Stel je raakt je woning kwijt en kunt geen nieuwe vinden, wat doe je dan? Voor Marit en Paul betekende het verlies van hun baan ook het verlies van hun slaapplaats. Na maanden op de bank slapen en rondzwerven op straat, vonden ze toch een woning.
Ondanks dat verschillende partijen zich de afgelopen jaren bezighielden met de aanpak van dakloosheid, hebben nog altijd te veel mensen in Nederland geen vast woonadres. Er is meer inspanning nodig om die mensen te helpen, schreven de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman vorige maand aan staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid.
Onzichtbare dakloosheid
Een groep die nog altijd vaak over het hoofd wordt gezien door de overheid en andere instanties zijn de mensen die niet op straat leven, maar ook geen vast woonadres hebben. Zij slapen bij vrienden of familie op de bank, of wonen in een auto of caravan.
In tegenstelling tot de mensen die overnachten in dak- en thuislozenopvanglocaties of op straat, is het bij hen lang niet altijd duidelijk dat ze dakloos zijn. Vandaar dat ze vaak 'onzichtbaar dakloos' worden genoemd. Om uiteenlopende redenen lukt het deze groep niet om een eigen woning te vinden.
Seizoenswerk in de horeca
Dat gold bijvoorbeeld voor de 40-jarige Marit* en haar man Paul*. Tot vorig jaar augustus werkte het stel met veel plezier in een restaurant op een toeristische plek in het noorden van het land, waar ze als personeelsleden ook onderdak kregen aangeboden.
Het komt op plekken waar veel seizoenskrachten nodig zijn veel voor dat je baas je een woning aanbiedt zolang je bij het bedrijf werkt, vertelt ze. "Daarmee wordt het werk aantrekkelijker voor mensen van verder weg, zoals wij. Die mensen zijn vaak hard nodig, vooral in de horeca."
Bekijk ook
Werk en woning kwijt
Maar toen bleek dat de eigenaar van het restaurant waar Marit en Paul werkten het pand te koop had gezet. "Ons contract was net voor een jaar verlengd toen we dat te horen kregen. We werden gerust gesteld met de boodschap dat het heus nog wel een tijd zou duren voordat het verkocht zou worden. Maar na nog geen 2 maanden was het raak."
De nieuwe eigenaar ging verbouwen en er was geen werk meer voor het stel. Ook hun woning moesten ze opgeven, werd hen verteld. Binnen een week stonden ze letterlijk op straat.
Op de bank bij vrienden en familie
Omdat ze geen huis meer hadden en nieuw werk vinden zo snel niet lukte, besloten ze terug te gaan naar de Randstad, waar ze eerder woonden en een groot netwerk hadden. Vertrekken viel Marit en Paul zwaar. "We hadden gehoopt om samen een nieuw leven op te bouwen, daar op dat eiland. We waren er zelfs getrouwd."
Maar voor dat nieuwe leven bleek geen ruimte. "Ik beleefde die periode in een roes, wist niet waar ik het moest zoeken", vertelt Marit. "Hoe komen we in hemelsnaam aan een nieuw huis in deze wooncrisis? vroegen we ons af."
'Verschrikkelijk om te vragen'
Voor een tijdje konden Marit en Paul terecht bij Pauls vader. En vervolgens op de bank bij vrienden en kennissen. "Ik vond het verschrikkelijk om van mensen te moeten vragen of we bij ze mochten slapen. Het heeft natuurlijk best veel impact op je huishouden als er ineens twee extra volwassenen in je huis verblijven."
Een paar maanden ging het stel van bank naar bank, maar op een gegeven moment hield ook dat op. "Toen de kerstdagen in de buurt kwamen, kregen we wel een beetje te horen dat het fijn zou zijn als we zouden vertrekken. Dat begrijp ik ook. Je wil dan mensen thuis uitnodigen, dan zit je niet te wachten op twee bankslapers."
Bekijk ook
'Op een gegeven moment sta je alleen'
"Je kunt sowieso niet oneindig blijven aankloppen bij vrienden en familie. Die hebben hun eigen leven. Op een gegeven moment sta je er alleen voor." Dat gebeurde voor Marit en Paul dus in december 2023. Toen kwamen ze op straat terecht. Een tijdje sliepen ze in parken en op bankjes. Een tent of andere vorm van onderdak hadden ze niet. Overdag verbleven ze af en toe een paar uur bij familie of vrienden, dronken ze koffie bij de gemeente.
Ze gingen zich steeds slechter voelen. "Het leven op straat voelde erg onveilig", vertelt Marit. "Je weet nooit wie je 's nachts kunt tegenkomen. Ik durfde niet te slapen, deed geen oog dicht." De uitzichtloze situatie zorgde er regelmatig voor dat ze niet meer wisten wat ze met hun leven aanmoesten. "We raakten in een steeds negatievere spiraal."
Geen werk en geen uitkering
In de tussentijd probeerden Marit en Paul nieuw werk te vinden, maar dat bleek lastig. "Als je geen vast adres hebt, vertrouwen werkgevers dat niet, merkten we. En dat begrijp ik ook wel, want hoe weet een werkgever of je wel in de buurt bent als je nodig bent op de werkvloer?" Ook een uitkering aanvragen kon niet zonder vast adres. "Gelukkig lukte het uiteindelijk om een postadres te krijgen bij de gemeente."
Ze klopten aan bij hun gemeente, in de hoop daar hulp te vinden. Maar dat leverde weinig op. "Die helpen toch voornamelijk mensen die kampen met psychiatrische problematiek of verslaving. Dat gold niet voor ons, waardoor we van het kastje naar de muur werden gestuurd."
'Alleen hulp bij ernstige problemen'
Na aanhoudend aandringen bij de gemeente, kregen ze uiteindelijk de contactgegevens van de stichting Op Weg Naar Huis, vertelt Marit. Die stichting is, zoals oprichter Yolanda Groeneweg het omschrijft, bedoeld voor 'kansrijke mensen met banen, die als ze weer op eigen benen kunnen staan, zo de wijde wereld in kunnen'. "Mensen die door omstandigheden zoals een scheiding tussen wal en schip zijn geraakt en een steuntje in de rug nodig hebben."
"Zij zitten over het algemeen niet in de problemen waar mensen die bij het Leger des Heils komen mee worden geholpen. Ik vind het vreemd dat je in Nederland in de ernstige problemen moet zitten om aanspraak te kunnen maken op hulp van instanties", zegt Groeneweg.
Bekijk ook
Woningdelen als oplossing
Haar stichting biedt woningen aan aan mensen die tijdelijk dakloos zijn, maar wel een baan hebben. Faciliteiten zoals de wc, bad- en woonkamer delen ze met mensen in een soortgelijke situatie. Ook Marit en Paul vonden op deze manier een woning. Die delen ze nu met vijf anderen, totdat ze een huis voor zichzelf hebben gevonden. En dat bevalt tot nu toe hartstikke goed.
"Omdat wij op dat moment nog geen werk hadden, kwamen we eigenlijk niet in aanmerking. Maar na veel gesprekken is er een uitzondering gemaakt. Met de voorwaarde dat we ervoor zouden zorgen dat we alles in het werk zouden stellen om zo snel mogelijk een baan te vinden." En dat lukte: nog geen 2 weken nadat het stel was ingetrokken in de gedeelde woning, hadden ze een baan gevonden in de horeca. "Allemaal dankzij de stichting, die ervoor heeft gezorgd dat we weer een vast adres hebben."
'Die adrenaline vreet je op'
Marit heeft eindelijk het idee dat ze weer een toekomst heeft, vertelt ze. "Ik hoop dat we binnenkort weer op eigen benen kunnen staan. We staan op veel plekken ingeschreven voor een sociale huurwoning, hopelijk komen we er een keer tussen. Al verwacht ik niet dat dat makkelijk wordt."
Ze is blij dat ze weer rust heeft in haar lichaam, vertelt ze. "De hele tijd stijf staan van de adrenaline, dat vreet je helemaal op. Dat gevoel is eindelijk verdwenen. Een dak boven je hoofd, de structuur van werken en thuiskomen op een veilige plek, dat doet je zo goed."
Relatie sterker geworden
Dat ze dit allemaal samen heeft moeten doen met Paul, heeft hun relatie sterker gemaakt, vertelt Marit. "We hebben samen voor zoveel vuren gestaan, zoveel steun aan elkaar gehad. Als ik dit alleen had moeten doen, weet ik niet hoe ik hieruit was gekomen. Of ik hieruit was gekomen."
"Nog steeds doen we alles samen. We wonen samen, we werken samen. Als Paul op de wc zit, roept hij me om een praatje te maken", lacht ze. "We zijn zo close." Wat ze wil meegeven aan mensen in een soortgelijke situatie? "Geef de moed niet op. Ga door totdat je de hulp krijgt die je verdient. Dat is hard trekken, maar er is een uitweg. Ook als een situatie soms hopeloos lijkt."
*Vanwege privacyredenen zijn Marit en Paul gefingeerde namen. Hun echte namen zijn bekend bij de redactie.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.