Een nationale dag voor sporters om uit de kast te komen. In het Duitse voetbal is het zover. 17 mei is uitgeroepen tot ‘coming-outdag’, waarbij een nog onbekend aantal profvoetballers naar voren zullen treden. "Maakt me heel blij en heel hoopvol."

Of Nederlandse spelers ook gaan meedoen met het initiatief, is nog niet duidelijk. Homoseksualiteit in de Nederlandse voetbalwereld ligt namelijk nog altijd gevoelig. Bovendien is er de afgelopen jaren kritiek gekomen op de aanpak van de KNVB. De OneLove-band, bedoeld om steun te betuigen aan de lhbti+-gemeenschap, is van het veld verdwenen nadat sommige aanvoerders de armband weigerden te dragen.

'Hoop is groot'

Thijs Smeenk, bestuurslid bij de John Blankenstein Foundation die zich inzet voor de acceptatie van lhbti+'ers in het voetbal, spreekt van een vrij unieke actie. "Ik was zelf best wel verrast over deze aankondiging. Nu is het voor het eerst dat er een groep gezamenlijk een standpunt gaat maken en naar buiten komt." Toch houdt hij nog een slag om de arm of deze dag er daadwerkelijk komt.

Zo zijn er in het verleden eerder soortgelijke aankondigingen geweest, die uiteindelijk tot niets uitliepen, legt hij uit. "En als het dan zover was, viel het in de praktijk toch een beetje tegen. Of het zat toch iets anders in elkaar dan we vooraf dachten. Maar de hoop is wel groot."

Bekijk ook

Nog groot taboe

In Nederland heerst er nog altijd een groot taboe op homoseksualiteit in het mannenvoetbal. "In het betaald voetbal is er geen één man openlijk homoseksueel. Er zijn er wel, maar niet openlijk. In het buitenland zijn ze ook op twee vingers te tellen. Dat geeft wel aan dat het nog steeds een heel groot probleem is", ziet Smeenk.

De achterblijvende acceptatie is in het algemeen ook terug te zien in nieuwe cijfers van het COC, een belangenvereniging voor lhbti+'er. Die organisatie kwam deze week met een rapport waarin blijk dat het aantal meldingen van lhbti+-discriminatie het afgelopen jaar met bijna een kwart is gestegen.

Dubbelleven leiden

Volgens Smeenk van de John Blankenstein Foundation voelen voetballers zich nog niet vrij genoeg om hardop te zeggen dat ze op mannen vallen. Vaak wordt dan de keuze gemaakt om het te verzwijgen.

"Uit angst voor de gevolgen die het kan hebben", legt hij uit. "Ze kiezen er dan uiteindelijk toch voor om twee levens naast elkaar te leiden. Het is pijnlijk dat dat nog steeds moet in 2024."

Bekijk ook

Regenboogvlaggen in stadions

Andere landen, zoals Engeland en Duitsland, hebben volgens hem hun zaakjes beter op orde. Daar wapperen bij de grote voetbalclubs, zoals het Duitse Bayern München en het Engelse Arsenal, de regenboogvlaggen volop in de stadions.

"Dat is wel een gevolg van het beleid", vertelt Smeenk. Door duidelijk neer te zetten waar de clubs voor staan en iedereen daarin mee te nemen, is homoseksualiteit in de voetbalwereld daar meer omarmd, ziet hij. "Ze zijn daar inmiddels wel een paar stappen verder."

'Niet heel erg daadkrachtig'

In Nederland gaat het nog vaak mis, zegt Smeenk. Hij noemt de Roze Kameraden, een lhbti+-supportersgroep van Feyenoord, als voorbeeld. De oprichting daarvan zorgde voor veel ophef bij de Rotterdamse club en leidde zelfs tot geweld. "Als je dan ziet hoe een club als Feyenoord reageert, dan is dat niet heel erg daadkrachtig."

Hij roept de KNVB en de Nederlandse profclubs daarom op om het voorbeeld van de Duitsers en Engelsen op te volgen. "Maak een plan, neem iedereen daarin mee. En dan weet ik zeker dat het ook in Nederland ooit goed gaat komen."

Bekijk ook

Profvoetballers die uit de kast durven te komen: dit kunnen we leren van homo-acceptatie in het Duitse voetbal

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.