Limburgers (67%) en Friezen (59%) hopen in meerderheid dat hun provinciehoofdstad vrijdag gekozen wordt tot ‘Culturele Hoofdstad  van Europa 2018’. Deelnemers uit Brabant zijn stukken minder enthousiast: slechts 37 procent zou de verkiezing van Eindhoven een goede zaak vinden. Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag en de regionale omroepen van de drie betrokken provincies.  

De afgelopen jaren hebben Leeuwarden, Eindhoven en Maastricht miljoenen geïnvesteerd in hun kandidatuur voor ‘Culturele Hoofdstad van Europa’. Vrijdagmiddag maakt een jury bekend welke stad de titel in 2018 mag voeren.

 

Weinig steun Eindhoven

Eindhoven krijgt weinig steun van inwoners van Noord-Brabant omdat er weinig bekendheid is met het project. Ook twijfelen deelnemers over de uitstraling van Eindhoven en is men bezorgd over hoge kosten in tijden van crisis. Voor het project is 134 miljoen begroot.

 

Hoge kosten

Ook in Friesland en Limburg maken veel mensen zich zorgen over de kosten van het project. Friesland verwacht tussen de 40 en 78 miljoen euro te investeren als Leeuwarden wint, in Limburg gaat het om zo’n 100 miljoen. Maar zowel de Limburgse (57%) als Friese (53%) deelnemers verwachten dat hun provincie op financieel gebied zal profiteren van het project. In Brabant is dat vertrouwen er niet: slechts 35 procent verwacht uit de kosten te komen.

Winst voor Maastricht

Maastricht gooit de hoogste ogen voor de winst. Niet alleen in Limburg is er veel vertrouwen – zes op de tien rekent op winst. Ook in Friesland en Brabant verwacht de grootste groep deelnemers dat de jury morgen Maastricht aanwijst als Culturele Hoofdstad van Europa in 2018.

Over het onderzoek

Aan het onderzoek deden ruim 4600 leden van het EenVandaag Opiniepanel mee uit de provincies Friesland, Brabant en Limburg. Het onderzoek vond plaats op 4 en 5 september 2013 en is gehouden in samenwerking met Omrop Fryslan, Omroep Brabant en L1.

Regionale peilingen worden gehouden onder het EenVandaag Opiniepanel. Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. Panelleden krijgen ongeveer één keer per week een uitnodiging om aan een peiling mee te doen. Op de meeste onderzoeken respondeert 60 tot 70 procent van de panelleden. De uitslag van de regionale peilingen zijn gecorrigeerd naar samenstelling van de provinciale bevolking en representatief voor vijf variabelen, namelijk leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, en politieke voorkeur gemeten naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012.

Vragen? Stel ze!

Heb je nog vragen of wil je reageren? Stuur ons dan hier een berichtje in onze chat. Elke donderdag vertellen we in de Doe mee-nieuwsbrief wat we met alle reacties doen. Wil je die in je mail? Meld je dan hier aan.