In het detentiecentrum Rotterdam is bijna geen hoop. Mannen zonder verblijfspapieren wachten er op hun uitzetting. In de praktijk blijkt dat uitzetten lastig: in 5 jaar lukte het Nederland bij tienduizend mensen niet.

"Ik ben onuitzetbaar", roept een jonge man in vloeiend Nederlands vanuit de sportzaal. Maatschappelijk werker Carla geeft een rondleiding door het uitzetcentrum in Rotterdam. In zijn sportkleding lijkt de jongen zo weggelopen te zijn van een sportopleiding in de buurt.

info

Bijna nooit mag er iemand naar binnen, en met een camera lukt het je zeker niet. Toch kreeg radioverslaggever Laura Kors een rondleiding door het detentiecentrum in Rotterdam, waar mannen zonder verblijfsvergunning wachten op hun uitzetting. Wat er in het centrum gebeurt is niet te zien, maar nu toch te horen.

Krijg toch allemaal de klere

Hij vertelt dat hij bijna dagelijks naar EenVandaag kijkt en zet zonder moeite 'Krijg toch allemaal de klere' van Danny de Munk in. Toch is deze man geen Nederlander, maar is hij illegaal in ons land. Het lijkt vreemd, maar het kan wel, vertelt Carla later. De jongen had een verblijfstatus, maar die is vanwege 'antecedenten' weer ingetrokken: een sjieke term voor een strafblad.

De kans dat hij Nederland ineens verlaat lijkt klein. Op de vraag waar hij heen gaat na zijn tijd in het centrum, laat hij het luid en duidelijk weten: Nederland. Er is niet veel over hem bekend. "Hij kwam hier binnen als 'no-namer'", zegt Carla, "Hij weigerde zijn naam te geven." De jongen is wel aardig tegen het personeel.

Geen gevangenis

Het detentiecentrum is geen gevangenis. Illegaal is niet hetzelfde als crimineel. De mannen die hier zitten (vrouwen zitten in Zeist) worden ingeslotenen of vreemdelingen genoemd. Niet dat het voor henzelf uitmaakt.

De deur van hun cel gaat aan het einde van de dag gewoon op slot, geeft Carla toe. Wel mogen ze in het centrum vrij rond lopen en naar de sportzaal of knutselruimte gaan.

Vertrek per vliegtuig of trein

Het uitzetcentrum in Rotterdam kunnen de mannen, in principe, op twee manieren verlaten. Ze kunnen op het vliegtuig gezet worden naar het land van herkomst. De tweede manier is door per taxi naar Rotterdam CS te worden gebracht met een treinkaartje naar keuze.

Dat gebeurt bij mannen waarvan de rechter bepaald heeft dat de 'bewaring beëindigd' moet worden. Langer vasthouden mag dan niet: het zijn immers geen criminelen.

Onuitzetbaren

Hierbij gaat het om onuitzetbaren, zoals de jonge Danny de Munk-fan. Die vallen meteen op in het detentiecentrum, omdat ze vaak goed Nederlands spreken. "Sommige mensen ken ik al 15 jaar, zolang ik dit werk doe", zegt Carla. Deze mannen komen steeds weer terug. Een aantal van hen hebben al vaker dan zes keer in het uitzetcentrum gezeten.

In de computer staat achter hun naam in het rood 'oude bekende'. "Die hoeven we dan geen introductiepraatje meer te geven, want ze weten hoe het hier werkt." Het zijn veelal 'doorgewinterde illegalen'. Noord-Afrikanen, uit bijvoorbeeld Marokko of Algerije, die hier al jaren illegaal wonen en een baantje hebben in de zaak van een familielid die wel Nederlander is. Bij een ID-controle of bij zwart reizen in de trein kunnen ze tegen de lamp lopen.

Lees ook

'Ik wil hier weg'

"Ik wil hier weg. Ik zit hier al 6 maanden. Het duurt te lang." Een Algerijn van een jaar of 40 komt aanlopen. Hij wil graag, in redelijk Nederlands, even zijn verhaal doen. "Ik ben al 21 jaar in Nederland. Ik heb hier mijn kinderen. Een paspoort is nooit gelukt. Dat is beetje moeilijk."

Een complex verhaal volgt. De ambassade werkt niet mee, hij heeft zijn kinderen al 4 jaar niet gezien, en wil nu echt weg uit Nederland. "Als ik in Nederland blijf, dan zit ik hier over een paar maanden weer", zegt hij, doelend op het uitzetcentrum.

"Ik zit hier al te lang, ik wil weg", zegt een Algerijnse man in het uitzetcentrum in vloeiend Nederlands.

Gevangenis

"Wat heeft u de afgelopen jaren gedaan?", is de eerste vraag die Carla stelt. De man blijkt in de gevangenis te hebben gezeten en heeft zelf nauwelijks contact gezocht met zijn kinderen.

Even later vertelt ze dat dat een veelgehoord verhaal is. "Ineens worden de kinderen erbij gehaald als reden om niet weg te kunnen." Ook weet ze dat, als hij terug wil naar Algerije, dat prima zou kunnen. "Je hebt maar een kopie van een geboortebewijs of een trouwakte van je ouders nodig om aan te tonen dat je daar vandaan komt."

Zelf weggaan

Wel had de man goed door dat, als hij in Nederland blijft, de kans groot is dat hij weer in het centrum terecht komt. Wat gebeurt er eigenlijk nadat mensen zoals hij door de taxi op Rotterdam CS, met een treinkaartje in de hand, zijn afgezet?

Carla legt uit. "Ze mogen zelf weten waar ze naartoe gaan. Maar het moet een bestemming in Nederland zijn. Daarnaast krijgen ze de 'aanzegging' Nederland zelfstandig te verlaten."

Onlogisch treinkaartje

Wat opvalt is dat bij het kiezen van de bestemming niet gekeken wordt of het een logische plaats is om Nederland ook daadwerkelijk te verlaten. Bij Maastricht kan men zich vaak nog iets voorstellen, maar een plaats als Nunspeet is al minder logisch.

Zou Terschelling ook mogen? Carla en Marina lachen. "Dan wordt het een kaartje naar de haven, denk ik." De medewerkers geven toe dat niet wordt gekeken of het logisch is. "Voor ons houdt het op als ze hier de deur uitgaan." In het uitzetcentrum wordt enkel de wet uitgevoerd.

Onuitzetbaren krijgen een treinkaartje mee en de opdracht Nederland 'zelfstandig te verlaten'. Maatschappelijk werkers Carla en Marina leggen uit hoe dat in de praktijk werkt.

Draaideur-illegalen

Dat de vreemdelingen Nederland vaak helemaal niet verlaten is wel duidelijk. Soms ziet Carla dezelfde persoon na 2 tot 3 maanden alweer terug. De maximale detentieduur voor onuitzetbaren is een half jaar. "Dus het is mogelijk dat mensen hier twee keer per jaar binnenkomen."

Sommige verslaafde vreemdelingen kicken in het centrum af, gaan 10 kilo zwaarder de deur uit, om maanden later verslaafd en vermagerd weer terug te keren. In de winter is het daarbij fijn om van de straat te zijn.

Sissen en fluiten

Als we de gangen doorlopen, roept een van de bewoners wat na. Iets met mooi en vrouw. "De mannen hebben vaak al lang geen vrouw uit de buitenwereld gezien hier, dus vinden ze iedere vrouw al snel mooi."

Last heeft Carla er niet van. 'Ik ben al wat ouder, dat scheelt. Ze hebben respect voor mij." Nafluiten en sissen gebeurt bij jongere collega's nog weleens, maar een blik van Carla is genoeg om de mannen tot zwijgen te brengen.

Tranen om moeder

Als maatschappelijk werker heeft Carla nauw contact met de vreemdelingen. Sommigen zitten er een half jaar en in die tijd ontstaat er een band, vertelt ze op weg naar buiten. Moedergevoelens koestert ze niet, maar soms vraagt ze: "Weet je moeder eigenlijk wel dat je hier zit?"

"Weet je moeder dat je hier zit?", vraagt Carla weleens aan de vreemdelingen, met tranen tot gevolg.

Dan volgen dikwijls de tranen. Carla heeft altijd zakdoekjes bij zich. "Ik ben zelf ook moeder en het lijkt me vreselijk als je niet weet waar je kind is." De tranen worden overigens weer gedroogd voor ze de gang weer oplopen. "Niemand mag zien dat ze huilen."

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.