radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Hoe ver kunnen ze vliegen? En andere vragen beantwoord over militaire drones die Nederland voor Oekraïne gaat maken

Hoe ver kunnen ze vliegen? En andere vragen beantwoord over militaire drones die Nederland voor Oekraïne gaat maken
Bron: ANP

Defensie trekt 400 miljoen euro uit voor de productie van geavanceerde drones voor Oekraïne. Die zouden essentieel zijn in het snel veranderende slagveld. We vroegen wat jullie wilden weten over militaire drones.

Jullie vragen worden beantwoord door projectleider Humanitaire Ontwapening bij PAX Wim Zwijnenburg en defensiespecialist Peter Wijninga van het Haags Centrum voor Strategische Studies.

1. Hoe lang en hoe ver kan een geavanceerde drone vliegen?

We weten nog niet precies welke drones Nederland gaat produceren, begint Zwijnenburg. "Er zijn verschillende soorten militaire drones, die je zou kunnen onderverdelen in drie categorieën. Uit persberichten van het ministerie van Defensie blijkt dat Nederland waarschijnlijk drones zal produceren van de categorie: kleine tactische drones."

"Dit zijn kleine, geavanceerde types die relatief laag kunnen vliegen en middellange afstanden kunnen afleggen, tussen de 25 en 200 kilometer. Dit kunnen drones zijn die voor verkenning worden gebruikt, maar ze kunnen ook met bommen worden uitgerust en een doelwit aanvallen door een bom te laten vallen of door er met een explosieve lading tegen aan te vliegen. Die laatste worden ook wel kamikaze-drones genoemd."

Hiernaast heb je de Medium Altitude Long Endurance-drones. "Dat is bijvoorbeeld de MQ-9 Reaper, een onbemand verkenningsvliegtuig dat nu ook al in de Nederlandse luchtmacht vliegt. Deze drones beschikken over geavanceerde camera's en kunnen bewapend worden met raketten. In totaal kunnen ze 24 uur in de lucht blijven en een paar duizend kilometer afleggen", vertelt Zwijnenburg.

"En dan heb je nog de High Altitude Long Endurance-drones, die kunnen nog langer in de lucht blijven en heel hoog vliegen. Deze geavanceerde grote drones vliegen voornamelijk voor Amerika en kosten zo'n 100 miljoen per stuk."

Bekijk ook

2. Hoe groot is de vuurkracht van de drones?

Dit verschilt per type drone, zegt Zwijnenburg. "Er zijn drones waar je een granaat, bom of andere explosieve lading onder kunt hangen. Maar die drones kun je niet al te zwaar beladen met zo'n explosieve lading, vaak ongeveer 1 tot 5 kilo."

"Want", legt hij uit, "hoe zwaarder de drone, hoe meer energie het kost om die in de lucht te houden, en dus hoe korter de afstand is die de drone kan afleggen." Zo kunnen volgens hem de grotere kamikaze-drones die Oekraïne inzet in Rusland daarentegen 20 kilogram aan explosieven meenemen over lange afstanden.

Deze drones zijn effectief om met relatief weinig lading toch een grote ontploffing te veroorzaken. "Daarom worden ze ook veel gebruikt door Oekraïne om aanvallen uit te voeren op Russische oorlogsinstallaties zoals munitieopslagplaatsen en olietanks", weet Zwijnenburg.

Wat vervolgens het bereik en de vuurkracht is van zo'n drone met 20 kilogram aan explosieve lading, verschilt weer per geval.

3. Waar worden deze drones gestationeerd?

In Oekraïne worden drones veelal vlak langs het front gestationeerd, vertelt defensiespecialist Wijninga. "Juist omdat het bereik van kleine drones niet zo groot is, moeten militairen dicht bij het front opereren. Je ziet dan ook teams die zich met een auto naar het front verplaatsen, daar hun missie uitvoeren, de boel weer inpakken en wegtrekken van het front om zich veilig te stellen."

Om gerichter te schieten op de tegenstander, worden drones ook ingezet in loopgraven. "Een drone kan helpen om even over de volgende heuvel te kijken om de positie te bepalen van de tegenstander. Vervolgens geven ze de coördinaten door aan de artillerie." Volgens Wijninga worden zowel aan de Oekraïense kant als aan de Russische kant op deze manier tienduizenden drones gebruikt.

In Nederland zijn op dit moment militaire drones van het type MQ-9 Reaper gestationeerd op de vliegbasis in Leeuwarden, vertelt Wijninga. "Ook hebben we een paar op Curaçao staan, die worden daar ook gebruikt voor niet-militaire doeleinden zoals het opsporen van drugstransporten."

Bekijk ook

info

Productie van extra drones in Nederland

Waar de productie van drones gaat plaatsvinden in Nederland kan het ministerie van Defensie nog niet zeggen. Een woordvoerder gaf aan dat de drones voor de helft in elkaar gezet zullen worden door Nederlandse bedrijven, maar omwille van operationele veiligheid doet het ministerie hier verder geen uitspraken over.

4. Kan een militaire drone een doelwit met gsm-verbinding altijd raken?

Als een drone afvliegt op een doelwit met gsm-verbinding, dan betekent dat niet vanzelfsprekend dat het doelwit ook wordt geraakt. "Voor drones die worden bestuurd met een virtual reality-bril, waarbij de bestuurder meekijkt door de camera van de drone, is er een voortdurende verbinding nodig tussen de bestuurder en de drone", weet Wijninga.

"Die verbinding kan verstoord worden en dan is de bestuurder de drone kwijt. Er wordt daarom voortdurend nagedacht om drones minder afhankelijk te maken van die stuursignalen", voegt hij toe.

Bovendien worden niet alle drones zo geprogrammeerd dat ze op een gsm-signaal afvliegen. "Je kunt ook een coördinaat programmeren in het navigatiesysteem van een onbemand vliegtuigje."

Hij geeft een voorbeeld: 2 weken geleden viel Oekraïne twee Russische munitiedepots aan met drones. "Waarschijnlijk heeft Oekraïne toen met satellietfoto's de coördinatie bepaald, waarna de drone naar die coördinaat vloog en erbovenop klapte. Een doelwit hoeft dus geen zendinstallatie te zijn, en een drone kan ook vliegen naar een doelwit dat geen gsm-signaal uitstraalt", legt hij uit.

Bekijk ook

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

5. Zijn alle technologische drone-innovaties straks ook beschikbaar voor particuliere drones?

Wijninga ziet de grens tussen militaire en civiele productie in de drone-industrie enorm vervagen. "Oekraïners en Russen gebruiken eigenlijk veel omgebouwde civiele drones. Dat zijn drones die je bij wijze van spreken bij de MediaMarkt kunt kopen. Het is dus zeker niet zo dat alles wat militair bedacht is ook een militaire oorsprong heeft."

"Andersom zullen er in de oorlog ook innovaties aan de militaire kant plaatsvinden, die de civiele productie weer zullen beïnvloeden. Er is een soort wisselwerking tussen civiele en militaire technologie op dit moment."

Zwijnenburg legt uit dat die wisselwerking moeilijk te reguleren is. "De moderne oorlogsvoering kent allerlei technologieën waarmee je heel dodelijke wapens kan maken, maar het is heel moeilijk om die technologieën te reguleren, want de techniek of de onderdelen op zich maken nog geen militair wapen. Dat is het gebruik ervan."

Bekijk ook

6. Mogen die drones overal filmen?

Zwijnenburg: "Vaak geldt: waar niet gevlogen mag worden, mag je ook niet filmen. Sowieso moet je je als dronebestuurder registeren, want je hebt natuurlijk kans dat een drone neerstort en misschien wel ongelukken veroorzaakt, en dan wil je kunnen achterhalen wie daarvoor verantwoordelijk was."

"Voor bestuurders die grotere drones willen vliegen, geldt dat ze bovendien een opleiding moeten volgen en een certificaat moeten halen", voegt Wijninga toe. Ook defensie is gebonden aan voorwaarden voor ze een filmopname met een drone mogen maken.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'
Dierenverzorger Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland
Bron: EenVandaag

Niet alleen in Amerika, ook in Nederland grijpt de vogelgriep om zich heen. Het virus treft nu vooral wilde ganzen. Dierenwelzijnsorganisaties die worden gebeld om zieke dieren op te halen maken zich zorgen. "Worden niet serieus genomen door de overheid."

Een mondkapje, een pak, handschoenen, schoenhoezen en een beschermbril. Dat trekt Saia Hendrickx van Vogelzorgcentrum De Houtsnip in Hoek van Holland elke keer aan als de dierenambulance weer een zieke vogel komt brengen.

Van dier op mens

Allemaal om zichzelf te beschermen tegen de vogelgriep. "Vogelgriep is een ziekte die van dier op mens kan overgaan. Als ik een beetje grieperig ben en ik kom in contact met een besmette vogel, dan kan dat gaan muteren en kan de pleuris uitbreken", vertelt ze daarover.

De angst zit er goed in bij De Houtsnip. In 2022 werd het vogelzorgcentrum geruimd omdat er vogelgriep heerste. "Ik heb toen zelf heel veel slachtoffers ingeslapen en uiteindelijk bleef er een groep over. Die waren negatief getest, maar werden toch ingeslapen door de NVWA. Dat laat je nooit meer los en wil je niet meer meemaken."

Uitbraak neemt toe

Een besmetting van vogel op mens is nog niet in Nederland voorgekomen. Maar in de VS overleed vorige maand een persoon na een besmetting door kippen en wilde vogels in zijn achtertuin. Daarom is Hendrickx alert. Iedereen die haar vogelzorgcentrum binnenkomt moet zich ontsmetten en alle werknemers hebben hun eigen afdeling waar zij werken en mogen niet zomaar naar een andere afdeling.

"Op dit moment is de uitbraak weer in alle hevigheid aan het toenemen", reageert Hendrickx. Dat zorgt voor enorme onrust bij haar. "De adrenaline giert door je lijft. Je bent bang om het binnen te krijgen."

Niet serieus nemen door de overheid

Verhalen zoals die van Hendrickx hoort Daniella van Gennep van Stichting Dierenlot nu dagelijks. Zij vertegenwoordigt een groot deel van dierenhulpverleners in Nederland, waaronder dierenambulances, opvangcentra en dierenasielen.

"Soms vindt één dierenambulance wel 200 dieren op 1 dag. En dat zijn vooral vogels op dit moment, maar ook vossen en andere zoogdieren. We maken ons gewoon zorgen omdat die hulpverleners op dit moment niet echt serieus worden genomen door de overheid als het gaat om vogelgriep."

Financiële compensatie

Daarmee doelt Van Gennep op financiële compensatie voor de dierenhulpverleners. Zo moeten zij dode en zieke vogels ophalen en persoonlijke beschermingsmiddelen aanschaffen. Na de vorige uitbraak wilde een meerderheid van de Tweede Kamer dat de overheid zou kijken naar een structurele manier om in deze kosten tegemoet te komen. Maar de minister liet 6 februari weten dat die er op dit moment niet komt, omdat de uitbraak nog niet hevig genoeg is.

"Ik wil heel graag dat de overheid de dierenhulpverlener serieus neemt. Weliswaar hebben ze formeel geen rol als het gaat om het opruimen van dode dieren. Maar wie bel je als je een dier in nood ziet? Dan bel je de dierenambulance en dat gebeurt dus in de praktijk."

Bekijk ook

'Overheid moet in actie komen'

Van Gennep vraagt om actie van de overheid: "zorg minimaal voor veiligheid van al die vrijwilligers. Die lopen risico maar daar moeten ze zelf voor opdraaien. Zelfs de griepprik die enigszins bescherming biedt, moeten ze zelf betalen", legt ze uit.

Van Gennep beaamt dat het inderdaad nog niet zo erg is als in 2021 en 2023. "Maar", voegt ze daaraan toe, "wat er nu gebeurt in Amerika is wel veel erger dan toen. Wij willen gewoon dat je voorbereid bent."

Wie is verantwoordelijk voor het opruimen?

Het opruimen van dode dieren gebeurt volgens beide hulpverleners nu niet altijd. "Ik ben niet verplicht om die op te gaan halen", zegt Hendrickx. "Maar ik doe het wel, omdat ik niet wil dat andere in het wild levende dieren dat eten, want dan zijn zij ook besmet."

"De verantwoordelijkheid ligt bij degene van wie het terrein is waar het dier neerstort", vult Van Gennep aan. "Maar ja, vaak weet het grote publiek niet van wie het terrein is." Vogels dood in de achtertuin liggen, moeten door de eigenaar van de woning zelf worden opgeruimd. "Die mag je in de vuilnisbak doen en dan mag je je handen wassen met een sopje. Dan is het volgens het ministerie goed genoeg. Nou, daar zet ik dikke vraagtekens bij."

Bekijk ook

Teleurgesteld

Van Gennep heeft vandaag nog spoedoverleg gehad met beleidsmedewerkers op het ministerie van Volksgezondheid en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Maar een toezegging voor financiële compensatie kwam er niet.

"Ik heb de minister gehoord in het debat vorige week en zij zei: 'de overheid is geen pinpas'. Dat doet echt pijn bij de dierenhulpverleners en dat merk je ook wel. Zij voelen zich niet serieus genomen, terwijl dat wel moet."

Partij voor de Dieren wil actie van minister

Volgens Hendrickx is er niets veranderd bij de overheid na de grote uitbraken in 2021 en 2023. "Wanneer worden ze wakker? Wat gebeurt er als er straks een pandemie uitbreekt?", vraagt ze zich af. "Dan zijn ze te laat en hebben ze bloed aan hun handen."

De Partij voor de Dieren neemt geen genoegen met de antwoorden van de minister. De partij gaat Kamervragen stellen en wil dat de minister alsnog over de brug komt met geld om dierenhulporganisaties te beschermen tegen vogelgriep.

Dierverzorger Saia maakt zich grote zorgen nu vogelgriep meer om zich heen grijpt: 'Worden niet serieus genomen door overheid'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden, ook tiener Sem maakte het mee

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden, ook tiener Sem maakte het mee
Sem* werd op zijn 15de gefilmd en geïntimideerd
Bron: EenVandaag

Op social media gaan zogenaamde vernederfilmpjes rond met bedreigingen en mishandelingen, waarin jongeren elkaar slaan, schoppen en bedreigen. Ook van Sem werd zo'n filmpje gemaakt. "Heel belangrijk dat ouders thuis echt in die telefoons gaan kijken."

De slachtoffers en daders in de video's zijn grofweg tussen de 13 en 17 jaar oud, maar jongere kinderen van 10 of 11 jaar krijgen er soms al mee te maken. Het wordt door de politie en criminologen 'hybride straatgeweld' genoemd, omdat er zowel sprake is van fysiek geweld als van online geweld.

'Hadden we nooit verwacht'

"Onze zoon Sem* was door een andere jongen gedwongen op z'n knieën te gaan zitten om sorry te zeggen, onder bedreiging van een niet zichtbaar vuurwapen", vertelt zijn vader Richard*. "En die jongen filmde hoe mijn zoon op de knieën ging. Misschien zijn wij naïef, maar zoiets hadden we echt nooit verwacht in onze omgeving."

Richard vertelt het aangrijpende verhaal van wat Sem (toen 15) en het gezin is overkomen. "Hij kwam ineens behoorlijk boos thuis en vloog gelijk naar boven. Je weet: pubers willen niet per se direct iets vertellen, dus ik liet het even op z'n beloop. Uiteindelijk wist mijn vrouw wel uit hem te krijgen wat er voorgevallen was. En dat was schrikken."

Bang voor escalatie

Al de dag erna had de dader de video van de bedreiging op social media gedeeld. "Iedereen op school had het gezien. Richting Sem werden er harde grappen over gemaakt. 'Op je knieën', riep iedereen", vertelt Richard. "Ja, dat kwam behoorlijk binnen", zegt zoon Sem er zelf over.

Op initiatief van zijn ouders werd de wijkagent geïnformeerd en deden ze aangifte. "Ik dacht: jongens, dit is niet acceptabel", zegt Richard. "Dat vond Sem moeilijk, hij was bang voor mogelijke escalatie. Want ja, dan loop je mensen te verraden, dacht hij. En: kan ik het misschien zelf oplossen. Maar wij wilden juist niet dat hij de oplossing ging zoeken in tegengeweld of tegenacties. Dus we hebben de politie ingeschakeld, daar zijn ze voor."

Bekijk ook

'Niets verkeerd gedaan'

Sem vindt het belangrijk dat mensen over het geweld weten, en vertelt daarom zijn verhaal. "Dat je moet oppassen en dat je weet dat het kan gebeuren."

"Je kan wel lachen om een filmpje en het doorsturen, maar morgen ben je misschien zelf aan de beurt. Je hebt niets verkeerds gedaan en toch schaam je je."

Meer van dit soort filmpjes

Er zijn veel van dit soort filmpjes. Een meisje dat in een metro vuistslagen in haar gezicht krijgt en hard in haar buik wordt getrapt door een groep van zes, zeven jongens. Een jongen die het op een rennen zet, als hij wordt achtervolgd en uitgelachen door een stel jongens.

Een paar jongens die elkaar op een grasveldje klappen en trappen uitdelen, tot een van hen onderuit gaat en dan nog een paar stevige trappen na krijgt. Ondertussen staan tien kinderen op een afstandje de geweldsuitbarsting te filmen met hun telefoons. Ze staan erbij te juichen.

In aanpak nog veel te winnen

Ouders, politie, scholen en jongeren zelf zoeken naar een manier om dit fysieke én online geweld terug te dringen. In de aanpak van dit straatgeweld is nog heel veel te winnen, volgens de onderzoekers van het rapport 'Geklapt, gefilmd en gedeeld' dat morgen verschijnt en in handen is van EenVandaag.

Criminologen hebben in opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, onderdeel van de Politieacademie, onderzoek gedaan naar deze online en offline geweldsincidenten onder jongeren.

Bekijk ook

Status verhogen

De onderzoekers zien dat het dader- en slachtofferschap elkaar regelmatig afwisselt. Groepsdruk speelt een grote rol, jongeren hitsen elkaar op om iets terug te doen, om te laten zien dat je niet over je heen laat lopen.

Als je (online) laat zien dat je voor jezelf opkomt en niet bang bent, verhoog je je status en dat kan weer een beschermende factor zijn om geen slachtoffer te worden, of niet opnieuw.

Onder de radar

Het online geweld vindt vaak plaats in afgeschermde omgevingen van sociale mediaplatforms en is dus niet voor iedereen zichtbaar. Wat lastig is, is dat kinderen of jongeren na een bedreiging of mishandeling uit schaamte bijna nooit een melding of aangifte doen.

Slachtoffers zijn bang om als 'snitch' (verrader) gezien te worden, zoals Sem ook dacht. De meeste incidenten blijven dan ook onder de radar, volgens de hoofdonderzoeker en criminoloog Shanna Mehlbaum. De kans dat de politie de incidenten zelf ontdekt is klein, ze mogen niet standaard online surveilleren en vanwege privacyregels beperkt signalen delen met andere organisaties.

Jongeren worden mishandeld door pesters en vervolgens afgeperst met de beelden

Bekijk ook

Afpersing

De bedreigingen, mishandelingen en vernederingen die in de 'echte wereld' (offline) plaatsvinden zijn onlosmakelijk verbonden met wat daarvan is gedeeld op social media als Snapchat, Telegram, TikTok, Facebook of YouTube. In de filmpjes zijn kinderen te zien die spijt moeten betuigen aan de dader(s), vaak om een verzonnen reden. Het slachtoffer moet op de knieën gaan en 'sorry baas' of 'sorry koning' zeggen.

"Soms moet iemand zich zelfs uitkleden of de schoenen van de bedreiger likken", zegt Mehlbaum. Soms zet de dader het filmpje gelijk online, maar regelmatig gaat de dader eerst nog een stapje verder. Dan wordt het slachtoffer afgeperst - geld uit de portemonnee van moeder, een horloge - om het online verspreiden van het filmpje te voorkomen, of uit te stellen.

'Gaat 24 uur per dag door'

De Rotterdamse jeugdagent Robin Bleijenberg ziet de video's dagelijks langskomen. "Vaak gaat het om het afstaan van geld of spullen, schoenen, jassen. Maar meestal stopt het niet, want dan hebben ze de jongeren in hun macht. 2 weken later wordt er weer gedreigd. Of ze komen aan de deur, in het extreme geval. Soms zelfs met vuurwerk, bijvoorbeeld dat er explosies uit voortkomen. Het gaat echt heel ver."

Waar pesten vroeger na schooltijd stopte, is dat nu wel anders. "Jongeren benaderen en ontmoeten elkaar online. Het pesten van nu gaat door op de telefoons, 24 uur per dag, 7 dagen in de week", weet Bleijenberg. Hij is bijna dagelijks op scholen of bij jongeren thuis om een online incident te sussen, een aangifte op te nemen of een minderjarige aan te houden.

Bekijk ook

Oproep aan ouders

"Het is heel erg belangrijk dat ouders thuis echt in die telefoons gaan kijken", zegt de agent. Ouders weten vaak weinig van de online leefwereld en activiteiten van hun kind, waardoor ze niet opmerken waar die bij betrokken is.

"Wees je bewust als ouder wat je kind doet. Het is niet meer zo dat ze alleen maar leuk zitten te TikTokken. Ga ook eens met hem of haar in gesprek: wat doe je nou online? Kijk eens naar de schermtijd, want daar schrik je ook ontzettend van. Sommige kinderen zitten gewoon 12 uur lang op hun telefoon. En wees je bewust dat je kinderen ook andere dingen doen online."

Daders vooral jongens

De onderzoekers stellen vast dat de daders van het hybride geweld vooral jongens zijn uit een achtergestelde situatie, kinderen die opgroeien in armoede en die thuis te maken hebben met allerlei problematiek, zoals (v)echtscheidingen of armoede.

Ook gaat het vaak om jongens met allerlei gedragsproblemen, soms voortkomend uit een licht verstandelijke beperking (LVB). In het onderzoek staan ook voorbeelden van jongeren uit 'beter bedeelde wijken' en 'goede gezinnen', die de straatcultuur hebben omarmd: het vertonen van machogedrag, snel geld verdienen, agressie, geweld en voor jezelf opkomen.

*echte namen zijn bekend bij de redactie.

Wat kunnen scholen doen aan het offline en online geweld?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant