De Eerste Kamer gaat door met de behandeling van de spreidingswet. Met die wet kunnen gemeenten worden gedwongen om asielzoekers op te vangen, voor wie er nu niet genoeg plekken zijn. Wij vroegen wat jullie willen weten over de asielopvang.

Jullie vragen worden beantwoord door asieljurist Myrthe Wijnkoop (Instituut Clingendael) en bestuurskundige gespecialiseerd in migratiebeleid Karin Geuijen (Universiteit Utrecht).

1. Hoe groot is het tekort aan opvangplekken?

De behoefte aan opvangplekken verandert steeds, onder anderen door wisselende aantallen asielzoekers die Nederland binnenkomen. Toch moet het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) altijd zorgen voor voldoende opvangplekken. Het probeert daarom met berekeningen te voorspellen hoeveel plekken er nodig zullen zijn.

Afgelopen oktober zouden er 70.697 plekken noodzakelijk zijn om alle asielzoekers (met recht op opvang) een plek te kunnen bieden, werd in april van dit jaar voorspeld. Een groot deel van deze plekken, bijna 50.000, was al beschikbaar. Maar er zouden nog bijna 21.000 plekken extra nodig zijn.

Geuijen wijst erop dat voorspellingen over het aantal asielzoekers dat naar Nederland komt en over het aantal opvangplekken dat nodig zal zijn, vaak niet kloppen. Dat blijkt ook dit jaar het geval. Op dit moment worden 60.849 asielzoekers opgevangen door het COA. Dat zijn er dus bijna 10.000 minder dan voorspeld.

Karin Geuijen en Myrthe Wijnkoop
Bron: EenVandaag
Karin Geuijen en Myrthe Wijnkoop

Het tekort is zo'n 2 jaar geleden ontstaan, vertelt Myrthe Wijnkoop. "Na de COVID-periode steeg het aantal asielverzoeken weer wat na een eerdere daling. Er kwamen relatief veel nareizigers, die tijdens corona moeilijk voor gezinshereniging naar Nederland konden komen. Ook waren er meer verzoeken vanwege crises zoals die in Syrië, Afghanistan en Jemen." Dat terwijl vóór de COVID-periode juist veel opvangplekken waren gesloten. "Dat was niet handig, want je weet nooit wanneer je die plekken weer nodig gaat hebben."

Het tekort aan opvangplekken wordt groter doordat mensen die al een verblijfsvergunning hebben gekregen niet 'doorschuiven', zegt bestuurskundige Karin Geuijen. "Er zijn nu ongeveer 16.000 mensen die nog in asielzoekerscentra zitten, omdat gemeenten geen woonruimte voor hen kunnen regelen. Mensen die nog in hun aanmeldprocedure zitten kunnen daardoor niet terecht." Dit is overigens geen nieuw probleem dat rechtstreeks gekoppeld is aan de wooncrisis. Het tekort aan aanbod van huisvesting voor vluchtelingen in gemeentes speelt al ruim 15 jaar.

Bekijk ook

2. Wie heeft er recht op een (tijdelijke) opvangplek?

"Iedereen die in Nederland asiel aanvraagt en zich meldt bij het aanmeldcentrum in Ter Apel, heeft recht op een opvangplek in een asielzoekerscentrum tijdens de hele procedure", zegt asieljurist Wijnkoop. "Als mensen na die procedure van de IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst) een vergunning krijgen, moeten ze worden uitgeplaatst naar gemeenten, die de huisvesting regelen. Als mensen na de procedure worden afgewezen, moeten ze binnen 28 dagen de opvang verlaten."

Personen die weigeren te vertrekken, kunnen in detentie worden geplaatst, voegt Wijnkoop toe. "Er bestaat nog wel de mogelijkheid om in (hoger) beroep te gaan tegen de afwijzing of om een nieuwe aanvraag in te dienen, maar er komt een punt waarop het recht op opvang niet langer geldt."

3. Wie bepaalt wanneer er nieuwe opvanglocaties bijkomen?

"Uiteindelijk bepalen de regering en de politiek hoeveel geld het COA krijgt om nieuwe opvangplekken te realiseren", zegt Wijnkoop. "Er wordt berekend hoeveel opvangplekken er nodig zijn, wat de kostprijs is van die plekken en hoeveel geld het COA krijgt."

Het COA heeft een aantal 'eigen' opvangplekken, maar dat zijn er lang niet voldoende. Daarom is het afhankelijk van gemeenten en moet het met hen overleggen over aanvullende geschikte locaties. "Er zijn een paar gemeenten met permanente asielzoekerscentra, maar verreweg de meeste overeenkomsten tussen het COA en gemeenten zijn tijdelijk", zegt Geuijen. "Dat betekent dat er voortdurend opnieuw onderhandeld moet worden met gemeenten. Dat geeft kost heel veel tijd en moeite en geeft veel onrust in buurten."

"De overeenkomsten zijn nu nog vrijwillig, maar met de spreidingswet wordt voorgesteld om het aantal opvangplekken eerlijk te verdelen over alle gemeentes. Gemeentes kunnen dan niet meer weigeren."

info

De spreidingswet uitgelegd

De spreidingswet moet zorgen voor een eerlijkere verdeling van asielzoekers over het land. Op dit moment zijn sommige gemeenten terughoudend in het regelen van opvangplekken, waardoor andere gemeenten meer moeten doen. Volgens het wetsvoorstel zullen gemeenten verplicht worden om opvangplekken te regelen voor een bepaald aantal mensen.

"Het is niet zo dat gemeenten meteen nadat de spreidingswet er is binnen een week opvang moeten regelen", benadrukt Wijnkoop. "Gemeenten hebben veel op hun bordje. Ze mogen daarom ook regionaal afspraken maken over hoe ze de opvangplekken precies gaan verdelen. Dat heeft ook te maken met het feit dat je, bij een strikte verdeling op basis van inwoneraantallen, hele kleine azc's zou krijgen. Je krijgt dan kleine dorpen die bijvoorbeeld vijftien mensen moeten opvangen. En dat is niet rendabel voor het COA."

Het kan dus alsnog gebeuren dat de ene gemeente meer asielzoekers gaat opvangen, vertelt Wijnkoop, en dat de andere meer regelt voor de huisvesting van statushouders of bijvoorbeeld financieel bijdraagt.

Het is nog niet duidelijk wanneer de Eerste Kamer het wetsvoorstel gaat behandelen. Dat zal in ieder geval na de verkiezingen van 22 november zijn 'en hopelijk nog voor het nieuwe jaar', laat het COA weten.

4. Hebben bepaalde vluchtelingen voorrang op anderen?

"Iedereen heeft hetzelfde recht op opvang bij een asielaanvraag", zegt Wijnkoop. "Nederland heeft een zogenoemd één-status-stelsel, wat inhoudt dat we (in tegenstelling tot de meeste landen om ons heen) geen onderscheid maken tussen mensen die asiel aanvragen op grond van persoonlijk risico en mensen die dat doen op grond van de algemene situatie in hun thuisland. Hun recht op opvang zijn hetzelfde."

"Wat met de Oekraïners een beetje anders is gegaan, is dat zij buiten de gewone asielprocedure zijn opgevangen", vertelt Wijnkoop. "Voor hen zijn aparte opvangplekken gemaakt, die onder gemeenten vallen en niet onder het COA. Het lijkt daarom misschien alsof die groep voorrang heeft gekregen op andere groepen. Maar formeel is dat niet zo."

5. Waarom wordt er geen opvang geregeld in het land van herkomst of op een veilige plek in dat land?

Volgens Geuijen is het een groot misverstand dat de meeste vluchtelingen naar Europa komen. 70 procent van de vluchtelingen wordt opgevangen in een buurland, blijkt uit cijfers van VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR. "Van de mensen die in Europa asiel aanvragen, komt slechts 5 procent in Nederland terecht", weet Geuijen. "En het is niet zo dat Nederland veel meer asielzoekers opvangt dan andere Europese landen. Duitsland neemt bijvoorbeeld veel meer mensen op, verreweg de meeste in Europa."

Ze legt uit: "We proberen als Europa al heel lang af te spreken dat ieder land een bepaald percentage asielzoekers moet opnemen, afhankelijk van de bevolkingsgrootte en het nationaal inkomen. Dat blijkt steeds niet te lukken. De Zuidelijke landen zoals Italië en Griekenland vinden dat de Noordelijke landen meer asielzoekers moeten opvangen die in de Zuidelijke landen aan zijn gekomen en niet hen ervoor moeten laten opdraaien. De Noordelijke landen zeggen dat de asielzoekers die in bijvoorbeeld Spanje, Italië of Griekenland zijn aangekomen daar ook de asielprocedure moeten doorlopen."

"Een aantal Oost-Europese landen zoals Hongarije en Polen wil helemaal geen asielzoekers opnemen. Er wordt nu over gesproken of verschillende landen verschillende taken zouden kunnen kiezen: de opvang van asielzoekers, de terugkeer van afgewezen asielzoekers organiseren, of andere landen betalen voor deze taken", vertelt Geuijen.

Mensenrechtjurist Wijnkoop zou het wel goed vinden als Europa investeert in het verbeteren van opvangplekken in de landen van herkomst en buurlanden. "Mits het daar veilig is voor iemand, lijkt het me goed als Europa landen probeert te ondersteunen om betere bescherming te bieden en betere asielprocedures op te zetten. Je kunt het zeker niet één-op-één zeggen, maar misschien zou dat ook voorkomen dat mensen naar Europa komen, omdat ze dan bescherming en een beter toekomstperspectief hebben."

Bekijk ook

6. Waarom komt er geen tijdelijke asielstop?

"Omdat dat niet mag", zeggen Wijnkoop en Geuijen. "Als land mag je niet iemand terugsturen naar een land waar diegene gevaar loopt. Dat is echt een basisregel in het internationale recht. Je moet altijd in een procedure met bepaalde waarborgen onderzoeken of iemand veilig terug kan of niet. Nederland kan ook juridisch aansprakelijk worden gesteld als we dat niet doen", verduidelijkt Wijnkoop.

Ook praktisch is het niet haalbaar, zegt ze, vanwege de Europese samenwerking. "Als Nederland telkens asielzoekers wegstuurt aan de grens, zullen onze buurlanden daar niet blij mee zijn. We hebben samen afspraken gemaakt en daar moeten we ons aan houden."

Daarnaast is het ook moreel niet te verantwoorden, vindt Geuijen. "Als één land een asielstop instelt, zullen andere landen dat ook willen doen. Maar daardoor zullen vluchtelingen die voor hun leven vrezen, nergens meer bescherming kunnen krijgen."

7. Is het voor de rijksoverheid en gemeenten moeilijker om nieuwe locaties te openen als dit onderwerp extra wordt uitgelicht in de media?

Wijnkoop denkt dat het altijd al lastig is geweest. "Maar dat het nu zo'n groot issue is, dat helpt denk ik inderdaad niet. Ik denk dat bijvoorbeeld lokale politici het ook ervaren als een groot probleem, omdát het zo geframed wordt in het maatschappelijk debat." Geuijen vindt het opvallend dat de komst van 35.000 asielzoekers in 2022 werd ervaren als een crisis, terwijl de komst van 85.000 Oekraïense vluchtelingen in datzelfde jaar gezien werd als een praktische uitdaging waarvoor Nederland een oplossing heeft geregeld.

Het maatschappelijk debat klopt ook niet altijd met de praktijk, vertelt ze. "Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat veel mensen geen asielzoekerscentrum in hun buurt willen, maar die tegenzin ebt snel weg als er toch een opvanglocatie komt. Mensen merken er eigenlijk weinig van."

Natuurlijk zijn er wel eens problemen, zoals de overlast in Ter Apel, erkent Geuijen, "maar over het algemeen blijken overlast en criminaliteit niet toe te nemen na de komst van een asielzoekerscentrum."

info

EenVandaag Vraagt

In dit artikel zijn antwoorden verwerkt op vragen die zijn ingestuurd via EenVandaag Vraagt. Met EenVandaag Vraagt heb je invloed op wat we maken. Wil je meedoen? Download dan de Peiling-app van EenVandaag, ga dan naar 'Instellingen' en zet je notificaties voor EenVandaag Vraagt aan. Je vindt de vragen en antwoorden terug bij 'Doe mee'. De Peiling-app van EenVandaag is gratis te downloaden in de App Store of Play Store.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.