Er is een nieuwe en betere spataderbehandeling. Een aantal topspecialisten wil dat deze nieuwe methode door de zorgverzekeraars vergoed gaat worden. Nu zit deze laserbehandeling niet in het basispakket. Volgens het College voor Zorgverzekeringen is er onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat de de nieuwe methode veilig en effectief is.Veel patiënten krijgen hierdoor een zware operatie, terwijl een minder ingrijpend alternatief voorhanden is. Velen lijden door de klassieke methode onnodig veel pijn en moeten langer herstellen, ook het risico dat de patiënt later opnieuw ernstige klachten krijgt is aanzienlijk.
Dat ASML een belangrijk bedrijf voor Nederland is, is algemeen bekend. Op het gebied van werkgelegenheid, maar zeker ook op het gebied van innovatie. Van alle Nederlandse bedrijven investeren ze het meeste in wetenschappelijk onderzoek.
Executive vice president technology van ASML, Jos Benschop, vertelt dat het bedrijf al jaren 15 procent van hun omzet uitgeeft aan 'research & development' (R&D). Doordat hun omzet is gegroeid, is daarmee ook hun uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek flink gegroeid. Het bedrijf gaf hier in 2023 2,8 miljard aan uit.
'Is onze rol te groot?'
Met deze uitgaven aan wetenschappelijk onderzoek is ASML met afstand de grootste private investeerder in wetenschappelijk onderzoek.
Nummer 2, Philips, geeft 'slechts' 700 miljoen uit aan onderzoek. Dat is vier keer minder dan ASML. Nu vraagt ASML zich af: is onze rol in wetenschappelijk onderzoek niet te groot?
Zorgelijke ontwikkeling
Onderzoeker bij TNO Marcel De Heide vindt het een zorgelijke ontwikkeling dat ASML er zo bovenuit stijgt. Hij ziet een steeds grotere concentratie van uitgaven aan R&D bij steeds minder bedrijven.
"De top 3 wordt steeds belangrijker, maar het is belangrijk om een bredere basis te hebben. Wij maken wel eens het grapje dat je niet alleen een A-SML, maar ook een B-SML, C-SML en D- SML nodig hebt in Nederland", zegt hij.
Maar dat ASML zoveel uitgeeft aan onderzoek noemt Benschop juist logisch aangezien het bedrijf in een sector zit waar de ontwikkelingen steeds sneller gaan, en je alleen bij kan blijven door te investeren in kennis.
Die urgentie zie je ook terug in het bedrijf zelf, vertelt hij. "Toen ik 28 jaar geleden begon, waren er 300 mensen bezig met R&D, vandaag de dag zijn dat er 14.000."
Nederland, kennisland
ASML geeft nu 70 procent van hun uitgaven aan R&D uit in Nederland. De reden: "We willen met de beste samenwerken", zegt Benschop. "En dat is nu gelukkig voor een groot deel in Nederland."
"Het is daarom heel belangrijk dat we blijven investeren in onze kennisbasis. De academische wereld en bezuinigingen daarop zouden op de lange termijn weleens tegen Nederland kunnen werken", vertelt Benschop.
De Heide kan zich hier ergens wel in vinden. "Het is natuurlijk geweldig dat we die grote spelers hebben in Nederland", zegt hij. "Maar", voegt hij toe, "die basis in Nederland van die uitgaven is heel erg smal."
"Stel dat het misgaat bij dat bedrijf zelf of in die sector en die R&D uitgaven zouden wegvallen bij de grote bedrijven, dan nemen die uitgaven ineens schrikbarend af." En dat zou betekenen dat het concurrentievermogen uiteindelijk afneemt, legt De Heide uit.
Innovatiekracht
Volgens hem verliezen we dan ons vermogen om die nieuwe en slimme producten te produceren waarmee Nederland in de toekomst geld moeten gaan verdienen. Daarom is het belangrijk dat die basis zo veel mogelijk wordt verbreed, weet de onderzoeker.
Benschop deelt deze zorgen over de toekomst. "Ik denk dat het voor Nederland heel belangrijk is dat er een gezond ecosysteem is met grote en kleine spelers die allemaal investeren in onze onderzoeken en innovatie."
Shadi Karazi vluchtte in 2013 uit Syrië voor de verwoestende burgeroorlog. Hij woont al 9 jaar in Nederland en gaat nu voor het eerst terug naar zijn familiehuis in de Syrische hoofdstad Damascus. "Slechter dan onder Assad kan het nooit meer worden."
Shadi vluchtte uit Harasta, een buitenwijk van de hoofdstad Damascus die na jaren van belegering en bombardementen vrijwel verwoest is. Hij verbleef eerst in een aantal andere landen voordat hij terechtkwam in Schiedam. Daar werkt hij nu al bijna 5 jaar bij woningcorporatie Maasdelta Groep in Spijkenisse.
'Had gehoopt op meer mooie momenten'
De moeder van Shadi bleef in Syrië en overleed in 2015. Zowel hij als zijn broer konden niet bij de begrafenis zijn. "Toen hadden we nog geen verblijfsvergunning, dus we mochten niet reizen", legt hij uit.
Het blijft tot op de dag van vandaag een moeilijke herinnering voor hem. "Dat blijft in mijn hart, ze is daar in haar eentje overleden. Ik had gehoopt nog meer mooie momenten met haar te hebben."
"Ik voelde me ook niet goed als ik bijvoorbeeld succes had in Nederland", gaat Shadi verder over het verlies van zijn moeder. "Ik miste iemand om het aan te vertellen, mijn moeder."
Hij bleef hopen op een hereniging met haar. Maar toen hij tijdens zijn bezoek aan Damascus haar graf zag, voelde het alsof er een zware steen van zijn borst werd getild. De waarheid van haar overlijden kwam toen eindelijk binnen, vertelt hij.
'Zoiets kan nooit meer gebeuren'
De laatste weken is veel meer naar buiten gekomen over het leed van de Syrische bevolking onder Assad en tijdens de lange burgeroorlog. Hele wijken zijn vernietigd door bombardementen en tienduizenden mensen gevangengenomen. Velen van hen hebben dat niet overleefd.
De val van het regime en het einde van de burgeroorlog was een feest voor de bevolking. Maar volgens Shadi heeft het land nu veel tijd nodig om alles opnieuw op te bouwen. "Maar de situatie kan nooit slechter dan de tijden van Assad, zoiets kan nooit meer gebeuren."
Tijdens zijn bezoek aan zijn geboorteland kwam Shadi ook nog anderen tegen, zoals zijn buurman, die hij meteen in de armen sloeg. "Ik vind hem een held, want hij is ook tijdens het beleg van 6 jaar daar gebleven", vertelt hij.
Shadi's buurman heeft 2 jaar lang opgesloten gezeten en zag hoe zijn 14-jarige dochter om het leven kwam door een raketaanval. "Maar tot nu toe is hij nog steeds daar, daarom zie ik hem echt als een held. Ik leer van zo'n persoon."
Connecties uit het verleden
Ook kwam Shadi vrienden uit zijn kinder- en schooltijd tegen. Ze waren enorm blij om elkaar weer te zien. "Gelukkig heb ik er een paar gevonden", lacht hij.
"Ik ben ook op bezoek geweest bij de moeders van mijn vrienden die nog niet naar Syrië konden komen." Op die manier vond hij toch nog connecties uit het verleden.
Wat voor Shadi het raarst was tijdens zijn bezoek aan zijn geboorteland, is dat hij in een hotel moest slapen. Hij had geen woning of andere plek om te slapen, het huis van zijn moeder was al leeggemaakt zodat mensen tijdens het beleg meubels konden verbranden voor warmte.
"Ik stond met veel emoties bij de receptie", vertelt hij. "Ik ben hier geboren en getogen, maar ik moest een kamer in een hotel vinden. Dat vind ik echt niet normaal."
Veilig in Nederland
Voor Shadi was het ondanks alles niet moeilijk om na zijn bezoek terug naar Nederland te gaan. "Alles is nu vreemd daar, alles is veranderd."
Shadi heeft nu een gezin in Nederland, zijn jongste dochter is hier geboren. "We hebben hier veiligheid gekregen", gaat hij verder. "Ik houd van Syrië en ik heb zin om daar te leven, maar dat kan je niet binnen een paar dagen beslissen." Hij wil wel weer snel op bezoek. "Want mijn kleine dochtertje is ook blij dat ze haar oma en opa, de ouders van mijn vrouw, kan ontmoeten."
Shadi uit Syrië keert na 12 jaar terug naar zijn geboorteland: 'Alles is veranderd'