laat lopen.

Als je (online) laat zien dat je voor jezelf opkomt en niet bang bent, verhoog je je status en dat kan weer een beschermende factor zijn om geen slachtoffer te worden, of niet opnieuw.

Onder de radar

Het online geweld vindt vaak plaats in afgeschermde omgevingen van sociale mediaplatforms en is dus niet voor iedereen zichtbaar. Wat lastig is, is dat kinderen of jongeren na een bedreiging of mishandeling uit schaamte bijna nooit een melding of aangifte doen.

Slachtoffers zijn bang om als 'snitch' (verrader) gezien te worden, zoals Sem ook dacht. De meeste incidenten blijven dan ook onder de radar, volgens de hoofdonderzoeker en criminoloog Shanna Mehlbaum. De kans dat de politie de incidenten zelf ontdekt is klein, ze mogen niet standaard online surveilleren en vanwege privacyregels beperkt signalen delen met andere organisaties.

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden

Bekijk ook

Afpersing

De bedreigingen, mishandelingen en vernederingen die in de 'echte wereld' (offline) plaatsvinden zijn onlosmakelijk verbonden met wat daarvan is gedeeld op social media als Snapchat, Telegram, TikTok, Facebook of YouTube. In de filmpjes zijn kinderen te zien die spijt moeten betuigen aan de dader(s), vaak om een verzonnen reden. Het slachtoffer moet op de knieën gaan en 'sorry baas' of 'sorry koning' zeggen.

"Soms moet iemand zich zelfs uitkleden of de schoenen van de bedreiger likken", zegt Mehlbaum. Soms zet de dader het filmpje gelijk online, maar regelmatig gaat de dader eerst nog een stapje verder. Dan wordt het slachtoffer afgeperst - geld uit de portemonnee van moeder, een horloge - om het online verspreiden van het filmpje te voorkomen, of uit te stellen.

'Gaat 24 uur per dag door'

De Rotterdamse jeugdagent Robin Bleijenberg ziet de video's dagelijks langskomen. "Vaak gaat het om het afstaan van geld of spullen, schoenen, jassen. Maar meestal stopt het niet, want dan hebben ze de jongeren in hun macht. 2 weken later wordt er weer gedreigd. Of ze komen aan de deur, in het extreme geval. Soms zelfs met vuurwerk, bijvoorbeeld dat er explosies uit voortkomen. Het gaat echt heel ver."

Waar pesten vroeger na schooltijd stopte, is dat nu wel anders. "Jongeren benaderen en ontmoeten elkaar online. Het pesten van nu gaat door op de telefoons, 24 uur per dag, 7 dagen in de week", weet Bleijenberg. Hij is bijna dagelijks op scholen of bij jongeren thuis om een online incident te sussen, een aangifte op te nemen of een minderjarige aan te houden.

Bekijk ook

Oproep aan ouders

"Het is heel erg belangrijk dat ouders thuis echt in die telefoons gaan kijken", zegt de agent. Ouders weten vaak weinig van de online leefwereld en activiteiten van hun kind, waardoor ze niet opmerken waar die bij betrokken is.

"Wees je bewust als ouder wat je kind doet. Het is niet meer zo dat ze alleen maar leuk zitten te TikTokken. Ga ook eens met hem of haar in gesprek: wat doe je nou online? Kijk eens naar de schermtijd, want daar schrik je ook ontzettend van. Sommige kinderen zitten gewoon 12 uur lang op hun telefoon. En wees je bewust dat je kinderen ook andere dingen doen online."

Daders vooral jongens

De onderzoekers stellen vast dat de daders van het hybride geweld vooral jongens zijn uit een achtergestelde situatie, kinderen die opgroeien in armoede en die thuis te maken hebben met allerlei problematiek, zoals (v)echtscheidingen of armoede.

Ook gaat het vaak om jongens met allerlei gedragsproblemen, soms voortkomend uit een licht verstandelijke beperking (LVB). In het onderzoek staan ook voorbeelden van jongeren uit 'beter bedeelde wijken' en 'goede gezinnen', die de straatcultuur hebben omarmd: het vertonen van machogedrag, snel geld verdienen, agressie, geweld en voor jezelf opkomen.

*echte namen zijn bekend bij de redactie.

Wat kunnen scholen doen aan het offline en online geweld?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant