radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

België doet het wel, maar PFAS-onderzoek onder omwonenden 3M-fabriek in Nederland geen optie: 'Ik begrijp die houding niet'

België doet het wel, maar PFAS-onderzoek onder omwonenden 3M-fabriek in Nederland geen optie: 'Ik begrijp die houding niet'
Bloedonderzoek bij omwonenden 3M-fabriek
Bron: EenVandaag

Duizenden Belgen kunnen hun bloed laten onderzoeken op PFAS omdat ze vlakbij de chemische fabriek 3M wonen. Ook in Nederland is het bedrijf berucht, maar in tegenstelling tot de Belgen doet Nederland geen bevolkingsonderzoek, tot onbegrip van sommigen.

Inwoners van het Vlaamse Zwijndrecht laten graag bloed prikken in de kliniek die daarvoor speciaal is ingericht. Ze willen allemaal weten hoeveel van de schadelijke stof PFAS in hun bloed zit. Er zijn veel zorgen, zegt een omwonende. "Eigenlijk maak ik me meer zorgen om mijn kinderen en kleinkinderen die hier zijn opgegroeid. Die zijn nog jong en ik ben bang dat ze er last van krijgen."

Onderzoek naar bloed omwonenden

Het bevolkingsonderzoek is een initiatief van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, onderdeel van de Belgische overheid. "In eerste instantie willen wij mensen uit de regio, die binnen een straal van vijf kilometer rondom de 3M-fabriek wonen, de kans geven om hun persoonlijke blootstelling aan PFAS te kennen", zegt Valerie Weekers van het Agentschap Zorg en Gezondheid.

"Aan de andere kant willen we daar ook wetenschappelijk onderzoek aan koppelen. We gaan kijken of we verbanden kunnen leggen tussen de gezondheid en blootstellingsfactoren van die mensen en de hoeveelheid PFAS in het bloed."

info

Wat is PFAS?

PFAS is een verzamelterm voor een groep van duizenden chemische stoffen met bijzondere eigenschappen. Ze zijn stabiel en stoten zowel water als vetten af. Dat is erg handig. Daarom zijn ze de afgelopen decennia in allerlei producten verwerkt: van pizzadozen en koekenpannen tot regenjassen en blusschuim.

Stoffen die onder de verzamelterm PFAS vallen komen niet van nature in de natuur voor. Ze zijn door de mens gemaakt. Van een aantal van deze stoffen is bekend dat ze een schadelijk effect hebben op milieu en gezondheid. Eind vorig jaar kondigde 3M dan ook aan dat ze in 2025 stoppen met het produceren en gebruiken van PFAS.

Veel te hoge PFAS-waarden in bloed

In de zomer van 2021 vond ook al een bevolkingsonderzoek plaats. Dat was de eerste en dat onderzoek was een stuk kleinschaliger. Toen ging het om 800 mensen die in een straal van drie kilometer van 3M woonden. "Daaruit bleek dat bij een aantal mensen hele hoge PFAS-waarden in het bloed zaten. Bij sommigen echt wel heel hoog, tot wel honderden keren hoger dan de norm", zegt Weekers.

Het leidde tot grote onrust in België en mensen werd afgeraden om eieren te eten van kippen uit eigen tuin en op te passen met de consumptie van lokaal geteelde groenten en fruit. Ook in Nederland bleef dit onderzoek niet onopgemerkt. De wetenschap dat 3M jarenlang PFAS in de Schelde heeft geloosd, maakte de ongerustheid er niet minder op, met name in Zeeland.

Bekijk ook

Geen Nederlands bevolkingsonderzoek

De Belgische Schelde mondt uit in de Nederlandse Westerschelde. Toen de concentratie PFAS ook in het Nederlandse deel van de Westerschelde te hoog bleek, kwam het tot maatregelen voor hobby-vissers. Het RIVM kwam met het advies beter niet te veel vis en garnalen uit de Westerschelde te eten, want ook daarin werden PFAS gevonden. Vijf gemeenten rond de Westerschelde wilden ook een bevolkingsonderzoek, net als in België.

Maar dat is er tot nu toe niet geweest. Moet Zeeland niet ook zo'n PFAS-onderzoek laten doen onder de bevolking die dichtbij 3M woont? "Nee", zegt directeur publieke gezondheid Sjaak de Gouw van de GGD en GHOR Hollands Midden resoluut. "Als je kijkt naar het bevolkingsonderzoek in Zwijndrecht dan betreft dat een straal van vijf kilometer. We weten dat de concentraties in de lucht daarna nagenoeg nul zijn."

'Niet meer risico dan rest van Nederland'

De Gouw is adviseur van de landelijke expertgroep die GGD Zeeland het advies gaf om geen regionaal PFAS-gezondheidsonderzoek te doen bij inwoners rond de Westerschelde. "Voor mensen die in Zeeuws-Vlaanderen wonen is er geen reden om aan te nemen dat die belasting van PFAS hoger is dan in de rest van Nederland", zegt hij.

"Zolang ze de adviezen volgen om niet te zwemmen in de Westerschelde en geen vis en schaaldieren te eten, lopen ze niet meer risico op PFAS dan de rest van Nederland."

Bekijk ook

'Begrijp die houding niet'

Emeritus hoogleraar milieuchemie en toxicologie Jacob de Boer is een van de architecten van het Belgische bevolkingsonderzoek. Hij is het oneens met De Gouw en begrijpt er niets van dat de Nederlandse GGD geen onderzoek wil. "Ik begrijp die houding niet. Ik zou in zo'n geval altijd een steekproef doen, ook om mensen gerust te stellen."

De Boer denkt dat er mogelijk angst is dat eventuele uitkomsten voor onrust kunnen zorgen onder de bevolking. "Maar dat is toch je kop in het zand steken? Mensen willen gewoon weten hoeveel PFAS ze in hun bloed hebben. Je kan beter gewoon met een eerlijk verhaal komen."

'Dat moet je uitzoeken'

Want stel dat er wel een steekproef zou komen, waaruit zou blijken dat het heel ernstig is. "Wat moet er dan gebeuren?", vraagt De Gouw zich hardop af. "Dan gaan we kijken waar het vandaan komt."

"Is het dan ook van 3M? Komt het via de lucht naar beneden? Of zijn er toch veel mensen die veel vis eten uit Westerschelde eten? Dat moet je dan uitzoeken. Het houdt niet op bij vijf kilometer", zegt hij.

Bekijk ook

'Hoe verder weg, hoe minder PFAS'

Valerie Weekers van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid blijft achter de grens van vijf kilometer staan van hun bevolkingsonderzoek. "Wij hebben hier gekeken naar onze situatie met onze experts en de situatie in Nederland is anders. De straal waarbinnen wij het onderzoek doen is vijf kilometer rondom 3M. Uit het eerste onderzoek uit 2021 is gebleken dat hoe verder je van de 3M-fabriek bent, hoe lager de concentraties PFAS in het bloed van de mensen zijn."

Daarbij komt dat er ook nog andere zaken zijn die het onderzoek of de bloedafnames kunnen beïnvloeden, zegt ze. "Zoals de industrie, de haven van Antwerpen is vlakbij, het verkeer en de stad Antwerpen. Dus daarom beperken wij ons tot die vijf kilometer."

Zorgen over gezondheid

Omwonenden in België zijn in ieder geval blij met het bevolkingsonderzoek naar de aanwezigheid van PFAS in het bloed. Want ook bij een man, bij wie het bloedprikken niet goed lukt, zijn er grote zorgen over de gezondheid.

"Ik ben de laatste tijd erg vermoeid en vroeger had ik dat niet. En PFAS kan op de hormonen werken en bij mij werkt het op mijn slaaphormoon, denk ik. Want ik ben echt heel erg moe."

Bekijk ook

3M wil PFAS in milieu verminderen

3M wilde niet voor de camera van EenVandaag reageren. In een reactie laat het bedrijf weten "de goedgekeurde eerste fase van het bodemsaneringsproject voor de historische PFAS-bodemverontreiniging rond de site in Zwijndrecht uit te voeren". Daarvan verwacht het bedrijf dat het de aanwezigheid van PFAS in het milieu zal reduceren.

"3M Belgium zal deze en andere saneringsactiviteiten in Zwijndrecht en omgeving blijven uitvoeren zoals afgesproken in onze saneringsovereenkomst met de Vlaamse regering. Onder die overeenkomst zal 3M Belgium meer dan 571 miljoen investeren ten voordele van de inwoners van Vlaanderen."

België doet groot PFAS-onderzoek onder omwonenden 3M-fabriek. Waarom doet Nederland dat niet?

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Staat haperende Zeesluis IJmuiden symbool voor breder probleem? 'Rijkswaterstaat is in technisch opzicht verwaarloosd'

Staat haperende Zeesluis IJmuiden symbool voor breder probleem? 'Rijkswaterstaat is in technisch opzicht verwaarloosd'
Zeesluis IJmuiden kan niet op volle capaciteit draaien door een ontwerpfout van Rijkswaterstaat
Bron: EenVandaag

De nieuwe zeesluis in IJmuiden, de grootste ter wereld, kampt met een hardnekkige technische fout: een zoutdam die niet goed werkt. De moeilijkheden staan voor structurele problemen bij Rijkswaterstaat, vermoeden experts.

De zeesluis bij IJmuiden moet tegelijkertijd zorgen voor een veilige en efficiënte toegang tot de haven van Amsterdam, en voor de scheiding van zoet- en zoutwater. Daarvoor werd een 'zoutdam' ontworpen: een obstakel in het spuikanaal van de sluis, dat moet zorgen dat alleen zoutwater wordt afgevoerd richting zee, en dat het zoete water binnendijks blijft.

Zout zwaarder dan zoet

Hoogleraar experimentele hydraulica Wim Uijttewaal, verbonden aan de TU Delft, legt uit hoe de dam moet werken: "Omdat zoutwater zwaarder is dan zoetwater, zakt het naar de bodem van het kanaal, waar het een zoute onderlaag vormt."

"Het lichtere zoete water blijft erboven drijven. De dam houdt het zoete water tegen, terwijl het zoute water via een opening onderin naar het gemaal stroomt, waar enorme pompen het vervolgens naar zee afvoeren", legt hij uit.

Rekenfout

In de praktijk doken kort na de opening van de zeesluis problemen op. De pompen in het gemaal kregen zodra ze op volle kracht draaiden te maken met een onverwacht snel dalend waterpeil in het binnenspuikanaal.

De oorzaak: het zoute water is niet alleen zwaarder, maar ook compacter dan zoetwater, waardoor het peil bij de pompen lager ligt dan berekend.

Bekijk ook

Slijtende pompen

Als het waterpeil te laag wordt, zuigen de pompen lucht aan. Hoogleraar Uijttewaal: "Daarmee kunnen er belletjes in de pompen komen die trillingen veroorzaken. Dat is heel slecht voor de pomp. Daar slijten ze van."

Het gevolg is dat de sluis niet op volle capaciteit kan draaien. Dat is niet goed voor de haven, en niet goed voor de veiligheid. "Als er een zware regenbui valt, moet je volop kunnen voormalen om het water binnendijks weg te krijgen", vertelt Uijttewaal.

Alternatieven

De hoogleraar benadrukt dat de waterveiligheid op dit moment niet in gevaar is. Onderzoeksinstituut Deltares heeft de storing in de zeesluis onderzocht. Op basis daarvan zijn direct verschillende tijdelijke maatregelen genomen, zoals het toelaten van extra zoet water in het spuikanaal. Hierdoor blijft het waterpeil hoog genoeg en wordt schade aan de pompen voorkomen.

Een bijkomend voordeel is dat het gemaal al op de planning stond voor vernieuwing. Bij de nieuwbouw zullen de pompen dieper worden geplaatst, waardoor een laag waterpeil in de toekomst geen probleem meer is. Deze structurele oplossing laat wel nog enkele jaren op zich wachten.

Zeesluis IJmuiden kan niet op volle capaciteit draaien door een ontwerpfout

Meer tegenvallers

De ontwerpfout van de zeesluis staat niet op zichzelf. Rijkswaterstaat kampt al jaren met flinke technische en financiële problemen bij grote bouwprojecten. Zo liep de renovatie van de Afsluitdijk fors uit de planning door een rekenfout, met veel hogere kosten als gevolg.

Ook de verbreding van de A10 Zuid bij Amsterdam gaat moeizaam, door een combinatie van technische en organisatorische knelpunten. En bij de Van Brienenoordbrug durven aannemers het herstel simpelweg niet aan, omdat het risico te groot is. Ook in het verleden ging het mis, zoals bij het achterstallig onderhoud aan de Oosterscheldekering.

Kennis uitbesteed

Volgens emeritus hoogleraar constructieleer Rob Nijsse, ook van de TU Delft, is dit allemaal geen toeval. "Rijkswaterstaat heeft de kennis om dit soort projecten zelf goed door te rekenen grotendeels verloren. Alles wordt uitbesteed. Maar bij zulke grote werken moet je als opdrachtgever wel de kernaspecten kunnen controleren."

Zijn advies? Investeer weer in robuust bouwen én in interne innovatie. "Zorg dat je weer technisch kunt nadenken, niet alleen juridisch of economisch. Zet een organisatie neer die weet hoe je bouwt voor de eeuwigheid, niet voor 40 jaar."

Bekijk ook

Bestuurlijke versnippering

De kritiek op Rijkswaterstaat klinkt ook bij Willem van der Ham, sociaal geograaf en auteur van verschillende boeken over de Nederlandse waterbouw. Hij ziet een organisatie die 'verwaarloosd' is. "Het grote probleem is dat beleid en uitvoering niet meer in één hand zitten. Het ministerie bepaalt, Rijkswaterstaat voert uit."

"Daar zit geen samenhang meer tussen. Je krijgt versnippering en niemand die het geheel overziet." Die structuur leidde volgens Van der Ham eerder tot vergelijkbare problemen, bijvoorbeeld bij de Stevinsluizen. "Er was wel kennis in huis, maar die kwam niet op de juiste plek terecht."

Cultuurverschil

Wat vooral opvalt, zegt Van der Ham, is het cultuurverschil met vroeger. "Er was trots, er was debat, en er was ruimte voor discussie tussen ingenieurs." Nu zie je vooral een applausmachine, vindt hij. Alles moet veilig, voorspelbaar, en onder controle zijn. "Maar juist grote projecten hebben tegenspraak en visie nodig."

Nijsse sluit zich daarbij aan. Toch is er hoop bij de hoogleraar. "Er wordt binnen RWS echt gekeken hoe het beter kan. Maar dan moet er wel weer ruimte komen voor technische denkkracht, lef, en robuust vakmanschap."

Bekijk ook

'Risico's beter verdelen'

"Zeesluis IJmuiden kampt kort na de opening al met technische problemen, maar het is niet het enige grote project waar Rijkswaterstaat tegen tegenslagen aanloopt. Ook bij andere infrastructurele projecten waren er flinke vertragingen en kostenoverschrijdingen", zegt een woordvoerder van Rijkswaterstaat. Volgens Rijkswaterstaat zijn deze 'deels te verklaren door complexiteit, onverwachte technische risico's en capaciteitsproblemen in de markt'.

De woordvoerder vervolgt: "Om herhaling te voorkomen, kiest de organisatie voortaan voor beter passende contractvormen, nauwere samenwerking met marktpartijen en het bundelen van onderhoudsprojecten. Zo moeten risico's beter worden verdeeld, ervaringen beter worden gedeeld en projecten beheersbaarder worden in tijd en geld."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten

Waarom Koningsdag dit jaar niet op zondag is, en wat jullie over de zondagsrust wilden weten
Gesloten winkels op zondag
Bron: ANP

Koning Willem-Alexander is jarig op 27 april, maar die datum valt dit jaar op een zondag. Vanwege de zondagsrust vieren we Koningsdag daarom op zaterdag. We vroegen wat jullie wilden weten over de zondagsrust.

Jullie vragen worden beantwoord door universitair docent staats- en bestuursrecht Lisanne Groen (Vrije Universiteit), die onderzocht hoe de zondagsrust wettelijk is geregeld en hoe daar discussie over wordt gevoerd. En door bijzonder hoogleraar Recht en Religie Paul van Sasse van IJsselt (Rijksuniversiteit Groningen).

1. Waarom is Koningsdag verplaatst van zondag naar zaterdag?

Als de verjaardag van de Nederlandse vorst op een zondag valt, verplaatsen we de viering naar zaterdag. "Dat besloot koningin Juliana al in 1980", vertelt Groen. "Zij schreef dat we Koninginnedag vieren op 30 april 'behoudens uitzonderingen in verband met zondagen'."

"Een reden gaf ze eigenlijk niet. Maar ik kan me voorstellen dat dit samenhangt met het 'rustdagkarakter' van de zondag." Dat idee van zondag als dag van rust, zonder werk of drukke activiteiten, komt uit het christendom. Zondag wordt in die religie gezien als de dag waarop God rustte na de schepping van de aarde.

Het besluit van Juliana om geen Koninginnedag te vieren op een zondag, geldt voor de huidige Koningsdag nog steeds. "Een gedeelte van in elk geval de gelovige bevolking hecht er waarde aan dat zondag een rustdag is", verklaart hoogleraar Van Sasse van IJsselt. "En de zondagsrust is nauw verbonden met de Nederlandse geschiedenis. Het zou tot rumoer en gedoe leiden wanneer je deze regel van Juliana aanpast."

Daarnaast geeft hij aan dat er ontheffingen aangevraagd moeten worden voor evenementen die op zondag vóór 13 uur 's middags plaatsvinden. "Voor Koningsdag zouden de meeste gemeenten zo'n ontheffing waarschijnlijk wel verlenen, maar het is makkelijker om de dag gewoon collectief te verplaatsen."

2. Wie heeft bepaald dat er zondagsrust voor iedereen moest komen?

"Het principe van zondagsrust wordt sinds 1815 beschermd in een heuse Zondagswet", weet Groen. "De toenmalige Koning Willem I merkte dat de zondagsrust niet in alle gemeenten even goed werd gerespecteerd. Daarom initieerde hij één centrale wet die dit in heel Nederland moest verzekeren."

"Die wet verbood het om op zondag openbare arbeid uit te oefenen en koopwaren te verkopen. Ook moesten herbergen sluiten en waren sport en spel verboden, net zoals 'openbare vermakelijkheden' als concerten en danspartijen", legt ze uit.

De komst van die Zondagswet moet je plaatsen in de tijd, vervolgt Van Sasse van IJsselt. "Na een periode van Franse overheersing werd de centralisering van het landsbestuur in Nederland voortgezet onder Koning Willem I. Landelijke wetgeving droeg daaraan bij, in elk geval op het punt van de zondagsrust. Ook wilde de koning het christendom bevorderen. De overheid kreeg zelfs de grondwettelijke opdracht dat te doen. Dit waren mede de drijfveren achter de Zondagswet."

De wet uit 1815 werd meerdere keren geprobeerd aan te passen, vertelt Groen verder. "Er stonden allerlei verboden in die niet te handhaven waren. Zo was het voeren van dieren in de wei strikt genomen verboden, terwijl dit in de praktijk wel gedaan moest worden." Pas in 1953 werd de wet daadwerkelijk aangepast. "De wet werd toen verbeterd en ook meer toegespitst op het moderne leven."

Bekijk ook

3. In hoeverre bestaat de zondagsrust nog in onze 24-uurs-economie?

De Zondagswet uit 1953 bestaat nog altijd. Ook al is het aantal christelijke Nederlanders afgenomen, en noemde in 2024 nog slechts 17 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder zichzelf rooms-katholiek. 14 procent noemde zichzelf protestants.

"Volgens de Zondagswet is het verboden om op zondag in de buurt van kerken veel lawaai te maken. De wet beschermt tegen lawaai en onrust die het gevolg is van openbare vermakelijkheden, samenkomsten, of de uitoefening van arbeid", legt Groen uit.

In de oorspronkelijke Zondagswet stonden bepalingen over werken en bedrijvigheid. "Later zijn daar aparte wetten voor gekomen: de Arbeidstijdenwet regelt het recht op rustdagen van werknemers, de Winkeltijdenwet regelt de openingstijden van winkels", vervolgt ze. Werken en winkelen op zondag worden dus niet geregeld volgens de huidige Zondagswet, maar hoogleraar Van Sasse van IJsselt vermoedt dat die wetten wel zijn voortgekomen uit de gedachte dat zondag een collectief moment van rust moet zijn.

Groen licht toe wat er in de Arbeidstijdenwet en Winkeltijdenwet staat over zondagen: "In de Arbeidstijdenwet staat dat je recht hebt op in ieder geval 13 vrije zondagen per jaar. Verder moet de werkgever het werk in principe zo organiseren dat het niet op zondag hoeft, tenzij het noodzakelijk wordt geacht vanuit uit de aard van het werk; als je bijvoorbeeld in de zorg of horeca werkt", zegt ze. "In de Winkeltijdenwet staat dat winkels in principe gesloten zijn op zon- en feestdagen, maar dat gemeenten zelf mogen beslissen of ze zich hieraan willen houden of dat ze dit toch anders willen inrichten."

info

Werken op zondag

Volgens de meest recente cijfers werkte 39,2 procent van de werknemers in 2021 regelmatig of soms op een zondag. In de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden wordt vanaf 2022 niet meer apart gevraagd naar werken op zondag, maar alleen naar werken in het weekend.

4. Steeds meer mensen moeten ook op zondag werken. Welke rechten hebben werknemers als zij zich aan de zondagsrust willen houden?

Groen: "In principe geldt dat werknemers niet op zondag hoeven te werken. Het kan zijn dat bepaalde soorten werk meebrengen dat ook op zondag moet worden gewerkt, zoals in de zorg of in het openbaar vervoer. Maar ook dan geldt dat je er als werknemer steeds met je werkgever samen uit moet komen. Overigens geldt dit ook als de werknemer liever niet op zondag wil werken om redenen die niets met religie te maken."

5. Hoe kunnen gemeenten de zondagsrust 'afdwingen', en hoeveel gemeenten doen dat?

"De Zondagswet stelt een kader voor wat wel en wat niet mag op zondag. Maar daarbinnen kunnen gemeenten verfijningen aanbrengen", zegt Van Sasse van IJsselt. "Dat is zo geregeld omdat er in Nederland veel verschillen zijn tussen gemeenten: in de ene gemeente speelt de kerk een grotere rol en is er meer behoefte aan het beschermen van de zondagsrust, dan in de andere", zegt Groen.

Zo kan het dat gemeenten verschillen in het aantal ontheffingen voor activiteiten dat zij goedkeuren. "Wat gemeenten niet mogen verbieden in het kader van de zondagsrust is sport en ontspanning", vertelt Groen. "Er is dus een zekere ondergrens. De Zondagswet beschermt zo juist ook dat je bepaalde dingen wél mag doen."

Het verlenen van ontheffingen is niet alleen een theoretische constructie, maar gebeurt in de praktijk ook wel. "In die zin is de Zondagswet een werkende wet, die nog altijd wordt gebruikt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Maar dat gebruik moet ook weer niet worden overschat: 45 procent van de gemeenten maakt helemaal geen gebruik van de wet." Dat bleek uit een onderzoek dat tien jaar geleden werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Ook zijn er, voor zover Groen en Van Sasse van IJsselt weten, geen actuele voorbeelden bekend van rechtszaken op basis van handhaving van de Zondagswet.

6. Waarom wordt de zondagsrust ingeleid met luide kerkklokken? Dat is geen rust te noemen.

"Gemeenten mogen geluid van kerkklokken niet verbieden", antwoordt Groen. Het luiden van klokken voor een kerkdienst is aangemerkt als uiting van een godsdienst, en wordt dus beschermd door de Grondwet. Dat geldt ook voor andere vormen van het oproepen tot het belijden van godsdienst.

Wel mag een gemeenteraad regels instellen met betrekking tot de duur en het geluidsniveau. "Je mag dus niet heel hard en middenin de nacht klokken luiden", verduidelijkt Groen. "Klokgelui en andere gebedsoproepen mogen plaatsvinden binnen redelijke grenzen. Maar het verschilt per gemeente wat de precieze regels hiervoor zijn."

Bekijk ook

7. We hebben vrijheid van godsdienst, maar óók zondagsrust: hoe zit dat?

Volgens het principe van 'scheiding van kerk en staat' mag de overheid zich niet bemoeien met wat er in de kerk gebeurt. "Maar dat is een institutioneel beginsel: een instantie van de overheid mag zich niet bemoeien met een kerkelijke instantie. De overheid mag wél een rol spelen in de manier waarop religie zich manifesteert in de samenleving en in de manier waarop de samenleving omgaat met het respecteren van godsdienstige gevoelens van medeburgers", legt Van Sasse van IJsselt uit.

De zondagsrust is zo'n voorbeeld van omgang met religie in het publieke domein. De overheid mag zich daarom bemoeien met de zondagsrust. "Die bemoeienis is onder andere gericht op het beschermen van godsdienstvrijheid, in elk geval voor zover het gaat om bescherming van ongehinderde doorgang van de kerkdienst", vervolgt de hoogleraar. "Want dat is een grondrecht: iedereen moet vrij kunnen zijn om ook in gezamenlijkheid een religie uit te oefenen."

Het is niet zo dat de Zondagswet de godsdienstvrijheid van niet-christenen juist beperkt, zeggen Van Sasse van IJsselt en Groen. "De wet heeft expliciet niet tot doel om de 'heiliging van de zondag af te dwingen', maar om die mogelijk te maken voor degenen die daaraan behoefte hebben, door de rust op deze dag zoveel mogelijk te garanderen", zegt Groen.

"Natuurlijk komt de wet tegemoet aan gelovigen, maar de wet is er niet alleen voor hen", zegt Van Sasse van IJsselt. "De wet is nadrukkelijk niet bedoeld om kerkelijkheid te bevorderen, maar om een collectief moment van rust en ontspanning mogelijk te maken voor iedereen die daar behoefte aan heeft."

info

EenVandaag Vraagt

Bij EenVandaag heb je de mogelijkheid om vragen en ideeën in te sturen. Dat kan altijd in onze chat, of je kunt meedoen aan de gerichte EenVandaag Vraagt-oproepen die wij zo'n twee keer per week plaatsen in de Peiling-app. De Peiling-app is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

8. Is de zondagsrust niet een beetje achterhaald, nu minder mensen gelovig zijn?

"Je ziet dat de Zondagswet een stuk erfenis is, en dat er om die reden in de modernere tijd telkens opnieuw aan gepulkt wordt", zegt Van Sasse van IJsselt. "Juridisch en praktisch gezien lijkt er niet echt een reden om de wet aan te passen."

"Een wet om de zondagsrust te beschermen is niet verplicht vanuit het recht op godsdienstvrijheid. De wens van gelovigen om op zondag te rusten verdient het gerespecteerd te worden; het houden en volgen van een eredienst moet je vanuit godsdienstvrijheid sowieso respecteren, of er nou wel of geen aparte Zondagswet is", legt de hoogleraar uit.

"Aan de andere kant is het in juridische zin ook niet erg dat er wél een aparte Zondagswet is: die wet is niet in strijd met andere wetgeving of het grondrecht op godsdienstvrijheid, dus kan prima bestaan."

Ook is in 2015 onderzocht of gemeentes in de praktijk tegen problemen met de wet aanliepen. "Daar bleek geen sprake van. Gemeenten ervaarden genoeg ruimte om beslissingen te nemen. Waarschijnlijk werd er mede daarom in coalities na 2015 geen prioriteit meer gegeven aan het afschaffen van de Zondagswet."

In die periode werd er wel flink over gediscussieerd. "Er werden zelfs een motie en wetsvoorstellen ingediend om de Zondagswet in te trekken. De zondagsrust zou dan niet langer vanuit het Rijk moeten worden geregeld, maar door gemeenten", weet Groen.

"Het heikele punt was dat er dan geen ondergrens meer zou zijn", vervolgt ze. "Gemeenten die dat willen, zouden dan veel strengere regels kunnen instellen voor wat niet mag op zondag. Uiteindelijk is daarom gezegd: we trekken 'm toch niet in, want de Zondagswet beschermt verschillende groepen mensen in wat ze op de zondag willen doen. Hij voorziet dus toch in een behoefte."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant