EenVandaag heeft de leden van het Opiniepanel op de stoel van Rutte gezet. Omdat het de burgers direct aangaat, vroegen we hen: als jij mocht kiezen, hoe zou jij het overheidsgeld besteden? Is dat meer of minder dan het kabinet doet? Kortom, het Koffertje van het EenVandaag Opiniepanel. 

In de figuur hierboven is te zien waar mensen in het land meer of juist minder geld aan zouden besteden dan de overheid doet. Te weinig geld gaat er, in de ogen van de leden van het Opiniepanel, naar Defensie, Justitie & Veiligheid en Klimaat. Aan de andere kant gaat er te veel naar het aflossen van de staatsschuld, sociale zekerheid en werkgelegenheid en Buitenlandse Zaken. 

Verschillen en gelijkenissen met de begroting van 2019

Na het onderzoek presenteerde het kabinet de begroting voor 2019. Daarin enkele gelijkenissen met de begroting van mensen in het land. Zo heeft het kabinet meer geld toegezegd voor de gezondheidszorg, Defensie, Justitie & Veiligheid en Duurzame Energie & Klimaat. Ook panelleden zouden daar meer geld aan willen uitgeven dan vorig jaar. Een andere gelijkenis tussen de begrotingen zijn de lagere budgetten voor het aflossen van de staatsschuld en in mindere mate voor onderwijs. Zowel het kabinet als mensen in het land zijn er voorstander van daar minder geld aan uit te geven. 

De gelijkenis houdt op bij sociale zekerheid & werkgelegenheid, Infrastructuur, Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. Het kabinet reserveert meer geld voor deze posten, maar dat gaat in tegen de wensen van het publiek. Zij zouden daar juist minder aan uitgeven. Anderzijds besteedt de overheid minder aan de economie dan panelleden zouden willen. 

Rechtse kiezers: meer naar veiligheid, links: meer naar zorg en klimaat

Hoe mensen het overheidsgeld verdelen, is een politieke keuze. Niet geheel verrassend verschillen kiezersgroepen in hun prioriteiten. Een overzicht waar verschillende kiezers meer of juist minder geld voor willen zien:

  • VVD’ers willen meer naar veiligheid, infrastructuur, klimaat/duurzaamheid en defensie en minder naar sociale zekerheid en Buitenlandse Zaken.
  • PVV’ers: meer naar zorg, veiligheid en defensie; minder naar sociale zekerheid, onderwijs, aflossen staatsschuld en Buitenlandse Zaken.
  • CDA’ers: meer naar veiligheid, defensie, klimaat/duurzaamheid; minder naar sociale zekerheid en aflossen staatsschuld.
  • D66’ers: meer naar onderwijs, veiligheid en klimaat/duurzaamheid; minder naar sociale zekerheid en aflossen staatsschuld.
  • GroenLinks-kiezers: meer naar klimaat/duurzaamheid en onderwijs; minder naar aflossen staatsschuld en sociale zekerheid.
  • SP’ers: meer naar zorg, veiligheid, klimaat/duurzaamheid en woningmarkt; minder naar aflossen staatsschuld, onderwijs, Buitenlandse Zaken en infrastructuur. 
  • PvdA’ers: meer naar klimaat/duurzaamheid, veiligheid en defensie; minder naar aflossen staatsschuld, zorg en sociale zekerheid.
  • ChristenUnie-kiezers: meer naar veiligheid, defensie en klimaat/duurzaamheid; minder naar aflossen staatsschuld en sociale zekerheid.
  • Partij voor de Dieren-kiezers: meer naar klimaat/duurzaamheid, veiligheid en woningmarkt; minder naar aflossen staatsschuld, sociale zekerheid, infrastructuur en Buitenlandse Zaken.
  • 50PLUS-kiezers: meer naar zorg, sociale zekerheid, veiligheid en woningmarkt; minder naar aflossen staatsschuld, onderwijs, Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking.

Hoe deden we dit onderzoek?

  • We stelden deelnemers aan het onderzoek de vraag: Als jij 100 euro namens de overheid mocht uitgeven, hoe zou je dat geld over de volgende posten verdelen? 
  • Deelnemers aan het onderzoek kregen de kostenposten van de overheid te zien met daarachter hoe groot deze post is in verhouding tot de totale begroting. 
  • Om het mensen wat makkelijker te maken, hebben we de totale overheidsuitgaven, honderden miljarden, herberekend naar 100 euro. In de vraag kregen respondenten ‘live' te zien hoeveel ze uit hadden gegeven en hoeveel ze nog te besteden hadden. 
  • Met behulp van de uitleg en subbegrotingen zijn posten gemaakt die behapbaar zijn voor mensen. Niet alleen de post is op een laagdrempelige manier beschreven, ook hebben we voorbeelden gegeven van welke uitgaven er onder de post vallen.
  • Ten tijde van het onderzoek was de begroting voor 2019 nog niet bekend. Om die reden is uitgegaan van de overheidsuitgaven volgens de begroting van 2018. 
  • Uit de begroting van 2018 zijn alleen de grootste posten voorgelegd aan deelnemers aan het onderzoek. Dat wil zeggen dat we de kostenposten hebben opgenomen waar de overheid in 2018 1% of meer van de totale uitgaven aan heeft uitgegeven. 
  • 'Duurzame energie en klimaat’ hebben we aan dat rijtje toegevoegd. Om deze post was het afgelopen jaar veel te doen. Deze extra post staat niet als zodanig in de begroting maar is samengesteld uit subuitgavenposten van meerdere ministeries. Hieronder een overzicht van de geconstrueerde posten
  • Infrastructuur: optelling Infrastructuur en Milieu (minus de kosten van subpost ‘Klimaat’) en Infrastructuurfonds=(8.430.659+6.243.178-66915)/343.351.752=4,25%
  • Duurzame energie en klimaat: optelling ‘Duurzame energie’ (subpost Economische Zaken), ‘Duurzaamheid’ en ‘Klimaat’ (subposten Infrastructuur en Milieu) = (2.187.002+19.719+66.915)//343.351.752=0,01%
  • Een aantal reële kostenposten uit de begroting van 2018, als het Gemeentefonds en het Provinciefonds, zijn buiten beschouwing gelaten omdat daar geen behapbare kostenposten van te maken zijn.
  • Aan het onderzoek, gehouden tussen 14 en 18 september, deden 16.829 mensen mee. De uitslag van het onderzoek is na weging representatief voor zes variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017.