radio LIVE tv LIVE
meer NPO start

Nieuwe DNA-techniek brengt boef eerder in beeld, politie kan duizenden zaken sneller oppakken

Nieuwe DNA-techniek brengt boef eerder in beeld, politie kan duizenden zaken sneller oppakken
Een onderzoekslocatie van de politie en het NFI
Bron: ANP

Als eerste forensisch instituut ter wereld gaat het NFI het proces van spoor tot analyse - en misschien wel een DNA-match - automatiseren. Duizenden zaken kunnen zo sneller worden opgepakt door de politie.

De analyse van een spoor was eerst vooral handmatig werk, legt Sander Kneppers van het Nederlands Forensisch Instituut uit. "Dat duurde een paar weken." Maar met de komst van software gaat dat flink sneller, in plaats van een paar weken kan het nu binnen binnen 3 dagen. "Heel bijzonder."

Duizenden zaken

De vondst van het spoor blijft vooralsnog mensenwerk. Maar analyse, interpretatie en vergelijking met mensen in de databank, of juist DNA van een persoon in een zaak, is helemaal geautomatiseerd. Politie en het Openbaar Ministerie kunnen op die manier eerder achter iemand aan. Denk aan camerabeelden en zendmastgegevens die in een vroeger stadium opgevraagd kunnen worden. "Die snelheid kan helpen in het oplossen van een zaak", zegt Kneppers.

Tot nu toe kon maar in een beperkt aantal zaken zo snel een antwoord worden gegeven. "Een paar honderd per jaar", zegt hij. Dat springt door de automatisering omhoog naar duizenden per jaar. Of politie en Openbaar Ministerie die snelheid kunnen bijbenen, gaan ze het komend half jaar 'beproeven' met een pilot bij de politie Rotterdam.

info

Wie zitten er in de DNA databank voor strafzaken?

In de DNA databank voor strafzaken zitten DNA-profielen van, onder anderen, veroordeelde personen. Iedereen die veroordeeld is voor een misdrijf waarbij voorlopige hechtenis is toegestaan, moet verplicht DNA afstaan.

Dit geldt ook voor minderjarige veroordeelden. DNA wordt minimaal 20 jaar opgeslagen. Door DNA-profielen te vergelijken met DNA uit de databank kan een dader worden opgespoord, zoals bijvoorbeeld gebeurde in de zaak van Anne Faber.

'We beginnen voorzichtig'

"In de eerste fase werken we met sporen van een donor, we beginnen voorzichtig", zegt Kneppers van het NFI. Bij het NFI noemen ze dit 'eenvoudige sporen'. De sporen worden er eerst door deskundigen afgehaald. Daarna gaan ze 'door' de computer. Een systeem dat 'uitgebreid is getest, maandenlang'.

Het kan in alle typen zaken worden toegepast. "Het kan een spoor zijn uit een inbraakzaak, of een geweldsdelict of een zwaar misdrijf." In de toekomst gaan ze uitbreiden naar zogeheten mengsporen, sporen waar meerdere mensen aan hebben bijgedragen.

Razendsnelle ontwikkelingen

"Echt heel mooi", noemt DNA-deskundige van het NFI Lex Meulenbroek de automatisering. "De ontwikkelingen gaan razendsnel. We doen nu onderzoek in zaken, dat we 2, 3 jaar geleden niet konden doen."

Als voorbeeld van zo'n grote ontwikkeling noemt hij de zaak van de in 2017 vermoordde Anne Faber. "Daarin hebben we door heel ingenieus sporen-DNA-onderzoek een match in de databank kunnen verkrijgen", zegt hij. "Dat was zo'n moment, dat hadden we een jaar daarvoor niet kunnen doen."

Bekijk ook

'Niets anders dan getallenreeksen vergelijken'

Het opstellen van DNA-profielen doet het NFI zo'n 125.000 keer per jaar. DNA is een getallenreeks, legt Meulenbroek uit. "Die is uniek voor ieder persoon." DNA-onderzoek is volgens hem niets anders dan het vergelijken van getallenreeksen. "Zijn ze hetzelfde, dan heb je een match en dan is het spoor afkomstig van diegene."

Naast DNA-profielen, kan inmiddels ook gekeken worden naar uiterlijke persoonskenmerken. "We mogen naar oogkleur, haarkleur en huidskleur kijken. En daarmee geef je de opsporing informatie over hoe de persoon van wie het spoor afkomstig is er ongeveer uitziet", vertelt hij.

Alleen DNA is niet genoeg

Wat kan en mag, is in wetgeving vastgelegd. "In theorie zou je uiteindelijk een soort profielschets kunnen maken, een compositietekening, van de persoon van wie het spoor afkomstig is", legt Meulenbroek uit. Maar dit type onderzoek wordt heel beperkt ingezet. "Dat doen ze alleen als het onderzoek vastgelopen is en ze willen weten hoe de verdachte er ongeveer uitziet."

Bang dat dit snellere proces tot tunnelvisie leidt, is Meulenbroek niet. "DNA is een heel belangrijk opsporingsmiddel en kan een belangrijk bewijsmiddel zijn", zegt Meulenbroek. "Maar uiteindelijk is het DNA bewijsonderdeel van het geheel." Naast DNA is altijd meer bewijs nodig. Of de mens in de toekomst nog nodig is voor onderzoek? "Die blijven cruciaal voor ingewikkeld onderzoek."

Bekijk hier tv-reportage over dit onderwerp.

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'

Luchtkwaliteit flink verbeterd in Nederland, maar we zijn er nog niet: 'De landbouw blijft uitstoten'
Tata Steel in IJmuiden stoot veel vervuilende stoffen uit
Bron: ANP

Door alle problemen met stikstof zou je denken dat de luchtkwaliteit in Nederland er slecht voor staat. Maar de lucht in Nederland wordt steeds schoner. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving. "Maar we kunnen nog niet achterover leunen."

"Er ligt een deken van luchtvervuiling over Europa, en die wordt veroorzaakt door verschillende chemische stoffen die worden uitgestoten", licht Marko Hekkert, directeur van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) toe. Het inademen van die stoffen is schadelijk voor onze gezondheid.

Europese afspraken

Stoffen als zwaveldioxide, stikstofoxide, ammoniak en fijnstof zijn een stuk minder aanwezig in de lucht dan jaren geleden, zo concludeert het PBL, dat de luchtkwaliteit samen met het RIVM onderzocht.

Dat komt doordat Europa eerder afspraken heeft gemaakt om die uitstoot te verminderen en de lucht weer schoner te krijgen. Auto's, schepen en stallen moesten minder vervuilend worden gemaakt. Afspraken met de industrie spelen een belangrijke rol. "Ze hebben nieuwe technieken ontwikkeld en geïmplementeerd, en dat heeft gewerkt. De auto's die we nu kopen zijn een stuk schoner dan 20 jaar geleden", zegt Hekkert.

Bekijk ook

Emissiedoelen in zicht

Onze lucht is nu dus een stuk schoner dan decennia geleden. En wordt ook nog schoner, zo is de verwachting. Bijvoorbeeld doordat we meer elektrisch gaan rijden. Het PBL denkt dat de kans groot is dat we de Europese emissiedoelen in 2030 gaan halen.

Waar vroeger bijvoorbeeld zwavel een groot probleem was, speelt die stof nu nauwelijks nog een rol, merkt Hekkert op. "Dat leidde tot zure regen, waardoor bossen doodgingen. Maar nu hebben we het niet eens meer genoemd in onze presentatie."

Schonere kachels

Fijnstof is nog wel een punt van aandacht. Daar is volgens het PBL wel een daling te zien, maar veel minder scherp dan bij andere stoffen. "Van fijnstof worden mensen echt ziek, maar we hebben er ook zelf veel invloed op", zegt Hekkert.

Het gebruik van houtkachels stoot bijvoorbeeld veel fijnstof uit. Wie iets aan zijn vervuiling wil doen kan een schonere kachel aanschaffen.

Bekijk ook

Levensverwachting 8 maanden korter

Voor onze gezondheid en kwaliteit van leven is de luchtkwaliteit van groot belang. De levensverwachting in Nederland wordt door de luchtvervuiling gemiddeld 8 maanden ingekort. Als deze verbetering zich doorzet, kan dit teruglopen tot 4 maanden.

"Dat klinkt misschien niet als een groot verschuil, maar het is een gemiddelde voor heel Nederland. Veel mensen overlijden hier gewoon jaren eerder door."

Landbouwsector blijft vervuilen

Maar ondanks een forse daling van de ammoniakuitstoot, liggen de landelijke doelen voor stikstofdepositie op de natuur nog ver buiten bereik. "De landbouw is de sector die nog relatief veel blijft uitstoten", zegt Hekkert.

Als het gaat om de gezondheid van de mens gaat het nu een stuk beter, maar de natuur heeft het nog zwaar. Daar zal dan ook nog hard aan gewerkt moeten worden om aan de normen te voldoen. "We kunnen nog niet achterover leunen."

Bekijk ook

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'
Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel (VVD)
Bron: ANP

Nog geen 1 op de 3 Nederlanders heeft een noodpakket thuis, blijkt uit onderzoek van het EenVandaag Opiniepanel. Veel te weinig, zegt minister David van Weel. "Dat moet naar 100 procent. Iedereen moet zichzelf 72 uur kunnen redden."

Minister van Justitie & Veiligheid David van Weel vindt dat elke Nederlander zich 72 uur moet kunnen redden in geval van een crisissituatie. "Denk aan communicatie, voor als er geen mobiel netwerk is. Denk aan voedsel en drinkwater, als er geen supermarkten open zijn. Al dit soort zaken, die moet je 72 uur kunnen volhouden bij een crisis."

Van 48 naar 72 uur

Eerder was het advies om 48 uur zelfredzaam te zijn, maar dat is dus nu verhoogd met een extra dag. "Sinds de Koude Oorlog hebben we hier eigenlijk weinig aandacht aan besteed", vertelt de minister over het aanpassen van dit advies.

"Maar na Europees onderzoek waarin de 72 uur zelfredzaamheid wordt geadviseerd, hebben we besloten dat over te nemen", legt hij uit.

Bekijk ook

'Het is een kleine moeite'

Van Weel geeft als voorbeeld een crisissituatie waarin deze voorbereiding nodig is: "Ik hoop niet dat we te maken krijgen met een conflict morgen. Maar we kunnen wel te maken krijgen met rampen, met energie-uitval."

"De kans is misschien niet heel erg groot. Maar op het moment dat het zich voordoet, dan is het een hele kleine moeite om zo'n pakket aan te schaffen en heb je er veel plezier van", zegt hij.

Niet bij de buren aankloppen

28 procent van de leden van het EenVandaag Opiniepanel heeft nu een noodpakket in huis, en dat is volgens de minister te weinig. "Want iedereen die geen noodpakket heeft en wel te maken krijgt met zo'n situatie, die gaat aankloppen bij de buren."

En dat heeft gevolgen. "Als dat nu betekent dat maar een in de vier buren zo'n noodpakket heeft, dan kun je je voorstellen dat de 72 uur heel snel naar beneden gaat als je spullen moet delen met anderen. Dus als iedereen voor zichzelf zorgt, zorgen we ook voor elkaar. Daarom moet die 28 procent omhoog naar de 100 procent."

Bekijk ook

Burgers en overheid samen verantwoordelijk

Nu burgers langer voor zichzelf moeten zorgen, betekent dit dan dat de overheid zich terugtrekt? Van Weel begrijpt het sentiment, maar benadrukt dat ook de overheid aan de slag gaat. "Ik leg niet alles neer bij de burger. Het geldt ook voor lokale overheden, het geldt voor bedrijven."

"We roepen ook gemeenten op: ga je verzamelpunten inrichten, hoe je zorg je voor kwetsbare bewoners. Moet je misschien noodvoorzieningen opslaan op bepaalde locaties?", gaat hij verder. "Dus al die trajecten gaan we ook doen."

500 euro contant geld

Naast een noodpakket adviseert Van Weel burgers ook om contant geld in huis te hebben in het geval van een ramp of crisis. Banken en maatschappelijke organisaties overleggen al maanden over hoeveel cash geld mensen moeten aanhouden.

De minister doet een voorstel: "laat ik een voorschot geven. Ik denk dat met 500 euro in cash u echt ruim voldoende heeft om tijdens die 72 uur aan te schaffen wat u echt nodig heeft", zegt Van Weel tot slot.

Iedereen een noodpakket en cash in huis: zo kun je volgens minister Van Weel de eerste 72 uur in een crisissituatie zelf 'overleven'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.

Ook interessant