radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Meningen verdeeld over hoe racisme aan te pakken, helft ziet een training op werk wel zitten

Meningen verdeeld over hoe racisme aan te pakken, helft ziet een training op werk wel zitten
Een demonstrant en een politieagent in gesprek tijdens een Black Lives Matter-protest
Bron: ANP

De meeste mensen (67 procent) vinden het terecht dat er een maatschappelijke discussie over racisme gevoerd wordt in Nederland. Maar over hoe we institutioneel racisme, zoals bij de Belastingdienst, moeten aanpakken verschillen de meningen.

Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder 26.000 leden van het Opiniepanel. De helft voelt wel wat voor een bewustwordingstraining op de werkvloer. Een diversiteitsquotum is daarentegen niet populair. Aan het onderzoek deden 24.000 witte mensen en 1.600 mensen van kleur mee. De laatste groep maakt nog steeds regelmatig institutioneel racisme mee. Veel witte deelnemers zijn juist bang om ten onrechte voor racist uitgemaakt te worden.

Belastingdienst

Eind mei erkende het kabinet dat er bij een deel van de Belastingdienst jarenlang institutioneel racisme plaatsvond. Ruim twee derde van alle deelnemers (71 procent) vindt die erkenning een goede zaak.

Veel mensen noemen het schandalig dat bepaalde groepen op basis van hun achtergrond of religie een verhoogd risico hadden om op een 'zwarte lijst' van fraudeurs te komen. Het minste wat we kunnen doen is dat erkennen, menen ze. Al zeggen velen erbij dat dat wel te laat komt.

Training in bewustwording

Medewerkers van de Belastingdienst krijgen nu een training om ze bewuster te maken van hun vooroordelen. Moet er bij de overheid en in het bedrijfsleven standaard zo'n training 'bewustwording racisme' komen?

De witte deelnemers zijn verdeeld: 49 procent is voor zo'n training voor alle werknemers, 36 procent vindt het een slecht plan. De ondervraagden van kleur zijn positiever: 64 procent is voor, 20 procent tegen.

Bekijk ook

Belangrijke stap

Voorstanders vinden meer bewustwording een belangrijke stap. "Als je (onbewuste) patronen gaat herkennen en erkennen kun je er ook wat mee doen", zegt iemand.

Een deelnemer van kleur voegt daaraan toe: "Laat zo'n cursus geven door iemand die zelf racisme meemaakt, niet door iemand die zich kan 'inleven', want die brengt geen ervaring uit eerste hand over."

'PowerPoint verandert weinig'

Tegenstanders gebruiken verschillende argumenten. Een deel vindt dat het vooral een lege huls is waarmee bedrijven goede sier willen maken. Voor echte bewustwording is volgens hen veel meer nodig.

"Het ziet er mooi uit op papier. Al helemaal in een persbericht. Maar racisme zit diep. Het woord institutioneel wordt er niet zomaar bijgezet. Een dagje of middag training met PowerPoint en koffie zal dat niet veranderen", zegt een deelnemer daarover.

Bekijk ook

Verschillen en ergernissen uitvergroot

Een andere groep denkt juist dat zo'n training de verschillen tussen mensen uitvergroot. Met als gevolg dat ze eerder uit elkaar gedreven worden dan bij elkaar komen. Veel witte deelnemers vrezen dat ze daarin ten onrechte van racisme beschuldigd zullen worden. "Een training bewustwording racisme gaat van de veronderstelling uit dat men racistisch is. Dat ben ik niet, dus daar heb ik geen zin in."

Dit gevoel leeft breder. Zes van de tien witte deelnemers (59 procent) zijn het eens met de stelling: 'Ik ben geen racist, maar in de huidige discussie krijg ik vaak het gevoel dat ik wel als racist word weggezet.' "Ik voel me tegen mijn zin in in een hoek gedrukt waar ik me niet in thuis voel", motiveert iemand.

Ervaringen institutioneel racisme

Niet alleen bij de Belastingdienst, maar ook bij andere organisaties en bedrijven maken mensen van kleur nog steeds regelmatig institutioneel racisme mee. In de 2 jaar na de grote Black Lives Matter-demonstraties lijkt er wat dat betreft weinig veranderd.

Drie van de tien (29 procent) geven aan dat ze in de afgelopen 2 jaar gediscrimineerd zijn door een landelijke of gemeentelijke overheidsinstantie. Bij de witte deelnemers is dat een stuk lager: 7 procent.

Bekijk ook

Discriminatie in winkels

Ook bij de politie is er een duidelijk verschil. Van de witte deelnemers maakte 2 procent discriminatie door agenten mee, bij de ondervraagden van kleur gaat het om één op de vijf (20 procent).

Winkels en bedrijven scoren het hoogst: 32 procent van de mensen van kleur maakten hier in de laatste twee jaar iets mee, tegenover 6 procent van de witte deelnemers. Het gaat dan bijvoorbeeld om problemen bij het solliciteren of een tas die extra vaak wordt gecontroleerd.

Tegen diversiteitsquotum

In het onderzoek werden verschillende oplossingen voorgelegd om racisme in Nederland te bestrijden. Bewust meer mensen met een migratieachtergrond in dienst nemen, zoals de NPO nu bijvoorbeeld doet, vinden de panelleden geen goede oplossing. Slechts een kwart van alle deelnemers (23 procent) is voor een diversiteitsquotum van 15 procent voor overheid en bedrijfsleven. De meesten vinden dat je gewoon de beste kandidaat moet nemen, ongeacht zijn of haar achtergrond.

Bij de deelnemers van kleur is er wat meer draagvlak (48 procent), omdat ze nu té vaak het gevoel hebben dat ze er niet tussen komen. De andere helft van hen is tegen (37 procent) of weet het niet (15 procent). Zij hebben niet veel zin om met zo'n stempel binnen te komen.

Bekijk ook

Les voor op school en voorbeeldfunctie politie

Over sommige oplossingen zijn de deelnemers het, ongeacht hun huidskleur, wel eens. Zo is er steun voor het verplicht behandelen van racisme op scholen. Twee derde van alle ondervraagden (66 procent) is hier voor. Volgens sommigen kun je daar niet vroeg genoeg mee beginnen: "Je moet bij de kleuters al aandacht besteden aan discriminatie. Hoe vroeger hoe beter. Zo kun je het aanleren van slechte gewoonten voorkomen."

Er is ook waardering voor de politie die discriminatie tussen agenten onderling strenger gaat aanpakken. Agenten die zich racistisch gedragen tegenover collega's moeten voortaan rekening houden met ontslag. 67 procent vindt dit een goede zaak. "De politie moet er zijn voor iedereen, ongeacht sekse, huidskleur of levensovertuiging. Ze hebben een voorbeeldfunctie", licht een panellid toe.

Hoe denken de leden van het EenVandaag Opiniepanel over de verschillende oplossingen om racisme te bestrijden?
info

Over het onderzoek

Het onderzoek is gehouden tussen 13 en 29 juni 2022. Aan het onderzoek deden 26.036 deelnemers mee. Van hen vulden 24.119 in dat ze een witte huidskleur hebben. Sommigen gaven hierbij aan dat ze hun huidskleur zelf liever blank noemen. Ook deden 1.570 deelnemers van kleur mee, zij vulden in dat zij een licht of donker getinte huid hebben. Een kleine groep wilde hun huidskleur niet vermelden.

De vragenlijst is verspreid onder de leden van het EenVandaag Opiniepanel. Ook is een open link is verspreid via netwerken, organisaties, stichtingen en sociale mediagroepen waar mensen van kleur zich begeven, zoals Stichting MCNW, Caribisch Netwerk, Trauma's van Nora, Stichting Vriendschapsbanden Nederland-Suriname, TICF en Vereniging Aaneen.

Het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk: leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit 80.000 leden.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Nog altijd stank in Hellevoetsluis door wietfabriek, maar omwonenden Cora, Nettie en Wil blijven ertegen strijden

Nog altijd stank in Hellevoetsluis door wietfabriek, maar omwonenden Cora, Nettie en Wil blijven ertegen strijden
Bron: EenVandaag

Inwoners van Hellevoetsluis en omgeving ruiken al 1,5 jaar lang wiet als ze de deur uitlopen, of de ramen open hebben. Dat komt door een fabriek voor staatswiet. Ze zijn het zat, maar er lijkt geen verandering in te komen.

Voor het experiment met staatswiet staat in Hellevoetsluis een legale wietfabriek. Een nare bijkomstigheid: een heftige wietgeur. Inwoners trekken al tijden aan de bel, maar tot nu toe met weinig resultaat. "Wij zijn gewoon slachtoffer van een experiment."

'Hoesten, hoofdpijn, prikkende ogen'

Staat de wind goed, dan kunnen Hellevoetsluisers Cora van Mook en Nettie van der Sar even rustig door de neus ademen. Maar dat is de rest van de tijd wel anders. En staat de wind gunstig voor hen, 'dan zijn er ongetwijfeld andere mensen in de omgeving die last ervaren', vertellen ze.

Al 1,5 jaar hebben ze te maken met de stank, en dat heeft invloed. "'s Nachts als je je raam open hebt, dan heb je een hele droge keel en hoest je raar, je ogen kunnen prikken. Er zijn ook mensen die er echt migraineaanvallen van hebben", vertelt Cora. "Het lijkt op de geur die je weleens op straat ruikt maar dan een stuk zwaarder en penetranter."

Bekijk ook

Veel meldingen

Ze zijn niet de enigen die last hebben van de stank. "Er wordt ook gemeld vanuit Oostvoorne, Rockanje en Brielle, dus niet alleen vanuit ons", vertelt Wil van Barendrecht die naast de kas woont.

"Op dit moment liggen er 1.338 meldingen bij de DCMR", weet Wil. Dat is de Milieudienst Rijnmond die het bedrijf op geuroverlast controleert.

Wel aandacht, geen actie

Daarnaast zijn de inwoners al op verschillende plekken geweest om iets aan de stank te doen. "Bij de gemeente, in de rechtbank." Maar tot nu toe met weinig resultaat.

Wil vertelt: "De aandacht van de gemeente hebben we wel, maar er gebeurt niks omdat die zich verschuilen achter allerlei ingewikkelde procedures, zoals onder dwangsom bepaalde maatwerkbesluiten. En daar hebben ze iedere keer lange termijnen voor, die elke keer totdat het uiterste worden gerekt voordat er eindelijk weer eens actie ondernomen wordt."

Vaststellen normeringen

Het enige wat er voorlopig op zit voor de inwoners, is afwachten. "Op dit moment worden bepaalde normeringen vastgesteld, waaronder de geuroverlast moet blijven. Want er zijn nog niet echt meetinstrumenten ontwikkeld om nou precies te kunnen aantonen wanneer de geuroverlast boven een bepaalde norm uitkomt."

Maar ook als die normering rond is, is het afwachten hoe er vanuit het bedrijf wordt gereageerd. "Tot nu toe verdedigt het bedrijf zich met: 'We zijn nog bezig met maatregelen te nemen, met koolstoffilters neer te zetten en allerlei andere dingen te doen. Dat heeft tijd nodig voordat wij dat allemaal ingeregeld hebben.'"

Bekijk ook

Geen verandering

"We zijn bezig vanaf augustus 2023 en zitten nog steeds in dezelfde stank", zegt Wil ontzet. "Het blijft maar."

En een nieuwe plek zoeken om te wonen, dat zit er volgens de omwonenden ook niet in. Zelfs al zouden ze dat willen. "Je kan geen kant op, want je huis is gewoon veel minder waard."

Langzamer dan gewenst

Gemeente Voorne aan Zee, waar Hellevoetsluis onder valt, vertelt in een schriftelijke reactie dat ze de zorgen van de omwonenden goed begrijpen en dat ze het belangrijk vinden dat de overlast zo snel mogelijk stopt. "De zorg van onze inwoners staat voorop en daar zetten we ons voor in. Wij voelen ons niet verantwoordelijk voor de productie van wiet ten behoeve van het experiment, iets wat we ook meerdere keren aan Den Haag hebben laten weten."

Daarbij laten ze weten dat er voor de overlast een juridische procedure loopt. "Vanwege wet- en regelgeving en de duur van juridische procedures gaat dat langzamer dan gewenst. Dit komt omdat er in eerste aanleg nauwelijks regelgeving was voor juridische handhaving op geuroverlast."

Inspecteurs aanwezig

"We zijn voor de handhaving ten aanzien van geuroverlast niet gebonden aan landelijke regelgeving voor het Wietexperiment", gaat het statement verder. "Er zijn wettelijke eisen en termijnen waar we ons als gemeente aan moeten houden. Zo zijn wij verantwoordelijk voor de handhaving op de milieuwetgeving."

Volgens de gemeente zijn inspecteurs van DCMR Milieudienst Rijnmond regelmatig aanwezig om vast te stellen of sprake is van geuroverlast. "Dit doen zij zowel op basis van meldingen van inwoners als op eigen initiatief. Bij overtredingen wordt hierop gehandhaafd."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom Shell en Total zich voorlopig terugtrekken uit project om CO2 op te slaan onder Noordzee

Olie- en gasbedrijven Shell en Total trekken zich voorlopig terug uit een project voor CO2-opslag onder de Noordzee. Ze vinden de aanleg van de pijpleidingen die dit mogelijk moeten maken nog te risicovol.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant