De ambitie van politici om per jaar flink meer woningen te bouwen is niet realistisch. Dat zegt het Planbureau voor de Leefomgeving in een nieuw rapport. De problemen op de woningmarkt zijn te complex voor simpele oplossingen.

De komende weken wordt er geprobeerd om een nieuw kabinet te vormen en daarbij zal het zeker ook gaan over de wooncrisis. Want de nood is hoog. In het rapport Wonen na de verkiezingen schrijft het PBL wat het zo moeilijk maakt om de problemen op te lossen. Het moet een bijdrage te leveren aan de formatiegesprekken.

Woningtekort

Het eerste probleem is dat steeds meer mensen een huis willen. Dat lijkt een inkopper, maar ligt complexer dan je denkt. De overheid maakt het aantrekkelijk om een huis te kopen of te huren door hypotheekrenteaftrek en huursubsidies. Daar komt bij dat de Nederlandse bevolking groeit. Woonden er in 2019 zo'n 17,3 miljoen mensen in Nederland, naar verwachting zijn dat er in 2050 ruim 18,5 miljoen.

De tijd van grote gezinnen ligt achter ons. Mensen wonen vaker alleen en worden ouder. Steeds meer mensen willen een eigen woning. De stijging van het aantal huishoudens gaat sneller dan de groei van de bevolking. En ook de eisen die we stellen aan een woning zijn veranderd, staat in het rapport.

Tekort aan bouwvakkers

Tijdens de financiële crisis van 2008 vielen veel bouwprojecten stil. Bouwvakkers die toen ander werk vonden, zijn niet meer teruggekeerd. "De bouwsector is nu kleiner dan je wil. Zeker als je de bouw van woningen wilt versnellen op korte termijn", zegt PBL-onderzoeker Frans Schilder.

Veel politici zouden in plaats van 75.000 woningen wel 100.000 woningen willen bouwen. Maar volgens het PBL is dat niet realistisch door gebrek aan mankracht.

Lees ook

Veranderde woonvoorkeuren

Een ander probleem dat het zo ingewikkeld maakt is dat het niet alleen om snel bouwen gaat, maar ook om de juiste huizen. "Dan lijkt het aantrekkelijk om nieuwe huizen te bouwen voor ouderen, zodat gezinnen plaats krijgen. Maar ouderen willen dat niet", zegt Schilder. Onder andere omdat ze in de buurt willen blijven van hun sociale netwerk en voorzieningen als een supermarkt of huisarts.

Omdat ouderen dergelijke woonvormen niet kennen of kunnen vinden, blijven ze vaak in een huis wonen dat groter is dan ze nodig hebben. Mensen die nog niet gepensioneerd zijn, gebruiken, mede door corona, hun huis niet alleen als woning, maar ook voor studie en werk. Ruimte in de stad is duur. Het PBL ziet een trend van verhuizingen van de stad naar kleinere steden eromheen of dorpen, op zoek naar meer en betaalbare leefruimte.

Verschillen per regio

Vaak wordt gezegd dat er tot 2030 1 miljoen woningen moeten worden gebouwd. Maar ook dat is niet dé oplossing volgens het PBL. Ten eerste vraagt het PBL zich af of er wel zoveel huishoudens bijkomen. Als je de bovengrens van hun prognoses bekijkt, komen er in 2030 maximaal 688.000 huishoudens bij. Dan heb je dus geen miljoen huizen nodig.

Ten tweede wijst PBL erop dat de vraag naar huizen regionaal verschillend is. Op korte termijn is bijbouwen overal wenselijk. In de randstad en steden zoals Arnhem, Eindhoven is de behoefte waarschijnlijk blijvend. Maar er zijn ook regio's waar de vraag op lange termijn mogelijk afneemt. Daar zou het slimmer kunnen zijn om tijdelijke woningen te bouwen.

Lees ook

Geen simpele oplossingen

Waar politici in de verkiezingsprogramma's schrijven over snel bijbouwen en een minister van Wonen, wijst onderzoeker Schilder erop dat de oplossingen niet zo eenvoudig en vooral, niet zo snel zijn. Hij geeft in het nieuwe rapport wel drie mogelijke richtingen:

  1. Help de regio's om tot woningbouw te komen
  2. Innoveer de bouwsector
  3. Hervorm en verduurzaam de woningmarkt

De regio's helpen

Volgens het PBL kan woningbouw het beste regionaal ingevuld worden en is daar in principe geen speciale minister van Wonen voor nodig. Elke regio kan het beste de eigen afweging maken over welke behoefte er is aan welk type en welke hoeveelheid woningen.

Mocht een regio er niet uitkomen, dan heeft de huidige minister nu ook al de bevoegdheid om in te grijpen. En als een gemeente bijvoorbeeld de ambtenaren mist om bouwplannen uit te werken zou daar geld voor kunnen worden vrijgemaakt.

Bouwen in de fabriek

Op de korte termijn zou 'flexwonen', transformatie en permanente bewoning op recreatieparken makkelijker kunnen worden gemaakt. Voor de langere termijn zou moeten worden ingezet op het opleiden van personeel en innovatie.

Een trend die nu al gaande is, is dat huizen gebouwd worden in fabrieken. Die kunnen op locatie in elkaar worden worden gezet. Je hebt dan minder mensen nodig om een woning te bouwen. Maar dit gebeurt nog niet op grote schaal.

Hypotheekrenteaftrek aanpassen

Niet alleen meer woningen, maar ook het aanpassen van financiële en fiscale regelingen zouden kunnen helpen om op lange termijn de woningnood aan te pakken. Bijvoorbeeld het aanpassen van de hypotheekrenteaftrek en het minder makkelijk maken om veel te lenen.

Het PBL waarschuwt wel dat te snel hervormen kan leiden tot betalingsproblemen bij bijvoorbeeld starters. Verder hoopt het PBL dat politici ook begrijpen dat de grond in Nederland beperkt is. En dat er ook ruimte moet zijn voor natuur, energie en economie.

Lees ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.