Sinds de coronacrisis verdwenen er duizenden kledingwinkels uit het Nederlandse straatbeeld. Dat komt door een opstapeling van problemen. Winkels die verdwijnen komen niet terug, denkt financieel commentator Martin Visser.

Kledingwinkels in Nederland hebben het zwaar. Uit nieuwe cijfers van ABN AMRO blijkt dat het aantal kledingwinkels sinds de pandemie met 10 procent is gedaald. Als redenen noemt ABN AMRO de verplichte winkelsluiting gedurende corona, de hoge inflatie en kostenstijgingen sinds de oorlog in Oekraïne en consumenten die minder geld aan kleding uitgeven vanwege hogere prijzen.

Stapeling van problemen

Ook het terugbetalen van coronasteun zorgt voor problemen, ziet Martin Visser, financieel journalist bij De Telegraaf. "Die slepen ondernemers als een loden bal achter zich aan."

Uiteindelijk denkt Visser dat het een stapeling van problemen is die het aantal faillissementen in de kledingbranche zo doet toenemen: van verhoogde kosten, het terugbetalen van schulden en lagere inkomsten.

Trend

Toch is het verdwijnen van fysieke winkels een trend die al langer bezig is, constateert ABN AMRO: het is een beweging die in 2010 is gestart. "Het is een structurele trend die inzet als het crisis is", zegt Visser.

"Je zag het bijvoorbeeld na de Eurocrisis (in 2009, red.), dat er heel veel winkelketens omvielen. Het aantal winkels is van 2010 tot en met nu echt met procenten afgenomen."

Bekijk ook

Meer online

Consumenten doen daarnaast tegenwoordig steeds meer aankopen online. Daar betalen fysieke winkels volgens Visser en ABN AMRO de prijs voor. Als voorbeeld noemt Visser speelgoedwinkels, die zijn razendsnel uit het straatbeeld verdwenen, sinds speelgoed ook eenvoudig online te bestellen werd.

Visser: "Zover is het nog niet met kleding, maar het neemt wel rap af. Je ziet dat er twee dingen gaande zijn. Een verplaatsing van fysiek naar online, maar je ziet dat de totale omzet van de kledingbranche ook stagneert. Mensen zijn voorzichtig en houden de hand op de knip door de inflatie. Er is wel iets meer aan de hand dan alleen een verplaatsing naar online."

Minder aanbod in de winkelstraat

Het is een structurele trend dat kledingwinkels zich van de fysieke naar de online wereld verplaatsen, denkt Visser. Dat kan tot meer faillissementen leiden. "Ik kan me niet voorstellen dat deze trend snel ophoudt. Winkels die verdwijnen, komen ook niet zomaar terug."

Hij denkt dat het uiteindelijk kan leiden tot een verder afnemen van winkels in de winkelstraat. "Het is de vraag hoe erg dat is. We doen het namelijk zelf, het is een maatschappelijke trend met economische gevolgen", zegt Visser. De overheid heeft tijdens de coronaperiode veel ondernemers, ook in de kledingbrache, van steun voorzien. Als consumentengedrag verandert, vertelt hij, houdt het op een gegeven moment op voor bepaalde ondernemers.

Bekijk ook

Persoonlijke drama's

"Veel mensen vinden het leuk om te shoppen op zondagmiddag, om lekker door de winkelstraat te lopen. Als het aanbod dan verschraalt, is dat wel reden tot zorg. Vooral middelgrote steden zitten daarmee in hun maag. Als er minder winkels zijn, wordt de binnenstad namelijk minder aantrekkelijk."

Die dynamiek is volgens Visser alleen niet te stoppen, maar is ook niet per se erg. Het leidt tot innovatie bij ondernemers, en op de totale economie genomen is het feit dat er minder fysieke kledingwinkels zijn niet erg. "Het zorgt wel voor persoonlijke drama's. Mensen die hun hele leven in een winkel hebben geïnvesteerd, en dat ineens zien verdwijnen."

Tweedehandskledingwinkels

Wat interessant is aan de cijfers van ABN AMRO, zegt Visser, is dat tweedehands kleding het juist goed doet. Er kwamen juist ruim 10 procent meer tweedehandskledingwinkels bij.

Tweedehands kleding is namelijk vooral bij vrouwen en jongeren in trek: ruim de helft van de vrouwen geeft aan aan wel eens tweedehands kleding te kopen, en bijna veertig procent van de 18- tot 29-jarigen. Jongeren vinden tweedehands kleding 'hip', schrijft ABN AMRO.

Bekijk ook

'Tweedehands verdringt niet alles'

Alleen het werkelijke percentage van de kleding dat tweedehands wordt gekocht, is nog steeds maar een paar procent, zegt Visser. "Het is een maatschappelijke trend, een modehype. Jongeren kiezen inderdaad vaker voor tweedehandskleding, maar ik kan me niet voorstellen dat het alles verdringt."

Online tweedehandskleding wordt tegenwoordig verhandeld op websites als Vinted, en zelfs marktleiders als Zalando bieden tweedehands kleding aan.

Vraag naar beleving

Visser ziet dat de consument streeft naar beleving als die fysiek spullen koopt. Dat bieden kringloop- en vintagewinkels, denkt hij. "Het is de vraag of het een tijdelijke modehype is, of dat nieuwe generaties anders aankijken tegen consumeren. Dat moet in de loop der jaren blijken."

Als andere voorbeelden van nieuwe manier van consumeren noemt Visser deelauto's en leasefietsen. "Het is de vraag of jongere generaties dat blijven doen als ze ouder zijn. Het is daarom lastig te zeggen of het blijvend is, maar de tweedehandskledingbranche is in ieder geval voorlopig booming."

Bekijk hier de reportage over dit onderwerp

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.