Vandaag krijgt Europa voor het eerst bezoek van een minister van de regering Trump: James ‘Mad Dog’ Mattis (Defensie) zit straks aan tafel bij een topoverleg van de NAVO op het hoofdkwartier in Brussel. En ongeacht de uitkomst, dat ze bij de NAVO flink nerveus zijn over deze ontmoeting staat als een paal boven water.

Tijdens zijn verkiezingscampagne vuurde Donald Trump de ene na de andere snoeiharde uitspraak af over het functioneren van de NAVO. Zo noemde hij het militaire bondgenootschap een ‘achterhaald instituut’ en dreigde hij verschillende keren om de Amerikaanse financiële bijdrage flink te gaan korten. Nu zijn tumultueuze eerste weken in het Witte Huis achter de rug zijn, lijkt president Trump in ieder geval direct daad bij het woord te voegen als het gaat om zijn campagnebeloftes. En dat hebben ook de lidstaten van de NAVO kunnen zien. 

Tweeprocentsnorm

Het huishoudboekje van de NAVO is georganiseerd volgens de tweeprocentsnorm: NAVO-lidstaten worden geacht minimaal dit percentage van hun bruto binnenlands product (alles wat er in een land verdiend wordt) te besteden aan defensie. Het probleem is alleen dat vrijwel niet één land zich aan deze regel lijkt te houden. Alleen de VS, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Estland en Griekenland voldoen aan de tweeprocentsnorm.