Wetenschappers hebben samen met kledingproducent G-star een primeur: de eerste spijkerbroek gemaakt van Nederlands katoen, waar 95 procent minder water voor nodig is. "We maken hier een broek met 800 in plaats van 10.000 liter water."

De eerste Nederlandse spijkerbroek is het resultaat van een samenwerking tussen de Wageningen University & Research en kledingproducent G-Star. In een kas in Bleiswijk lieten zij 100 katoenplanten groeien. "Zonder pesticiden en met maximaal hergebruik van het gebruikte regenwater", vertelt gewasspecialist Filip van Noort van de afdeling Plant Research.

Enorme sprong

"Dat is een enorme sprong voorwaarts. Het terugdringen van watergebruik in de katoenproductie is ontzettend belangrijk, anders gaan we echt in de problemen komen. Voor de productie van 1 kilo katoen is 10.000 liter water nodig. Wij maken hier nu een broek met 800 liter", vertelt Van Noort.

Aan het idee van een Nederlandse katoenplantage moesten sommige collega's van Van Noort wel wennen. "In het begin zeiden mensen tegen me: 'Je bent niet goed. Je gaat katoen telen in een kas. Terwijl het buiten gewoon zelf groeit.' Maar nu het lukt, zijn de reacties positiever. Mensen zien dat we hier iets ontwikkelen waar de wereld iets aan heeft. En uiteindelijk doe je het daarvoor."

Langere plant

In de kas in Bleiswijk hebben Van Noort en zijn collega's invloed op het klimaat, waardoor de productie en de kwaliteit omhoog gaat. "We telen hier een langere plant, met meer bloemen. En dat doen we door te sturen op water, voeding en temperatuur. Daardoor worden katoenplanten in een kas tot wel vier keer groter. Dat is meteen ook een nadeel, omdat het oogsten moeilijker is."

Die oogst levert wel veel meer op, vertelt Van Noort. "De planten produceren 5 tot 23 keer meer katoen. En er is een grote besparing op de transportkosten, omdat de katoen en de broek dichtbij elkaar worden gemaakt."

Bekijk ook

'Weet precies waar het vandaan komt'

Ook Suzanne de Jong van G-star is erg blij met het project. "Bij normaal katoen is het een uitdaging om erachter te komen waar jouw katoen nu precies vandaan komt. Er zijn heel veel stappen in zo'n toeleveringsketen. Het katoen wordt vaak gemixt. Om zeker van de oorsprong te kunnen zijn werken we met certificeringen."

Dat probleem wordt door de productie in Nederland weggenomen, zegt de woordvoerder. "Het mooie van dit project is dat we precies wisten waar de katoen vandaan kwam, uit Bleiswijk. En ook hoeveel druppels water erin zijn gegaan."

Verantwoord katoen

De duurzame ontwikkelingsorganisatie Solidaridad is ook enthousiast over het project. "Ik vind het een hoopgevend en interessant initiatief," zegt katoen- en kledingexpert Tamar Hoek. "Omdat het aangeeft dat je in een gesloten omgeving katoen kunt verbouwen."

Tamar Hoek
Bron: EenVandaag
Tamar Hoek

Hoek is blij met de duidelijke oorsprong van 'Nederkatoen'. "Bij veel andere soorten katoen is dat niet mogelijk, waardoor je ook niet kunt achterhalen hoe en of het op een verantwoorde manier is gemaakt. Dat is in elk geval bij deze Bleiswijkse katoen wel het geval."

Bekijk ook

Onmogelijke uitbreiding

Maar ze plaatst ook kanttekeningen bij de uitbreiding van het project. "Ik denk niet dat het schaalbaar is. Als je kijkt hoeveel katoen we jaarlijks gebruiken, niet alleen voor spijkerbroeken, maar voor allerlei producten, dan is het bijna onmogelijk om dat allemaal in kassen te gaan verbouwen."

"Er wordt jaarlijks 26 miljoen ton katoen per jaar geproduceerd", legt Hoek uit. "Als je dat in Nederland zou willen verbouwen heb je een gebied van 7 keer Nederland nodig. En als je dat in kassen zou willen doen, moet je het hele land volbouwen. Dat lijkt me niet echt haalbaar."

Kleine boeren de dupe

Ook helpt katoenteelt in een kas de kleine katoenboeren niet, stelt Hoek. "Het haalt een deel van de economie weg. Als je katoen hier gaat produceren dan heb je minder katoenboeren nodig. Als eerste vallen dan de kleine katoenboeren af. We kunnen daarom beter met de boeren samenwerken zodat zij zelf op een duurzame manier katoen kunnen verbouwen, zonder een te grote impact op mens en milieu."

Solidaridad ziet in plaats van kassen graag verbetering door meer te recyclen en bewuster te consumeren. "Als consument kun je beter nadenken over wat je koopt. Heb ik het wel echt nodig? En bedrijven moeten zorgvuldiger hun type materialen kiezen. Ze kunnen bij het ontwerp al kiezen voor biologisch katoen en voor 1 type materiaal en niet een mix, omdat dit beter te recyclen is."

Bekijk ook

Informatie wereldwijd delen

Suzanne de Jong en Filip van Noort van het Nederkatoen-project delen de zorgen van Solidaridad niet. "Dit is een innovatie die je overal zou kunnen neerzetten", zegt de Jong. " We kunnen deze kassen ook in India neerzetten, juist om lokale boeren te helpen. Het is niet de bedoeling om alle waardevolle informatie uit ons onderzoek hier in Nederland voor onszelf te houden. We willen het juist delen met de hele industrie."

Van Noort vindt niet dat zijn project een gevaar is voor kleine katoenboeren. "Laat ons nu in Nederland katoen kweken, dan kunnen de mensen in India eten gaan verbouwen. En hebben ze niet al hun kostbare water nodig voor het maken van katoen. Bovendien gaat het om heel veel hectares. Als een gedeelte daarvan met veel minder water bij ons in kassen kan worden geteeld, dan is mijn missie geslaagd."

Goed businessmodel

Ook over de uitbreiding van het project is Van Noort positiever. "Al gaat dat nog wel een tijdje duren. We doen nu eerst een tweede proef. Uiteindelijk moet je eerst de teelt goed in de vingers hebben, en data verzamelen."

"Als die proef gaat zoals verwacht, dan schalen we volgend jaar op. Ook moet er een goed businessmodel komen. Daarna kan het los. Want we hebben kassen genoeg in Nederland om dit winstgevend te maken. Ik heb mijn maten in elk geval al doorgegeven en ik kijk uit naar een broek van Nederkatoen uit eigen kas."

'Nederkatoen' uit plantage in Bleiswijk: 'We kunnen nu spijkerbroeken maken met 95 procent minder water'

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.