Het is voor veel politici geen onbekende tactiek: je tegenstander aanvallen in plaats van je eigen standpunten verkondigen. Maar wat doet dat met kiezers? "Je mobiliseert zowel de eigen kiezer, als die van de tegenstander."

In aanloop naar de Europese Verkiezingen zijn er volop debatten te volgen waarin politici elkaar naar de keel vliegen. Net als bij de Tweede Kamerverkiezingen wordt op zowel inhoudelijk als persoonlijk niveau de strijd gevoerd. Op deze momenten wordt vaak de nadruk gelegd op de politieke tegenstander, soms ten koste van eigen standpunten. Dat heet 'negatief campagnevoeren'. Maar, hoe effectief is het?

In de aanval

Er zijn verschillende manieren waarop je zo'n negatieve campagne kan voeren. "Een daarvan is dat je niet de onderwerpen benoemt waar jij sterk in bent, maar die waar de ander slecht in is", vertelt hoofddocent politieke communicatie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, Mariken van der Velden.

"Je zegt iets negatiefs over een partij, en daarmee hoop je dat dat eigenlijk impliceert dat je het zelf beter gaat doen." Een andere manier van negatief campagnevoeren is dat je niet het onderwerp negatief benadert, maar de personen binnen die partij of de partij als geheel. "Bijvoorbeeld: 'Timmermans als persoon, of de VVD als partij, is een gevaar voor de samenleving'", schetst Van der Velden.

Bekijk ook

Gemotiveerd redeneren

Wanneer politieke partijen op negatief campagnevoeren, kan dat de politieke voorkeur van de kiezer bevestigen. 'Gemotiveerd redeneren' noemt Bert Bakker dat. Hij is hoofddocent politieke communicatie aan de Universiteit van Amsterdam. "Mensen die sterke standpunten hebben over een bepaald onderwerp, proberen dan tegenstrijdige informatie weg te redeneren."

Zo legt ook Van der Velden uit: "Stel je bent links, en er wordt iets negatiefs over rechts gezegd. Alles wat je dan negatief zegt over de andere groep, wordt op de een of andere manier 'geflipt'. Dus je denkt 'oh, ik word aangevallen', dat versterkt dan het gevoel dat je ergens bijhoort."

Identiteitspolitiek

Van der Velden spreekt ook wel over 'identiteitspolitiek'. "Dat is een voorwaarde voor negatief campagnevoeren", vertelt ze. Maar voor de Nederlandse politiek geldt niet een sterke mate van dit identiteitsgevoel, legt ze uit.

Daarmee maakt de UvA-docent de vergelijking met de Verenigde Staten: "In Amerika is dat meer. Democraten hebben echt een bloedhekel aan Republikeinen, en andersom. Dat zien we niet bij, bijvoorbeeld de VVD en de PvdA. Mensen zeggen niet 'mijn dochter of mijn zoon mag niet trouwen met iemand van die partij'. Dat hebben we niet."

Bekijk ook

Links, rechts en populisme

Negatief campagnevoeren is dan ook niet uitsluitend links óf rechts, legt Bakker uit. "Dat is niet uniek aan mensen aan de rechterkant van het politieke spectrum. Dat vinden wij in ons eigen onderzoek ook."

Maar, gemotiveerd redeneren is wel vaker effectief bij populistisch gedachtegoed, vertelt Van der Velden. "Als je populisten aanvalt op typisch populistische onderwerpen, zoals bijvoorbeeld immigratie voor rechts-populisten, versterkt dat hun gedachtegoed."

'Beide partijen profiteren'

Is het dan effectief om je als politicus zo af te zetten tegen je tegenstander? Volgens Pelle Koppen, campagnestrateeg bij BKB Campagnebureau wel: "In een campagne zoek je altijd tegenstellingen op, en zoek je ook altijd je favoriete tegenstander op. Dus het is heel effectief voor een politicus of een partij om iemand uit te kiezen en daar echt verbaal de strijd mee aan te gaan."

Door een tegenstander uit te kiezen, legt Koppen uit, mobiliseer je zowel de eigen kiezer, als die van de tegenstander. "Door die scherpe tegenstelling te maken, geef je ook de andere kant munitie om die tweestrijd groter te maken. Wat je uiteindelijk ziet bij elke succesvolle tweestrijd in de politiek, is dat beide partijen daarvan profiteren."

Keuze tussen A of B

Het concept 'strategisch stemmen' vloeit ook hieruit voort, vertelt Koppen. "Het is een keuze tussen A of B, en je ziet dan dat kiezers van andere partijen denken, 'misschien moet ik toch op die partij stemmen, want die kan aan mijn kant van het politieke spectrum het grootst worden'."

Of dit van belang is voor de aankomende Europese Verkiezingen, betwijfelt hij. "Het is een beetje onzinnig om te zeggen 'stem op mij, want dan worden wij de grootste Nederlandse partij in het Europees Parlement'. Ik snap dat partijen dat doen, want het is altijd lekker om een tweestrijd te creëren. Maar onderaan de streep heeft dat hier praktisch gezien geen nut."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.