Als jongetje heb ik de film wel duizend keer afgespeeld. Het WK Voetbal en ik. Finale, de penalty moet worden genomen, Henk van der Aa achter de bal. Bijna elke dag, na school, speelde ik het na. En vaak werden we wereldkampioen, daar op het trainingsveld van v.v. Musselkanaal. Van der Aa scoort, het stadion barst uit zijn voegen! Ik weet: het is cliché. Maar goed, dat wist ik toen nog niet.

Nu is het dan zover: ik zit in het vliegtuig, op weg naar het WK in Zuid-Afrika.

Als voetballer is het me niet gelukt. Dan had ik een jaar of vijftien geleden toch echt moeten doorbreken. Nu mag ik als journalist. Vanaf de zijlijn, beter gezegd: van achter de stadions, ga ik het WK verslaan. Met verslaggever Wout, cameraman Thijs en editor Thijs sta ik aan het begin van een bijzonder experiment. We willen het toernooi laten zien, zoals je het nergens anders te zien krijgt.

Misschien iets te ambitieus?, vroeg mijn baas, toen mijn collega’s en ik de plannen vorig jaar voor het eerst ontvouwden. Hij had, vrees ik, wel een puntje. Het plan is nogal groot, behoorlijk ingewikkeld, weet ik nu. Maar zonder geloof in eigen kunnen wordt Nederland geen wereldkampioen en maken wij geen bijzondere tv, overtuigde ik mezelf. Nu, acht maanden later, moeten we laten zien dat het haalbaar is. Met een koffer vol voorwerk en een maag vol vlinders, begin ik aan deze droomreis die wel eens tot 11 juli zou kunnen duren.

Op tienduizend kilometer van de redactie in Hilversum, in hartje Kaapstad, gaat ons experiment straks beginnen. Hier hebben we een eigen voetbalteam gecreëerd. Een elftal Zuid-Afrikaanse jongeren uit alle lagen, klassen en kleuren van het land. Hen gaan we wekenlang volgen: in persoonlijke portretten laten we zien wat het WK voor hen betekent. Hoe gaat het met hun land, wat vinden ze van Oranje? Maar de vragen die me nu bezig houden: komen ze wel opdagen? Zijn ze er straks allemaal? Houden we het team bij elkaar?

De spelers hebben we overal vandaan gehaald. Een oud bendelid uit het township, een boerenjongen uit de wijnstreek. We stellen een dakloze op, maar ook de dochter van een parlementariër. Blank, zwart, bruin, jongen, meisje: ze krijgen allemaal een plaatsje in onze basiself. Niet om hun voetbalkwaliteiten, maar om hun verhalen, om hun angsten en hoop. Onze spelers van ‘EenVandaag United’ gaan ons een inkijkje geven in hún Zuid-Afrika, op een keerpunt in de geschiedenis van het land.

Maandenlang was het plannen, bellen, selecteren, teleurstellingen verwerken en weer doorgaan. Oh, onze blanke jetsetter trekt zich terug. Onze dakloze speler is ineens onvindbaar. Sommige spelers hebben geen telefoon, of geen geld om hem op te laden. Twee dagen voor vertrek: onze jonge, zwarte ondernemer valt uit. Laten we het de baas maar niet vertellen. De productie vanuit Hilversum is zenuwslopend geweest. Eigenlijk: niet te doen.

Alleen dankzij sportontwikkelingsorganisatie Score lijkt het nu gelukt. Vanuit Kaapstad hebben ze bijna alles geregeld: de logistiek, de planning, ze hebben op deuren geklopt en de jongeren gescout. Score werkt al jaren in de townships van Zuid-Afrika en kent de stad als geen ander. Ze kennen de weeshuizen, de opvangcentra, maar ook de gegoede wijken. Score heeft zich zo aan dit team verbonden, dat ze er tot lang na het WK mee door zal gaan. Morgenochtend nemen de medewerkers ons mee van deur tot deur, om te zorgen dat onze spelers echt naar het voetbalkamp komen.

Van Marwijk heeft zo zijn zorgen om spelers, maar ook als begeleider van EenVandaag United krijg je van de voorbereidingen soms al slapeloze nachten.

Henk van der Aa

Verslaggever EenVandaag

Ons eigen voetbalelftal: EenVandaag United

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.