Het moet beleggers moeilijker gemaakt worden om woningen in de grote steden op te kopen. Gewone kopers moeten zo meer kansen krijgen op de vastgelopen huizenmarkt. Dit zeggen deelnemers aan het onderzoek naar de woningmarkt van EenVandaag.

Tweederde (63 procent) vindt dat beleggers meer overdrachtsbelasting moeten gaan betalen. Onder kiezers van alle partijen is hier een meerderheid voor. Aan het onderzoek deden 29.000 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee.

Prins Bernard jr. meer dan honderd woningen

Steeds meer beleggers kopen huizen op met als doel die te verhuren of door te verkopen, terwijl de woningmarkt voor particulieren muurvast zit. In de grote steden gaat het om één op de vijf van alle woningaankopen. Een grote belegger als prins Bernhard junior heeft in Amsterdam meer dan honderd woningen in zijn bezit. Nu betaalt iedereen die een bestaande woning koopt een overdrachtsbelasting van 2 procent van de koopsom. PvdA-Kamerlid Henk Nijboer en sommige economen pleiten ervoor om de overdrachtsbelasting voor beleggers te verhogen.

Lees ook

Overdrachtsbelasting: 6 procent of meer

De meeste deelnemers aan het onderzoek (63 procent) vinden dat de overdrachtsbelasting voor beleggers in ieder geval omhoog moet naar 6 procent. De ondervraagde kiezers van de coalitiepartijen zijn hier voor: VVD (56 procent), CDA (63 procent), D66 (74 procent) en CU (70 procent). Ook de achterban van alle andere partijen zien dit zitten: PVV (57 procent), GroenLinks (76 procent), SP en PvdA ieder 72 procent.

De helft van alle ondervraagden (49 procent) vindt dat die belasting zelfs nog wel hoger mag worden. Ze hopen dat dit een deel van de beleggers zal ontmoedigen. Slechts 15 procent vindt dat de overdrachtsbelasting voor beleggers 2 procent moet blijven, 21 procent weet het niet.

File op de woningmarkt

Het algemene gevoel van de deelnemers is dat de huizenmarkt muurvast zit en er slecht voor staat (77 procent). Ook verwachten ze dat de huizenprijzen in 2019 verder zullen stijgen (59 procent). Veel mensen ervaren zelf dat er heel weinig geschikt en betaalbaar aanbod is. Ze beschrijven het als een file op de woningmarkt: starters kunnen zelfs geen kleine woning vinden en gezinnen met kinderen blijven noodgedwongen in een te klein huis wonen. Daar staat tegenover dat senioren vaak wel een grote eengezinswoning hebben, maar eigenlijk liever gelijkvloers in een seniorenwoning willen wonen. Maar ook die woningen zijn schaars en zo blijft iedereen zitten waar hij zit.

Extra bouwen

In het panelonderzoek werd ook gevraagd naar oplossingen om de woningmarkt weer in beweging te krijgen. De ondervraagden vinden het vooral belangrijk dat er extra gebouwd gaat worden. In het bijzonder worden genoemd sociale huurwoningen (60 procent) en koopwoningen voor gezinnen (54 procent). Andere oplossingen ziet men in huizenruil en meer kleinschalige woonvormen, zoals tiny houses. Ook het makkelijker maken om in vakantiehuisjes te wonen, vinden ze een goede zaak (75 procent).

Mensen met een baan voorrang?

In sommige gemeenten krijgen mensen voorrang bij de toewijzing van een sociale huurwoning als ze in die gemeente ook werken. De vraag is of dit landelijk ingevoerd zou moeten worden. Een kleine meerderheid (55 procent) vindt dit een goed plan. Zij zien als bijkomend voordeel dat het helpt om het personeelstekort van bijvoorbeeld leraren of mensen in de zorg te verkleinen in zo'n gemeente. Maar een kwart (27 procent) ziet dit niet zitten. Zij vinden dat iedereen gelijke kansen moet hebben, ook mensen die geen werk hebben.

info

Over het onderzoek

Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van online onderzoek. Aan het onderzoek deden 28.953 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee. Het onderzoek vond plaats van 29 oktober tot 20 november 2018. De uitslag van de peilingen onder het EenVandaag Opiniepanel zijn na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Panelleden krijgen ongeveer één keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de meeste onderzoeken respondeert 50 tot 60 procent van de panelleden.

Lees ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.