Voor ondernemers is het misschien wel het grootste taboe: stoppen met je bedrijf, omdat de vooruitzichten slecht zijn. Zeker als de oorzaak buiten jezelf ligt. Financieel adviseur Femke Hogema vindt dat ondernemers nuchter naar de cijfers moeten kijken.
"Na de eerste persconferentie van premier Rutte dachten we nog dat de coronacrisis snel voorbij zou zijn. Maar een halfjaar verder weet niemand of en wanneer we op oude voet verder kunnen", zegt financieel adviseur Femke Hogema. Ze schreef het boek Ondernemen in crisistijd.
Faillissement ingrijpender dan stoppen
"Goed dat de overheid aan het begin van de crisis direct met financiële steun aan ondernemers kwam", vindt Hogema. "Als de tent ineens letterlijk dicht moet, is een ondernemende mindset niet genoeg. Veel bedrijven hadden die vergoedingen hard nodig." Maar inmiddels zijn we toe aan het derde steunpakket, met onder andere de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW 3). En zitten we middenin een tweede opleving van coronabesmettingen.
Hogema vindt dat ondernemers die gebruikmaken van overheidssteun goed bij zichzelf te rade moeten gaan. "Met overheidssteun kan je de tijd waarin je inkomen wegvalt overbruggen. Maar omdat we niet weten wanneer de crisis voorbij is, moet je deze tijd gebruiken om je af te vragen wat je nog wél kan. En of je verdienmodel nog winstgevend is. Als het antwoord 'nee' is kan stoppen heel verstandig zijn. Een faillissement is veel ingrijpender."
'Hopen dat het goedkomt geen optie'
Door de coronacrisis zijn veel gezonde bedrijven geraakt. In augustus meldde het CBS dat de helft van het mkb gebruikmaakt van noodsteun. Tegelijkertijd is het aantal faillissementen in jaren niet zo laag geweest. Toch is hopen dat het vanzelf goedkomt geen optie meer, vindt Hogema.
"Het is moeilijk om de overstap te maken van 'het is oneerlijk' naar 'hé, dit kan nog lang de realiteit zijn'", zegt ze. "De basiskwaliteit van veel ondernemers is doorzettingsvermogen. Dus op het moment dat je besluit te stoppen, doet dat iets met je gevoel van eigenwaarde. Het kan voelen als falen." Toch ziet Hogema stoppen net zo goed als ondernemen. "Het is zo knap als je op een gegeven moment kan zien dat je bedrijf op dit moment geen bestaansrecht meer heeft, geen waarde meer toevoegt. Het is zoveel krachtiger om het dan netjes af te ronden."
Zelf afhandelen
Netjes de boel afronden, dat was ook wat ondernemer Jeroen Veldkamp begin deze zomer van plan was. Met zijn bedrijf Veldkamp Produkties maakte hij nationaal en internationaal prijswinnende opdrachtfilms. Grote bedrijven en overheidsinstellingen waren zijn klanten. Dit jaar zou hij het 25-jarige jubileum vieren. "Begin dit jaar was er geen wolkje aan de lucht. Maar na de eerste maanden van de corona-uitbraak zag het er slecht uit voor ons."
Veldkamp ging in gesprek met zijn accountant en kwam uit op drie toekomstscenario's. In twee ervan was het wachten op een faillissement. De laatste optie was zelf stoppen. "In die 25 jaar heb ik zoveel goede contacten opgebouwd. Ik besloot dat ik volgend jaar ook iedereen recht in de ogen wil kunnen blijven kijken. Met een faillissement weet je dat je heel veel anderen dupeert. Ik wilde het zelf afhandelen."
Wat is wél mogelijk
Voor Veldkamp was een faillissement geen optie. "Als ondernemer kijk ik altijd naar wat wél mogelijk is." Hij ging zitten met zijn zakelijke contacten en veertien man personeel en kon op die manier op een fijne manier uit elkaar gaan. "We zaten op het hoogtepunt van ons kunnen, dus het doet pijn." Zijn bedrijf werd een eenmanszaak: Veldkamp Stories. "Ik moet mezelf opnieuw uitvinden."
De Kamer van Koophandel ziet dit jaar meer stoppers ten opzichte van vorig jaar. De organisatie noemt het een verstandige optie. Zeker voordat er teveel schulden aan worden gegaan en een faillissement onafwendbaar is.
Vragen? Stel ze!
Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.